KABILA’S “HOLD-UP VAN DE EEUW”?

STORM IN EEN GLAS WATER.

De Belgische diamantgroep Sibeka heeft statutair een recht op voorkoop bij een aandeelhouderswijziging in de Congolese diamantmaatschappij Miba (80% Congolese staat, 20% Sibeka). Als de Congolese president Laurent-Désiré Kabila de Belgen zou negeren, verliest Congo zijn laatste greintje credibiliteit en verjaagt het definitief ernstige buitenlandse investeerders zonder wie de zieltogende mijnsector helemaal ten onder gaat. Het gerucht dat Kabila een deel van Miba zou schenken aan een Namibische onderneming wordt daarom in diamantkringen sterk gerelativeerd.

In de mijnen van Katanga zijn de enige bedrijven die er momenteel op een ernstige manier investeren George Forrest International uit Luik en de Fins-Amerikaanse kobaltgigant OMG, de partner van Forrest. Op lange termijn zijn slechts kapitaalkrachtige majors als Anglo American geloofwaardig. OMG bouwt met Forrest in Lubumbashi een nieuwe kobaltraffinaderij waarvoor het 110 miljoen VS-dollar neertelt (zie Trends, 14 augustus 1997). Forrest heeft 31% in die investering, OMG 69%.

Wat Kabila voor het overige met de mijnbelangen van Congo aan het bekokstoven is, lijkt niet meer dan een heruitgave van het “Sinterklaas-spelletje” dat hij eind 1996 opvoerde. Toen kregen naïeve Amerikanen en Canadese juniors ( AMF/American Mineral Fields en Lundin/Tenke Mining Corp.) “veelbelovende” mijnconcessies, waar ze inmiddels tegen grof geld vanaf willen. Nu mogen de Zimbabwanen, Angolezen en Namibiërs delen in het feest. Ridgepointe uit Zimbabwe krijgt via de nieuwe ” CMG/Central Mining Group” 80% van de mijnen in het middengebied van Katanga en de exploitatie van de raffinaderij van Shituru. Shituru is het beste wat de staatsmaatschappij Gécamines qua raffinagepotentieel nog te bieden heeft, maar dat is niet meer dan “oud-ijzer van het Oostblok-type”. Ridgepointe weet dat. Maar de Zimbabwaanse groep, die trouwens geen mijnbouwer is, heeft geen langetermijnambitie. Snel gewin, daar gaat het om: het afschrapen van de rijke kobaltheuvels, die Ridgepointe begin dit jaar in handen kreeg, en het meepikken van wat nog mogelijk is uit de raffinage van Shituru “tot de boel in elkaar zakt”. Zo ook werd Sonangol naar voor geschoven voor de rehabilitatie van de zogenaamde Groupe Ouest rond Kolwezi, maar het is zeer de vraag wat de Angolese oliemaatschappij daar kan uitrichten.