Joe en de kerstboom – het jaar 2055
In De Tijdreiziger blikt Hans Bourlon, CEO van Studio 100, met veel fantasie enkele decennia vooruit. Deze week: Robots kunnen veel, maar veel ook niet.
Er zijn oude tradities die nooit verdwijnen. Wist je dat er in 2055 nog altijd kerstballen in de kerstboom hangen? Maar er is ook iets nieuws onder de zon, zoals de hype van de huisrobot. Ieder gezin heeft er eentje. En die van mij, Joe, is topkwaliteit. Dat is tenminste wat de handleiding belooft.
Joe leest, spreekt en vertaalt in meer dan honderd talen. Hij herkent gezichten. Als je binnenkomt zegt hij dadelijk je naam. Bovenop is Joe onoverwinnelijk in spelletjes. Als je schaak of stratego met hem speelt, zet je zijn intelligentiestand het best een paar tellen lager. Zo blijft het ook voor jou leuk.
Joe zingt als een jukebox duizenden liedjes. Hij is ook creatief. Hij componeert zoals Beethoven of The Beatles. En als je hem verf en een penseel geeft, schildert hij in de stijl van Rubens of Picasso. Bovendien is hij een kei in rekenen. In één oogopslag meet hij de oppervlakte van je keuken of de inhoud van je visbokaal.
Ik leg de handleiding opzij en ga met Joe aan de slag. “Joe, help je mee de kerstboom te versieren?” vraag ik. “Ja”, antwoordt hij enthousiast.
Net dan wordt op de deur geklopt. “Joe, doe je open?” vraag ik. Joe opent de doos met de kerstballen. “Nee Joe, de deur!” Joe is helemaal in de war, draait rond zijn as en staat dan stokstijf stil. De bezoeker is Mia, mijn buurvrouw. Zij is een robotica-expert en komt met Joe kennis maken.
“Joe, schenk je Mia een glas water in?” vraag ik. Op tafel staat een vaas met bloemen. Joe neemt de bloemen en schenkt het water van de vaas in een glas.
Mia lacht luid. “Sorry, Joe komt net uit de doos, alles is nieuw voor hem”, excuseer ik mij. “Nee hoor, da’s normaal”, zegt Mia. “Robots hebben het moeilijk om woorden in de juiste context te plaatsen. Laat mij nog een voorbeeld geven.”
Mila geeft haar vest aan Joe. “Joe, kan jij in mijn vest?” Joe trekt het vest aan. “Ja”, zegt hij. “Joe, kan mijn vest in die koffer?” Joe stapt naar de koffer en legt het vest erin. “Joe, jij kan in het vest en het vest kan in de koffer, kan jij dan in de koffer?” vraagt Mia. “Ja, natuurlijk”, zegt Joe. Hij maakt zich zo klein mogelijk en probeert in de koffer te kruipen. Maar hoe hij zich ook manoeuvreert, het lukt niet. Mia en ik komen niet bij van het lachen. “Taal is nu eenmaal geen wiskunde”, zegt Mia.
“Robots zijn superslim. Maar alleen in situaties die voorspelbaar zijn. Ze herkennen patronen en ze passen die blind toe. Maar ze snappen niet wat ze doen. En vooral in improviseren zijn ze zwak. Neem nu ‘de onnozelaar uithangen’ of ‘doen alsof je van niets weet’. Dat zijn voor robots manieren van doen die hun petje te boven gaan. Maar ook teennagels knippen, of de luiers van een baby verversen zijn te moeilijke taken. Wij doen zoiets met gemak, omdat we voelen hoe we met de wereld rond ons moeten omgaan. Kortom, robots worstelen met wat voor ons normaal is. En omgekeerd, waar wij moeten voor studeren en oefenen, daar zijn robots extreem goed in. Abstracte dingen, zoals wiskunde of schaak spelen.”
“Interessante theorie. Zelf uitgevonden?” vraag ik. “Nee hoor”, zegt Mia. “Dat is de bekende ‘paradox van Moravec’. Hans Moravec was een professor in de jaren tachtig van de vorige eeuw.”
Als Mia weg is, versier ik samen met Joe de kerstboom. Voorzichtig hangen we om beurten een bal in de boom. “Goed zo, Joe”, zeg ik. Meteen maakt hij een vreugdedansje. Dan is het de beurt aan de kerstlichtjes. Ik neem de lange sliert met lichtjes uit de doos. “Joe, je moet de lichtjes mooi van boven naar beneden rond de kerstboom draaien”, zeg ik. Joe neemt het uiteinde van het sliert en stapt rond de boom. “Voorzichtig”, zeg ik. Maar terwijl hij ronddraait, raakt Joe hopeloos verstrikt in het elektriciteitssnoer.
Hij wentelt om zijn as, zwaait met zijn armen en verliest het evenwicht. In zijn val trekt hij de kerstboom mee naar beneden. “Nee!” roep ik nog. Maar te laat. Daar ligt mijn superslimme robot, verstrikt in de kerstlichtjes met bovenop hem de kerstboom. “Zing O dennenboom, Joe”, vraag ik, ten einde raad. “In het Frans, het Italiaans, het Chinees en het Japans.”
En Joe zingt, uit volle borst, terwijl ik voorzichtig de kerstboom optil en met zwier de lichtjes op de juiste plaats hang.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier