“Kabinetschef zijn is een waar plezier”

Gwendolyn Rutten leerde als kabinetschef van Fientje Moerman het reilen en zeilen van de politiek door en door kennen. “Een ervaring om u tegen te zeggen.”

Ze klinkt nog altijd even enthousiast als een jaar geleden en heeft geen seconde spijt gehad van haar beslissing om kabinetschef ‘algemeen beleid’ te worden bij Fientje Moerman. “Als je mij zou vragen wat mijn beste herinnering is van één jaar kabinetswerk, dan antwoord ik: het hele jaar door. Met uitzondering misschien van de eerste drie maanden. Ik had mezelf en mijn medewerkers aangespoord om er keihard in te vliegen. Dat hebben we ook gedaan. Pas na die drie maanden had ik het gevoel dat ik de organisatie ook helemaal onder controle had. Vanaf dan werk je niet alleen efficiënter, maar is het ook prettiger werken. En ja, je leert ook wel meer te relativeren en te delegeren. Dossiers die ik aanvankelijk nog naar me toe trok, schuif ik inmiddels probleemloos door naar een van de medewerkers.”

Volgens Gwendolyn Rutten hangt er nog te veel mythe over de functie van kabinetschef. “Natuurlijk is een kabinetschef een spilfiguur. Maar toch. Ik heb geleerd dat alles staat of valt met twee zaken: je persoonlijke relatie met de minister, en de relatie met het team van medewerkers. Als die twee zaken goed zitten, is het een waar plezier kabinetschef te zijn. Wat ik van mijn minister al allemaal geleerd heb, ook buiten de job, is niet niets. Ik verwachtte een jaar geleden al veel over de inhoudelijke invulling, maar het is me alleen nog méér meegevallen. Elke dag was anders, uit elk dossier leer je weer iets en ik mag uitgebreid met mensen omgaan. Wie kan zeggen dat hij zoveel afwisseling heeft in zijn werk? Ik ben elke dag opnieuw met plezier opgestaan om te gaan werken.”

Die dagen beginnen erg vroeg. In principe verlaat Rutten om kwart na zes haar man en de twee kinderen en vertrekt van Aarschot naar Brussel. Om minstens veertien uur later terug te landen op de plaats van vertrek. De kinderen van drie en twee slapen dan meestal. Hoe het met haar moederhart gesteld is? “Prima,” lacht ze. “We hebben gezinsmatig een perfecte organisatie op poten gezet. En al zie ik de kinderen tijdens de week weinig, ze spelen toch een zeer belangrijke rol in mijn leven als kabinetschef. Als ik ze zie – wakker of slapend – helpen ze mij als niemand anders om ook even mijn eigen beroep te relativeren en de stress te counteren. Na een weekje keihard werken, is het weekend er helemaal voor hen en voor mijn man.”

De 31-jarige juriste uit Aarschot, die ooit nog hostesse was tijdens het Autosalon, wil graag nog een verlengstuk breien aan haar huidig bestaan als kabinetschef. “Als je met je minister ook kan praten over pakweg kunst of boeken – mijn passie – dan zie ik niet waar ik beter kan zijn. Laat dit leven dus nog maar even doorgaan.”

Straks gaat de vrouwelijke kabinetschef ook als medelijstduwer figureren op de VLD-gemeentelijst van Aarschot. “Een gevolg van mijn kabinetswerk,” zegt ze. “Ik heb geleerd dat politiek op het Vlaamse niveau en het gemeentelijke niveau zeer nauw bij elkaar aansluiten. Als ik voldoende stemmen achter mijn naam krijg, wil ik dan ook graag actief worden in mijn eigen gemeente.”

KCa

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content