Internationale handel schept of vernietigt nauwelijks jobs. Technologische veranderingen doen dat. Tenminste, dat is de consensus in de Verenigde Staten. In Europa ligt dat even anders, argumenteren Filip Abraham en Ellen Brock(KU Leuven) op basis van empirische argumenten. Internationale handel speelt zelfs een grote rol in de arbeidsmarkten van het oude continent.

Europese economieën zijn veel openener dan die van de States. De Belgische economie spant de kroon en exporteert tot 68% van zijn bruto binnenlands product (BBP), de VS slechts 11%. Het lijkt dus logisch dat internationale handelsstromen aan deze kant van de oceaan wel van tel zijn. De auteurs stippen het cruciale belang van de exportgroei als motor voor jobcreatie aan. Dat wordt wel eens over het hoofd gezien, verblind als men is door de nadelige effecten van toenemende concurrentie van invoer op de tewerkstelling en de lonen.

Er is meer aan de hand: de Europese arbeidsmarkten zijn een stuk stroever dan die van de VS. Sterke vakbonden en minimumlonen bijvoorbeeld staan een daling van de lonen in de weg. Lagere lonen kunnen werkloosheid uit de wereld helpen. Het werkloosheidspercentage in de Europese Unie ligt op 10%, de VS zit aan 4%. Bovendien stromen niet veel mensen en middelen van de ene naar de andere bedrijfssector, wat te wijten is aan een lage arbeidsmobiliteit en genereuze werkloosheidsuitkeringen.

Die hoge schotten tussen de sectoren zorgen voor een duidelijke link tussen internationale handel en de introductie van nieuwe technologieën en productiemethodes in de diverse sectoren, ontdekten de auteurs. Een stijgende uitvoer bijvoorbeeld is eerder een stimulans om efficiënter en productiever te gaan werken dan om bijkomende werkkrachten aan te nemen. Een deel van de extra tewerkstelling die aan exportgroei te danken is, wordt dan ook weggegomd door het negatieve tewerkstellingseffect van die gestegen arbeidsproductiviteit. Bedrijven aarzelen dus om mensen aan te werven als het goed gaat.

Omgekeerd: sectoren die kampen met toenemende concurrentie van invoer hebben te maken met een dalende productiviteit, wat erop wijst dat deze sectoren sneller marktaandeel verliezen dan dat ze werknemers afdanken.

Deze resultaten suggereren dat het vooral exportgroei en niet importconcurrentie is die de arbeidsbesparende productiemethodes aanmoedigen die zo typisch voor de Europese industrie zijn.

Filip Abraham en Ellen Brock, ‘Sectoral Employment Effects of Trade and Productivity in Europe’, Center for Economic Studies Discussion Paper Series, KU Leuven.

Tel. (016)32.67.25.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content