Jeans zijn onverslijtbaar

Precies een jaar geleden zegde Levi’s zonder verwittiging het contract op met JNS Tex Works. De Poperingse jeanswasserij actief in een sowieso al aartsmoeilijke sector verloor in een klap 95 % van haar omzet. En toch heeft het bedrijf vandaag weer 71 personeelsleden in dienst…

Op 12 september 1996 kwam er een wel heel slecht bericht binnen op het faxtoestel van JNS Tex Works. Levi’s, dat het wassen van de jeans al zestien jaar toevertrouwde aan het bedrijf, zegde binnen het uur het contract op en beroofde meteen de onderneming uit Poperinge van 95 % van haar omzet. Die had nog net daarvoor verschillende miljoenen geïnvesteerd in de aankoop van nieuwe wasmachines en twee droogkasten om te kunnen beantwoorden aan de kwaliteitseisen van haar bijna enige klant. Met een uitvalpercentage (jeans die om de een of andere reden afgekeurd worden) van amper 0,06 % van het volume dat door Levi’s werd aangeleverd tijdens de maanden juli en augustus ’96, stond het bedrijf uitstekend geplaatst tussen de vele Europese contractanten van Levi’s, maar dat was duidelijk niet genoeg.

Er ging een zucht van paniek

doorheen de 123 werknemers van JNS Tex Works en hun baas, Lassaad B’Dioui, die spoorslags overkwam van Tunesië waar zijn familie een aantal confectie-ateliers heeft. Als oude klant van Tex Works, waar hij loten jeans die in Tunesië werden vervaardigd liet wassen en kleuren, kocht hij in november 1995 de West-Vlaamse onderneming op via JNS International, gevestigd in Menen. JNS exporteert afgewerkte stoffen en zet die vooral af in Frankrijk bij gespecialiseerde distributeurs.

Arbeidsduurvermindering

De fax die door de jeansmultinational naar Poperinge werd verstuurd, stond gelijk met een doodvonnis. Zonder verpinken verdeelt de multi voortdurend opnieuw de kaarten onder zijn onderaannemers en ook andere bedrijven hebben al de prijs van zijn kostenbesparingen moeten dragen : in Duitsland werden onlangs bijvoorbeeld nog de wasserijen Weiss en Alt afgedankt. In september 1996 vielen bij Tex Works de machines stil en werd het personeel technisch werkloos.

Op dit ogenblik

heeft Lassaad B’Dioui alweer 71 mensen in dienst en hoopt hij te kunnen genieten van de nieuwe wettelijke mogelijkheden om de arbeidsduur te verminderen tot 32 uur per week vanaf 1 oktober. Als herstructureringsbedrijf kan hij als het dossier wordt goedgekeurd genieten van een vermindering van de patronale bijdragen.

“Ik heb slechts twee mogelijkheden : pompen of verzuipen,” poneert Lassaad B’Dioui. In Tunesië zet hij twee productie-eenheden voor broeken op, 100 %-dochters van JNS Tex Works, en hij profiteert van zijn goede contacten met sommige Franse aankoopcentrales om te onderhandelen over nieuwe partnerships. Elke week gaan zo’n 12.500 stuks richting Poperinge om er gewassen, verpakt en naar het Noorden van Frankrijk verzonden te worden, vooral naar Kiabi en Camaïeu. Een uitbreiding van de eerste Tunesische fabriek moet in de lente van volgend jaar de capaciteit optrekken naar 18.000 stuks per week. In samenwerking met een Vlaamse boetiekketen brengt Lassaad B’Dioui tegelijk een dure jeans op de markt (onder het merk Rigs) die in prijs in niets moet onderdoen voor de befaamde Levi’s 501. Die pantalon wordt nu al twee jaar gecommercialiseerd en is goed voor 10.000 stuks per maand.

“De broeken die in Noord-Afrika gemaakt worden en in België afgewerkt, zijn op dit ogenblik 3 % goedkoper dan gelijksoortige producten die rechtstreeks ingevoerd worden uit Tunesië,” zegt Lassaad B’Dioui. Zijn rekening is eenvoudig : “Om een broek in Tunesië te maken, geef je 20 frank uit aan arbeidskosten. Maar de Europese confectiebedrijven die zich in Noord-Afrika hebben gevestigd, schrijven 65 frank in hun boeken en eigenen zich dus schaamteloos een marge van 45 frank toe. De arbeidsomstandigheden van de Tunesische vrouwen zijn erbarmelijk, maar de financiële toestand van degenen die tegen de laagste prijzen produceren is uitstekend ! Rekening houdend met de reële kostprijs van 20 frank, kan ik het prijsverschil tussen Tunesië en België compenseren op het vlak van de finishing, met daarbovenop nog een aantal troeven zoals nabijheid, flexibiliteit en kwaliteit.”

Diversificatie

JNS Tex Works slaagt erin het hoofd boven water te houden. Op 30 juni 1997 na een boekjaar van 18 maanden, waarvan zeven op non-actief afficheert de onderneming een nettowinst van 5,2 miljoen frank op een omzet van dicht bij de 200 miljoen. Hij ziet er dan wel cool en schalks uit, maar toch kan Lassaad B’Dioui uit de sloffen schieten : “De banken geloven niet in de confectiesector, de leveranciers zijn wantrouwig. Als er in dit land niemand opstaat om een aantal vooroordelen uit de wereld te helpen, gaat de verwerkende nijverheid helemaal verloren.” Voor de brutale wurggreep van vorige zomer, had de baas van JNS Tex Works een relatie aangeknoopt met de firma Wollux uit Moeskroen, gespecialiseerd in textielopdruk. Negen arbeidsters van JNS Tex Works werken op dit ogenblik aan de aanmaak van vlaggen die in Moeskroen werden bedrukt. Een tweede productielijn is in aanbouw. Een van de leden van de Leroo-familie, de eigenaars van Wollux, heeft zich onlangs in de Verenigde Staten gevestigd in een poging om de Amerikaanse markt te ontwikkelen, die nog niet erg openstaat voor het idee van vlaggen als reclamedragers. Beide ondernemingen hopen op die manier de productie de hoogte in te stuwen.

Eveneens met het oog op diversificatie is Lassaad B’Dioui in onderhandeling met de familiale aandeelhouders van een textielbedrijf in Poperinge. Als hij dat kan overnemen, zou hij een productie van schorten op gang kunnen brengen. Die zouden dan in Tunesië gefabriceerd worden en verpakt in België. In dat laatste land zou ook de productie voor bijbestellingen georganiseerd worden, want daarvoor is snelle levering vereist. De klanten waarop men mikt zijn : de Franse, Belgische of Nederlandse aankoopcentrales. Als de overname doorgaat, deint het personeelsbestand van JNS Tex Works met 25 eenheden uit. Door de arbeidsduur naar 32 uur per week terug te schroeven, gaat Lassaad B’Dioui ervan uit dat tegelijk het rendement en de motivatie zullen stijgen. “Niemand werkt gedurende 37,5 uur op volle toeren. Ik geef er dan ook de voorkeur aan dat mijn personeel tijdens die 5 uur en half van het leven geniet. Ik van mijn kant kan zo de technische werkloosheid verminderen, wat ook belangrijk is.” Kortom, iedereen wint erbij.

CHANTAL SAMSON

LASSAAD B’DIOUI (JNS TEX WORKS) Vanaf oktober werkt zijn personeel 32 uren per week, met of zonder hulp van de staat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content