Jeltsins laatste verrassing
Het moeilijkste aan macht is te weten wanneer ze te laten schieten. Het tweede moeilijkste – zeker in een land als Rusland waar een millennium lang dictatuur heerste – is te weten aan wie die macht over te dragen. Door op 31 december 1999 zijn ontslag aan te kondigen, is de kans groot dat Boris Jeltsin deze twee moeilijkheden uitstekend heeft aangepakt. Hij verzekerde zich van zijn persoonlijke veiligheid, maar ook van een plaats in de geschiedenis en in Ruslands ontluikende democratie.
Jeltsin was meer dan de man die Rusland in 1991 redde, toen een coup door de communistische harde lijn Gorbatsjovs perestrojka en glasnost dreigde teniet te doen. In de daaropvolgende negen verwarde jaren schiep Jeltsin een nieuw Rusland, grotendeels naar zijn aanschijn: onvoorspelbaar, eigenzinnig maar beloftevol. Door nu af te treden, geeft Jeltsin zijn uitverkoren opvolger, waarnemend president Vladimir Poetin, de beste kansen in handen om de verkiezingen van 26 maart te winnen.
Het is erg verleidelijk Jeltsins ontslag als een handig manoeuvre uit de oude school van de communistische politiek te beschouwen. Maar het is ook erg onterecht. Met verplichte presidentsverkiezingen volgend jaar, gonsde het in Moskou al van de geruchten, “etenstijd in de dierentuin”, zoals een Brits premier het noemde. Door een einde te maken aan de fluistercampagne, als zou hij zich ten koste van alles willen vastklampen aan de macht, verdient de president meer lof dan smaad. Met deze ordelijke en grondwettelijk correcte poging om zijn opvolging veilig te stellen, heeft Jeltsin wellicht een chaotische machtsstrijd voorkomen zonder democratische principes op te offeren. Rusland kan met een gerust hart de overgang van communisme naar kapitalisme voltooien.
En nu?
Maar wat weten we van troonopvolger Vladimir Poetin? Volledig in overeenstemming met zijn schimmige KGB-achtergrond: heel weinig. Poetin (46) is gehuwd en studeerde rechten aan de universiteit van St.-Petersburg. Als KGB-agent was hij een tiental jaar gestationeerd in Oost-Duitsland, waar hij de westerse democratische en commerciële praktijken leerde kennen én – naar men vermoedt – appreciëren. Na de instorting van het communisme werkte hij in het begin van de jaren negentig samen met mensen als Anatoly Tsjoebais in het liberale bestuur van St.-Petersburg. Na zijn overplaatsing naar Moskou, stond hij aan het hoofd van de FSB – de opvolger van de KGB – tot Jeltsin hem in augustus 1999 plots aanstelde tot eerste minister.
Ondanks zijn duister profiel, staat hij toch bekend om zijn stugge onbuigzaamheid. In de bloedige bergen en verwoeste steden van Tsjetsjenië verdiende Poetin zijn frontstrepen als de man met de harde hand die Rusland nodig heeft om de interne desintegratie van het land een halt toe te roepen door de macht van de staat nieuw leven in te blazen.
Dat het Westen nerveus doet over Poetin, verhoogt zijn prestige thuis. Met westerse economische beleidsvoorschriften die in Rusland grotendeels als een mislukking gezien worden; met een Navo die zich uitbreidt en oude bondgenoten als Servië die gebombardeerd worden; met een Amerika, waarvan gedacht wordt dat het Rusland nog meer wil verzwakken en controle wil krijgen over het petroleumrijke bekken van de Kaspische Zee, nemen de anti-westerse gevoelens toe. De spitse politieke antennes van president Poetin vingen die tendens op.
Vladimir Poetin wil echter de indruk geven dat hij een meer verlichte en moderne leider is. Zijn nieuwjaarsboodschap als eerste minister – Rusland bij de millenniumwissel – werd wereldwijd gepubliceerd op een website van de regering nog voor ze in de Russische kranten verscheen. Hij zette daarin zijn presidentieel programma uiteen. Hij verklaarde dat Rusland geen speelbal is voor het Westen. Maar daar hield de demagogie ook op. De Russen zelf moeten Rusland weer opbouwen en daarbij geen tijd verliezen.
Interne orde.
In Rusland wordt het welslagen van een beleid bepaald door culturele instincten, waarbij de gemeenschap belangrijker is dan het individu. De nationale strategie die Poetin wil uitbouwen, zal rekening houden met dat sociale aspect. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat hij de meedogenloze kapitalistische politiek van Gaidar of Tsjoebais zal uitbazuinen, ook al zal hij die stilletjes volgen. Poetin is een stevige patriot, maar hij weet ook dat het nationale idee dat de Russen over zichzelf hebben, gezuiverd moet van hooghartigheid en imperialistische ambities. Het Rusland dat hij zich voorstelt, zal opnieuw een grootmacht zijn, maar dan groot op een manier zoals een moderne maatschappij groot is: in haar democratisch engagement, haar economie en haar interne orde en rust.
In het Rusland van vandaag ziet men Poetin als een man van grote talenten noch van grote tekortkomingen. Pjotr met de pet ziet hem als bescheiden, gedisciplineerd en eerlijk – een scherp contrast met het Jeltsin-tijdperk. Hij is de geknipte man voor een Rusland dat lak heeft aan de helden en de revolutionairen. Wat Rusland wil, zo blijkt uit een recente opiniepeiling, is een nieuwe Brezjnev, wiens leiderschap (1964-1982) aanvankelijk werd afgedaan als een “tijdperk van stagnatie” maar dat nu het “gouden tijdperk van stagnatie” wordt genoemd. Poetin kan vastberadenheid en flegma tentoonspreiden die stabiliteit uitstralen en een sterke staat garanderen, evenals een “gulden middenweg” tussen radicale hervormingen en een hardhandig beleid.
Lastdieren.
De Russen zitten echter ook met een geheime vrees. Die vrees betreft een man, een aangenaam en stil individu, die door de wandelgangen van het Kremlin stapt, iemand die zonder klagen heel wat moeilijke en onaangename taken op zich neemt (en ook volbrengt), terwijl hij veronachtzaamd wordt door anderen, die luidruchtig strijden om een hogere positie. De Russen weten dat die pretentieloze politieke lastdieren op een dag de bovenhand zullen halen, net zoals Stalin in de jaren twintig. Daarom moet Rusland, net zoals de geschiedenis, zijn oordeel over president Poetin nog even achterhouden.
Project Syndicate.
nina chroestjov
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier