Jusqu’où ira la Flandre?
La Wallonie peut-elle vivre sans la Flandre? Over die existentiële vraag breken onze confraters van Trends-Tendances zich deze week het hoofd. Het antwoord luidt – weinig verrassend – ‘neen’. Maar de manier waarop die kwestie aan de andere kant van de taalgrens economisch wordt gewikt en gewogen, toont eens te meer de diepe kloof die zich tussen beide landsdelen bevindt.
Om op een comfortabele wijze te leven, kán Wallonië niet zonder de financiële transfers vanuit Vlaanderen, zo luidt de analyse open en bloot, “al blijven die cijfers nogal flou, niemand kan dat ontkennen”. Daarvoor wordt met de vinger gewezen naar het systematisch lagere groeiritme dat de regio al sinds een halve eeuw heeft in vergelijking met Vlaanderen. Wallonië, dat goed is voor 32,5 % van de Belgische bevolking, draagt slechts voor 23,7 % bij tot het bruto binnenlands product (BBP).
Die groeikloof is weliswaar verkleind – van 1,8 % halverwege vorige eeuw tot 0,2 % vandaag – maar, om het in de logica van een flandrien uit te drukken: “We koersen op dit ogenblik tegen een zelfde snelheid als het peloton, maar hebben nog steeds een kwartier achterstand,” aldus Didier Paquot, directeur van het economisch departement van de Union Wallonne des Enterprises ( UWE).
Een ander zwak punt is de overheid. Die heeft nog steeds een flinke vinger in de pap. De toegevoegde waarde die de Waalse regio creëert, is voor 56 % afkomstig van de bedrijven en voor 20 % van de overheid. In Vlaanderen ligt die verhouding op 68 % en 12 %.
Voor onze Franstalige landgenoten zijn die vaststellingen voldoende om les mécanismes de solidarité en le bien-être du pays niet op het spel te laten zetten. Met andere woorden, de Belgische status-quo wordt ingeroepen om de welstand van een regio te garanderen. In Vlaanderen is het net andersom. Hier wordt het Belgische ‘systeem’ in vraag gesteld en eerder aangezien als een rem op de economische groei van een regio.
Moet het nog worden gezegd? De 120.000 ‘fatsoenlijke rechtse’ kiezers die vorige zondag hun overstap waagden naar het Vlaams Blok en de bescheiden overwinning van het kartel CD&V en N-VA – l’ancienne Volksunie – hebben de onrust ten zuiden van de taalgrens opnieuw aangezwengeld. Jusqu’où ira la Flandre? De ironie is dat Wallonië meer dan Vlaanderen beseft hoezeer het communautaire thema een rol heeft gespeeld in het huidige verkiezingsresultaat.
“De uitslag van de (Waalse en Vlaamse) deelstaatverkiezingen leidt tot een monopoliepositie van PS-leider Elio Di Rupo. De modernisering van België en Vlaanderen zal daardoor beschadigd worden,” stelt de gewezen hoofdeconoom van Trends, Johan Van Overtveldt, in dit nummer (zie blz. 68). Terwijl Guy Verhofstadt ( VLD) en zijn partijstrategen zich blijven blind staren op allerhande veiligheids- en migrantenkwesties om het dreigende succes van het Vlaams Blok te counteren, krijgt Elio Di Rupo meer dan ooit de communautaire sleutel in handen om de belangen van zijn regio én partij op federaal vlak door te duwen.
“De grote breuklijn binnen de Belgische samenleving loopt níét langs klassieke tegenstellingen zoals die tussen liberalen en socialisten of vrijzinnigen en katholieken. De Belgische kloof situeert zich op de noord-zuidas,” zei uitgerekend Luc Coene, vice-gouverneur van de Nationale Bank van België en jarenlang de trouwe adjudant van Verhofstadt, in februari in dit blad. Aan deze opvallende conclusie koppelde Johan Van Overtveldt toen de bedenking: “Misschien moet Vlaanderen beginnen nadenken over de te volgen strategie als – wat zeer waarschijnlijk is – Wallonië én een rist Vlamingen met belangrijke en goedbetaalde Belgische jobs die discussie blijven weigeren”.
In de komende weken zal dat duidelijk worden.
piet.depuydt@trends.be
De ironie is dat Wallonië meer dan Vlaanderen beseft hoezeer het communautaire thema een rol heeft gespeeld in het huidige verkiezings-resultaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier