Jean-Pierre De Bandt: de man zonder vijanden
Eén Rolodex volstaat niet voor het relationele geweld van Jean-Pierre De Bandt. In zijn adressenboekje prijkt de top van het Belgische zakenleven, de politiek en de cultuur. Advocaat De Bandt trok in het verweer tegen heel wat tegenstrevers. Maar vijanden heeft hij, op zijn manier, niet.
Wat bracht Luc Bertrand ( Ackermans & van Haaren), Karel Vinck ( NMBS), Jean-Pierre Hansen ( Tractebel), Anton van Rossum ( Fortis), Etienne Davignon ( SN Brussels Airlines), Paul De Meester ( Besix), minister van Staat Mark Eyskens ( CD&V) en Jacques van Ypersele de Strihou (kabinetschef van de koning) vorige week vrijdag bijeen in Bozar, het voormalige Paleis voor Schone Kunsten? De 70ste verjaardag van één man, Jean-Pierre De Bandt, stichter van Linklaters De Bandt, al vijftien jaar het grootste advocatenkantoor in België.
De Bandt bouwde zijn kantoor op uit het niets. Hoe? Uiteraard met juridisch topadvies. Maar ook met netwerken, doeltreffend netwerken. De Antwerpse bankierszoon had nochtans geen banden met de Brusselse haute finance, die bij de start van zijn kantoor nog het zakenleven domineerde. Het huwelijk met de Gentse Anne Van Houtte, waaruit vijf kinderen voortkwamen (één advocaat), zette de jonge jurist al een eind op weg. De band met de dochter van gewezen CVP-premier Jean Van Houtte (1952-1954) opende deuren in Franstalig België en christen-democratisch Vlaanderen. Ten huize De Bandt passeren heel wat prominenten de revue. “De aankoop van die villa in Tervuren was indertijd een slimme zakenzet,” weet een gewezen partner. “Op het moment van de aankoop kwam het water hem financieel tot aan de lippen, maar het gaf van bij de start stijl aan zijn persoonlijke ontmoetingen. Laat het een tip zijn voor ambitieuze starters.”
Het kantoornetwerk
Jean-Pierre De Bandt (Rechten en TEW aan de KU Leuven) begon aan de Antwerpse balie bij de maritimist Lionel Tricot. Toen hij als 29-jarige in 1963 naar het Amerikaanse Frank Boas Law Office overstapte, verdween de geleende toga van zijn oom in een verre uithoek van zijn kast. In die tijd waren erelonen voor advocaten in België onvoorspelbaar. Bij Boas raakte De Bandt wel vertrouwd met begrippen als billable hours, time sheets en profit per partner. Ook het management van de law firm gebeurde professioneler dan bij de klassieke cabinets d’affaires. Buitenlandse ondernemingen konden dat waarderen en klopten voor juridisch advies massaal aan bij Frank Boas, Baker & McKenzie en Cleary Gottlieb. Het bastion van ULB-advocaten had dan weer een bijna-monopolie in de Belgische zakenwereld.
Daaraan kwam een einde in 1969. De Bandt en Charles Dilley verlieten Boas en begonnen een eigen kantoor. De Amerikaan verdween in 1971. Met de integratie met het kantoor van Georges van Hecke en de vennootschapsspecialist Jean-Marie Nelissen Grade, startte in 1976 De Bandt, van Hecke & Lagae. De (inmiddels overleden) fiscalist Jean-Pierre Lagae stapte over van een topfunctie bij het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO).
In de loop der jaren kwamen ook Roel Nieuwdorp en Wilfried Goris over van Cleary Gottlieb. De gewezen Brusselse stafhouder Carl Bevernage (met stevige CVP-connecties) en Ivo Onkelinx verlieten Boas. Aan de Leuvense en de Luikse universiteiten vond De Bandt de jonge academici Walter Van Gerven (later advocaat-generaal bij het Europees Hof van Justitie) en Jacques Périlleux.
Een confrater:”Elk van de partners had het kantoor iets unieks te bieden: een netwerk in de politiek, een familiale of regionale connectie, knowhow op een specifiek rechtsdomein of een klantennetwerk. Vanaf de start koos Jean-Pierre zijn confraters in de advocatuur niet zozeer op basis van hun persoonlijkheid, maar op basis van hun meerwaarde.”
Nieuwdorp, Goris en Bevernage stapten in 2001 over naar Loyens (inmiddels Loyens & Loeff), omdat ze de integratie van het kantoor De Bandt in Linklaters niet zagen zitten. Advocaten die de deur achter zich sluiten bij De Bandt, doen dat zachtjes. De goede relatie blijft voortbestaan. We vinden nogal wat gewezen partners van De Bandt terug in het liber amicorum, dat vorige week in Bozar werd gepresenteerd. “Het lijkt hier wel een reünie van oudgedienden,” aldus een ex. “Zakelijkheid in relaties primeert bij Jean-Pierre De Bandt,” aldus een ex-partner. “Dat heeft zijn voordelen. In al die jaren op het kantoor is nooit één hard woord gevallen. Daar staat tegenover dat ik met Jean-Pierre nooit een persoonlijk gesprek heb gehad. Niemand trouwens. Hij geeft zich niet bloot. Een conversatie met hem betekent dat hij minzaam naar je luistert.” De Bandt zelf noemt het een bewuste, strategische keuze. “Kantoorvriendschappen verstoren de sfeer, want ze leiden tot kliekjes. Een maatschap is als een bearnaisesaus, die je bijzonder subtiel moet prepareren. Bij de minste verkeerde beweging valt hij uiteen.”
Vandaag is het trio Jean-Pierre Blumberg (managing partner), strafpleiter Johan Verbist en de financiële specialist François De Bauw de spil van het omgedoopte Linklaters De Bandt. De laatsten leverden geen bijdrage in het liber amicorum. ‘Amici’ vindt De Bandt buiten zijn kantoor.
Het juridische netwerk
Sinds De Bandt de fusie van zijn kabinet met dat van het Londense Linklaters niet wou of kon beletten, is hij geen vennoot meer en gaf hij het roer uit handen. Zijn kantoor aan de Brusselse Brederodestraat 13, achter het koninklijk paleis, blijft drukbezocht. De Bandt ziet geregeld ex-stafhouder Edouard Jakhian (van het kantoor Janson Baugniet), met wie hij als bestuurder zetelt in de Stichting Bernheim, die jonge kunstenaars ondersteunt. De andere gewezen stafhouder met wie hij graag keuvelt, is Jean-Pierre Fierens ( Stibbe). Die twee perfect tweetalige Vlamingen ontmoeten elkaar soms voor de lunch in de Warande of de Cercle Gaulois, waarvan hij trouwens een van de oudste leden is.
De Bandt ging naar het Antwerpse jezuïetencollege van ‘den Boulevard’, waar de bourgeoisie studeerde. Hij heeft ook een innige vriendschap met Pater Scheuer, de rector van de Facultés Notre-Dame de la Paix in Namen, met wie hij zetelt in een stichting die een van de mooiste bibliotheken van het land ( Moretus Plantin) beheert.
Hoewel gelovig is De Bandt wars van kapelletjes. Hij onderhoudt vriendschapsbanden met uitgesproken vrijzinnigen als André Faurès ( senior partner van het kantoor Coudert Brothers). Zijn passie voor opera deelt hij met confrater Roger Lallemand, ex-senator en het gewezen moreel geweten van de PS. Minister van Staat Willy Claes ( SP.A) leerde hij appreciëren bij de totstandkoming van de textielplannen in de jaren tachtig.
Prominent aanwezig op de receptie in Bozar was de Bergense advocaat-generaal Jean-Claude Leys, die ook een bijdrage schreef in het liber amicorum. Vennoot Onkelinx moest even slikken. Voordat Leys naar Bergen werd weggepromoveerd, was hij onderzoeksrechter en maakte hij het Onkelinx’ klant KBC knap lastig in het KB Lux-dossier. Onder de andere magistraten met wie hij graag contact opneemt, valt ook André Van Oudenhove, de procureur-generaal bij het hof van beroep in Brussel.
In het liber amicorum schitteren ook de namen van jaargenoten aan de KU Leuven: Jean du Jardin, procureur-generaal bij Cassatie, minister van Staat Mark Eyskens en gewezen Volksunie-politicus Roger Blanpain (professor Sociaal Recht aan de KU Leuven). Ook gewezen CVP-staatssecretaris Jos Dupré is een commilito.
Het Amerikaanse netwerk
Elke Amerikaanse ambassadeur krijgt in de villa in Tervuren een welkomstdiner aangeboden in aanwezigheid van Brusselse prominenten. Met sommigen ontstaat een levenslange vriendschap. De Bandt is bijvoorbeeld nog altijd in contact met Alan Blinken, een invloedrijk Democraat en ambassadeur van 1993 tot 1997 (en lid van de raad van bestuur van UCB). Het was Blinken zelf die heel het politieke establishment in Brussel, tot en met de premier, optrommelde om het statuut voor de coördinatie- en distributiecentra te verfijnen. Een statuut dat vooraf was uitgedokterd door het kantoor De Bandt, en later als zoete broodjes werd verkocht aan de cliënten.
De Bandt, die in 1959-1960 met een Fulbright-beurs in Harvard een Masters of Law behaalde, heeft vooral stevige banden met de Amerikaanse gemeenschap. Zijn voorliefde voor de VS blijkt ook uit zijn actieve betrokkenheid bij de AmCham, de Belgisch-Amerikaanse kamer van koophandel. Die wordt voorgezeten door zijn Amerikaanse vennoot Patrick Kelley.
Zelf draagt De Bandt ook zijn steentje bij als drijvende kracht achter bilaterale verenigingen, zoals de Fulbright Association, die de studies van jonge Belgische gediplomeerden in de VS financiert. Voorts is er de Harvard Club van België, met alumni als Jacques Moulaert (gewezen voorzitter van BBL), Daniel Janssen ( Solvay/UCB), Maurice Lippens (Fortis) en Leonard Schrank ( Swift).
Het businessnetwerk
Onder de professionele relaties van zakenadvocaat De Bandt bevinden zich uiteraard heel wat andere zakenmensen. Zijn adresboekje bevat de privé-nummers van Jean-Pierre de Launoit ( Axa-Royale Belge), Daniel Janssen (Solvay/UCB), Anton van Rossum (Fortis), Valère Croes (Fortis), Luc Bertrand (Ackermans & van Haaren), Manfred Loeb (Tractebel), Luc Willame ( Glaverbel), Karel Vinck (NMBS), Jan De Clerck ( Domo), Jan Coene ( Picanol), Paul De Meester (Besix) en Piet Van Waeyenberge ( De Eik).
In een aantal van de bedrijven van zijn cliënten is De Bandt medebestuurder. Met Jean-Luc Dehaene is hij bestuurder in Domo. Hij is voorzitter van Chocolaterie Guylian , waarin hij Johnny Thijs(De Post ) als bestuurder leerde kennen. Ook was hij bestuurder in Alcopa ( Moorkens) en Desso.
Sommigen van zijn bevriende ondernemers sponsorden indertijd de Coudenberg Groep, een denktank die een belgicistisch etiket meekreeg. Jean-Pierre De Bandt gaat er echter prat op dat hij met zijn kantoor de eerste Vlaamse law firm in Brussel uitbouwde. De advocaat beschouwt de Vlaamse ondernemers als een tegenmacht voor de klassieke Belgische elite. “Brussel is dus van kapitaal belang voor de uitbouw van de Vlaamse macht. Dat mogen we nooit verliezen,” aldus De Bandt. Hij ging ervan uit dat hij met de Coudenberg Groep kon werken aan de uitbouw van een modern België. En plots werden bij de installatie van de Groep de eerste rijen prominent bezet door PSC‘ers als Charles-Ferdinand Nothomb en andere unitair denkende politici. De Bandt: “Dat was even schrikken. Dat beeld van een unitaire club hebben we nooit kunnen veranderen.”
VLD-staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne (een vriend van dochter Astrid De Bandt) werd via de Coudenberg Groep, die De Bandt uiteindelijk ter ziele liet gaan, in de politiek gelanceerd.
Het kunstnetwerk
Op vraag van gewezen Trends-directeur Lode Claes kwam De Bandt trouwens terecht in de Filharmonische Vereniging, de organisatie die instaat voor de programmering in Bozar. Hij organiseerde een kleine revolutie binnen de Vereniging, die bij zijn aantreden een gesloten club van het Brusselse establishment was. De Bandt lag aan de basis van de aanwerving van de top van het gewezen PSK, met Paul Dujardin en diens adjunct Christian Renard.
Met de woorden “De Bandt, ecrivez moi un loi” vroeg minister Yvan Ylieff aan de advocaat om een nieuw statuut voor Bozar uit te werken, die van de oude parastatale instelling in 1999 een moderne NV maakte. Tot Bozar-voorzitter – zijn ultieme droom – kon hij het echter niet brengen. Daarvoor was en is Etienne Davignon (gesteund door de Waalse liberalen) nog een maat te groot en De Bandt, vreemd genoeg, onvoldoende politiek gemazeld. Hij moest voor een zitje in de raad van bestuur steun sprokkelen bij… het toenmalige Agalev.
De Bandt is nog actief voor zijn adoptiestad Brussel via de vzw Kunstberg, die elf culturele organisaties uit die wijk omvat. Voorts heeft hij een goede relatie met Bernard Foccroulle, de baas van de Munt. Een vriendschap die nog aangehaald wordt binnen de Stichting Euphonia, die ijvert voor de financiële ondersteuning van jonge musici. De Bandt schoof zijn zwager Jean-Charles Velge ( Bekaert) het voorzitterschap toe.
Uiteraard hebben de melomane zijsprongen van De Bandt vooral een artistieke reden. Het geeft ook een zeker alternatief cachet aan zijn persoon. Een confrater: “Elke relatie van Jean-Pierre staat in functie van zijn netwerk. En heel het netwerk staat in functie van Jean-Pierre. Het netwerk om het netwerk. Daar is trouwens niets fout mee. Iedereen weet dat. Hij doet dat met zoveel minzame charme dat men het aanvaardt.”
En inderdaad: Jean-Pierre De Bandt is erin geslaagd om in het wereldje van de achterklap bij uitstek – de advocatuur – eigenlijk geen vijanden te maken. Il faut le faire. Ridder Jean-Pierre De Bandt is de perfecte gentleman.
Hans Brockmans/TT
“Elke relatie van De Bandt staat in functie van zijn netwerk. En heel het netwerk staat in functie van De Bandt. Het netwerk om het netwerk.”
“In al die jaren dat ik op het kantoor werkte, is er nooit één hard woord gevallen. Tegelijk heb ik met hem ook nooit een persoonlijk gesprek gehad.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier