JO & POL & MAURITS?

Heel wat beleggers zullen zich – minstens onderduims – de vraag stellen of Lernout & Hauspie (L&H) een tweede Superclub is? Het antwoord is neen, en wel om drie redenen.

Eén. Noch Jo Lernout, noch Pol Hauspie, noch hun medewerkers in binnen- en buitenland zijn oplichters.

Twee. L&H fabriceert hoog aangeschreven, vooruitstrevende software voor de spraaktechnologie, geen wind zoals de strapatsen van Maurits De Prins (die trouwens nooit de beurs haalde wegens zijn doorzichtige kletspraat).

Drie. Als L&H een technologische ruggengraat heeft – en daar gelooft Trends rotsvast in – dan zal het hele of het leeuwendeel van het bedrijf verdergaan onder de leiding van de beide stichters of van een overnemer of gedecentraliseerd worden in verzelfstandigde bedrijfjes. Dat de symbolische, plezierige, streekgebonden aspecten van L&H zullen worden beschadigd, is wiedes. Maar dit is eventueel niet schadelijker dan het uitlopen van de grime, geen vernietiging ten gronde van wat is opgebouwd door twee fascinerende ondernemers.

Op 10 december 1987 startte L&H met een lastenboek dat de Promotalker beschreef. Punt. De boekhoudkundige waarde van de nieuweling was 750.000 frank. In 1997 nam Microsoft een participatie in L&H en werd het bedrijf gewaardeerd op 21,3 miljard frank. Intussen was het tegen het lamplicht gehouden door de (Belgische) Commissie voor het Bank- en Financiewezen en de (Amerikaanse) Securities and Exchange Commission (naar aanleiding van de notering over de plas). Geen uilen.

Flanders Language Valley is leuk. Prachtig is het om in Ieper te horen over de inzet van L&H voor de streek (de Language Valley als heruitgave van de geavanceerde middeleeuwse lakenindustrie), om op visite te gaan bij Sail in Singapore en te ontdekken dat de Vlamingen op de technologische wereldkaart geraakten.

Nogmaals, dat is bijkomstig. De kern van L&H is vooruitstrevende software voor een groot toepassingsgebied. Die gaat niet kapot. Zelfs indien het vennootschappelijke omhulsel explodeert, kan dit uitmonden in tientallen niche-L&H’s met onderzoekers en entrepreneurs die het vak leerden in de frontlijn van twee West-Vlamingen om voor en na ‘u’ tegen te zeggen.

Wat liep er fout? We kijken naar het lievelingsboek van Stijn Bijnens van internetbeveiliger Ubizen, een bloednuchtere, geëngageerde vent, zoals de pioniers van Ieper. Bijnens zweert bij Blur (waas, vage omtrek) van Stan Davis en Christopher Meyer. Blur is een periscoop op een landschap waar alles verwasemt: de lijnen tussen koper en verkoper, tussen product en dienst, tussen bediende en entrepreneur, tussen baas en knecht, tussen thuis- en wereldmarkt. Kennis en verbeelding zijn in dat landschap belangrijker dan fysiek kapitaal; producten en diensten versmelten tot projecten; tastbare markten metamorfoseren tot financiële markten.

Niet de huidige moeilijkheden van L&H verbazen, wel dat het bedrijf twaalf jaar grosso modo een opgaande lijn heeft aangehouden. Die lijn ging gepaard met bokkensprongen; bokkensprongen niet om de domheid van de chefs of hun raadgevers, maar om de Blur-factor. L&H legde soms de klemtoon op de verkoop van licenties (en verwierf daardoor geen vat op de eindklant), soms op de overnames van bedrijven om rechtstreekser op de markt te treden, soms op ‘projecten’. L&H koos voor de volle breedte van de spraaktechnologie; zowel bijvoorbeeld text to speech als voice recognition (die u helpt als u belt met een makelaar op het internet). In text to speech is L&H sterk, maar het is vandaag de zwakkere deelmarkt; in voice recognition staat L&H zwakker, is er sterkere concurrentie en meer omzet.

Is het gehuppel tussen strategieën en deelmarkten krankjorem? Dit kan niet anders in een nieuwe wereld, in een nieuwe dimensie die halsoverkop ontluikt. Eergisteren discussieerden Lernout en Hauspie nog met de kantoordirecteur van BBL in Dikkebusse als hoogste personage die over hun bedrijf een zeg had; gisteren werden ze de gasten van de rijkste man ter wereld, met een onderneming die wordt vergeleken met het Standard Oil van John D. Rockefeller op zijn hoogtepunt.

Wat beter had moeten gaan bij L&H is de crisiscommunicatie; wat beter had moeten gaan, is de doorzichtigheid tussen L&H en zijn melkweg van genetwerkte onderneminkjes; wat beter had moeten gaan, is de rapportering over de cijfers; wat beter had moeten gaan, is de organisatie van de blokkeringsmacht en de schuldfinanciering. “Groei aan de rand van de afgrond” is de ondertitel van De Spraakmakers (een unieke analyse van L&H, Globe, 1997) van Piet Depuydt, hoofdredacteur van Trends. Precies.

L&H is ontstaan in Vlaanderen, een Europese landstreek die op één tot een halve generatie – op loffelijke uitzonderingen na – sprong van een verzameling van honderdduizend kruideniers tot een gemeenschap met duizenden ondernemers met wereldtalent. L&H was inspirerend en een baken. Die duizenden en hun opvolgers zullen doorgaan, ook – als het moet in ‘t slechtste geval – zonder L&H. Wat hier gebeurt, is een loutering.

frans crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content