JEAN LUC DEHAENE. Wat ik doe, is niet wat ik denk

Jean-Luc Dehaene schreef een boek. De kontradikties met ‘s mans beleidsdaden zijn te flagrant. Intussen zorgt de Nationale Bank via goudverkoop voor een betwistbare monetaire financiering van de Schatkist.

Voor de derde keer in goed twintig jaar tijd schotelt de CVP de Belgische bevolking een figuur voor die zich met presidentiële allures doorheen ons woelig politiek landschap beweegt. Na Leo Tindemans en Wilfried Martens valt die eer nu Jean-Luc Dehaene te beurt. In zijn boek “Sleutels voor Morgen” profileert hij zich immers, voor zover dat nog hoefde, als de man die niet alleen de volgende regering van dit land wil leiden, maar er tevens van uitgaat dat het ook niet anders zal lopen.

Het sleutelplan dat Dehaene in dit boek naar voren brengt, roept gemengde gevoelens op. Enerzijds moet je totaal wereldvreemd zijn en/of een erg slecht karakter hebben om problemen te hebben met de hoofdkreten uit het boek. Wie wil er nu niet meer jobs, een properder milieu, een groter gevoel van veiligheid, een financierbare én rechtvaardige sociale zekerheid, enzovoort ? De volgende zin mag typerend heten : “Het beheer van het stelsel van sociale zekerheid zal verder moeten worden gemodernizeerd en het globaal beheer versterkt met efficiëntere managementtechnieken en een grotere automatizering, om zo de beheerskosten te drukken. “

Anderzijds groeit tijdens de lektuur van het boek een soort van weerzin. Waarom heeft Dehaene in al de jaren dat hij mee aan de macht zat, niet meer gerealizeerd van al die vrome intenties ? Erger nog, waarom heeft hij de voorbije jaren zo vaak dingen gedaan die kompleet haaks staan op wat hij nu verdedigt als heilzaam ?

GEEN SANERING.

Even abstraktie makend van de verkiezingen, viel de verschijning van het boek qua timing overigens niet direkt schitterend. In de dagen voordien hing het Amerikaanse weekblad Newsweek voor het oog van zijn miljoenen lezers over de hele wereld nog eens uitgebreid België’s vuile was buiten. Onder de titel “Rotting from within” schilderde Newsweek België af als het land bij uitstek van korruptie en politieke zedenverwildering. Voor de Newsweek-lezers staat België nu definitief op één lijn met Italië.

Nog onaangenamer voor Dehaene was de koele melding van het Internationaal Monetair Fonds in het gros van de Belgische media galmden nog de loftrompetten over Dehaenes boek dat België te weinig doet om zijn overheidsschuld naar beneden te krijgen. Nochtans tracht de uittredende premier vooral in het tweede hoofdstuk van zijn boek het begrotings- en schuldenbeleid van zijn ploeg als uiterst suksesvol af te schilderen. Dat men dit verhaal van de regering-Dehaene nu eens, conform de IMF-kommentaar, definitief neemt voor wat het is : een fabel.

Bijgaande grafiek geeft aan hoe over de periode 1990-94 zowel de inkomsten als de uitgaven van de federale overheid, en dit in inflatiegezuiverde termen, fors oplopen. Gemanipuleerde cijfers omwille van het gekozen basisjaar, horen we al roepen in de Wetstraat 16. Ten onrechte want een vergelijkbaar globaal beeld komt naar voren als men 1989 of 1991 als basisjaar neemt. Met de pensioenen, de gezondheidszorg en de bezoldigingen heeft men, volgens de klassifikatie van de Nationale Bank, de drie belangrijkste uitgavenkategorieën van de federale overheid, samen goed voor bijna 60 % van alle uitgaven exclusief rentelasten.

Hoe vat je de evolutie van de openbare financiën over de periode 1990-94 het best samen ? Het lopende tekort op de begroting bedroeg vorig jaar 5,4 % van het BBP, exact even groot als het deficit in 1990. De schuldratio (overheidsschuld in % van het BBP) liep over diezelfde vier jaar op van 130 % tot boven de 140 %. De recessie ? Daar is iets van, maar vergeet toch niet dat we alles bij elkaar in de periode 1990-94 een gemiddelde reële ekonomische groei konden noteren van 1,6 %.

Tussen 1990 en 1994 namen de overheidsinkomsten met 1,8 % van het BBP toe, net evenveel als de overheidsuitgaven inbegrepen de rentelasten. Zuivert men de uitgaven uit voor die rentelasten dan stegen ze met… 2,2 %. De konklusie is ondubbelzinnig : de uitgaven liepen niet echt uit de hand als gevolg van de gunstige rente-evolutie. Het kan zijn dat met de vorige regeringsploeg niet meer kon bereikt worden, maar dat zegt dan zeer veel over de regeerbekwaamheid van die ploeg.

DEHAENE VERSUS DEHAENE.

De tegenspraak tussen de denkbeelden van Jean-Luc Dehaene zoals verwoord in “Sleutels voor Morgen” en het door hem gevoerde beleid van de voorbije jaren, komt het meest flagrant tot uiting in het tema van de sociale lasten. Niet alleen was hij de man achter de deplafonnering van de bijdragen in het begin van de jaren tachtig, tevens werd het geheel van de sociale-zekerheidsbijdragen, vooraleer in 1994 lichtjes omgebogen te worden, tussen 1990 en 1993 opgedreven van 15,4 % van het BBP naar 16,2 %. Dat is een stijging met 58 miljard. “Er moet naar gestreefd worden om op termijn de patronale bijdrage drastisch te verlagen”, schrijft Dehaene nu (p. 63).

De regering-Dehaene heeft trouwens de belastingdruk op alle geledingen van de maatschappij verder opgedreven. Toch heeft de premier het nu voortdurend over de noodzaak van een gunstig klimaat voor ondernemers, iets waarin de fiskale druk een belangrijke rol speelt. “In een goed omgevingsklimaat leidt technologie tot een hogere ekonomische aktiviteit en werkgelegenheid” (p. 41). De relatieve prestaties van ons land inzake groei en tewerkstelling spreken hier boekdelen.

Inzake de pensioenen wil Dehaene wel “… maatregelen om de uitgavengroei in deze sektor af te remmen… ” (p. 93), maar tegelijkertijd zag hij er geen graten in dat zijn uittredend kabinet in een nogal doorzichtige elektorale krachttoer op de valreep overging tot een reële verhoging van een aantal pensioenen. Zoals blijkt uit bijgaande grafiek liepen de pensioenuitgaven ook zonder deze recente aanpassingen de jongste jaren al behoorlijk op.

Erg bizar wordt het verhaal van Dehaene wanneer hij het over de evolutie van de schuldratio heeft. “We kunnen deze daling nog bespoedigen door met de opbrengst van bepaalde eenmalige operaties zoals de privatizeringen, de schuld rechtstreeks te delgen”, zo lezen we op p. 102. Net de regering-Dehaene heeft bij de door haar doorgevoerde privatizeringen deze ortodoxe boekhoudregel aan haar laars gelapt en die opbrengsten misbruikt voor de artificiële opsmuk van het lopende deficit van het jaar waarin de transakties zich voordeden.

De absolute klapper in het boek vindt men op p. 101 : “Daarom is het wenselijk dat de EMU snel tot stand komt, zo mogelijk al in 1997. De rol van België is hierin cruciaal want zonder België geraakt men in 1997 niet aan het vereiste aantal landen om te kunnen starten. ” Vooral dit laatste werkte in financiële kringen enorm op de lachspieren : het Verdrag van Maastricht voorziet dat om in 1997 te kunnen starten met de Europese Monetaire Unie een meerderheid van de EU-lidstaten aan de normen moet voldoen. Punt. “Dat de Belgen zich gelukkig prijzen dat het feest in 1997 niet doorgaat want het zou zonder hen geweest zijn”, stelt een buitenlands bankier.

JOHAN VAN OVERTVELDT

JEAN-LUC DEHAENE Sociale lasten tussen 1990 en ’93 met 58 miljard gestegen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content