‘JE MOET VRAAG EN AANBOD AANPAKKEN’
Als het over kansarmoede en criminaliteit in Brussel gaat, mijdt Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, emotioneel getinte argumenten en begrippen. “Vaak krijg ik te horen dat ik te vergoelijkend reageer; en als ik het over schoolachterstand heb, zegt men mij dat het aan hun cultuur en attitude ligt. Ik pleit voor meer ratio in het debat, gebaseerd op feiten.” De Witte zet ze op een rij:
Feit 1: Onderzoek van socioloog Albert Martens over discriminatie op de arbeidsmarkt in Brussel toont een sterke correlatie tussen etnische afkomst en een reeks indicatoren op de arbeidsmarkt. Daaruit blijkt dat personen van vreemde origine tot vijf keer meer afgewezen worden, zelfs met universitaire diploma’s en ondanks hun meertaligheid.
Feit 2: In zijn jaarverslag “Welzijnsbarometer 2010” noteert het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn in Brussel, een verslechtering van de meeste armoede-indicatoren voor het Brusselse Gewest. De werkloosheidsgraad is tweemaal zo hoog als in de rest van het land. “Iets meer dan een derde van alle Brusselse kinderen groeit op in een huishouden zonder inkomen uit arbeid. De schoolachterstand en het lage opleidingsniveau van een belangrijk deel van de jonge Brusselaars is bijzonder onrustwekkend.”
Feit 3: Volgens socioloog Jan Hertogen is in Brussel 67,9 procent van buitenlandse afkomst. In gemeenten als Sint-Joost-ten-Node, Sint-Gillis en Elsene is dat respectievelijk 96, 91 en 86 procent.
Feit 4: De meeste studies tonen aan dat er een correlatie is tussen criminaliteit en etnische origine, maar een correlatie is geen oorzakelijk verband.
Meten is weten. Volgens Jozef De Witte steunt het beleid al te veel op goede intenties in plaats van op instrumenten die de reële impact meten van beleidsbeslissingen. Daarom sleutelt het Centrum zelf aan een model om de etnisch-culturele minderheden in kaart te brengen. “Koninklijk Commissaris voor het migrantenbeleid Paula D’Hondt wees 25 jaar geleden al de pijnpunten aan: alles draait rond ‘Wonen-Weten-Werken’. Dat zijn essentiële gebieden van het maatschappelijke leven, pas daarna kun je ze uitbreiden naar cultuurbeleving, religie, sport en zo meer.”
In Brussel, dat een lappendeken is van etnische minderheden, beschikken beleidsmakers niet over specifieke indicatoren over die groepen. “Nochtans zijn de 3 W’s nog altijd pijnpunten en uit genoemde en andere rapporten blijkt dat de toestand verontrustend is.”
De Vlaamse en de Franstalige gemeenschap geraken het niet eens over een gemeenschappelijke aanpak van het Brusselse onderwijsvraagstuk. Ook het huisvestingsprobleem baart kopzorgen door de bevolkingsexplosie en hoge vastgoedprijzen.
Het Centrum focust zijn model eerst op het in kaart brengen van de participatie van etnische minderheden op de arbeidsmarkt. “Er bestaan allerlei data over geslacht en leeftijdscategorie, maar niet over etnische afkomst. We meten geen huidskleur, we beperken ons tot de huidige en oorspronkelijke nationaliteit van individuen en hun ouders uit het Rijksregister, maar zonder mogelijkheid tot daadwerkelijke identificatie. Het hele project is volstrekt anoniem en neutraal.”
De Witte pleit voor een coherent migrantenbeleid op basis van zulke meetinstrumenten. “Een inburgeringbeleid is geen migratiebeleid. Uiteraard moeten criminelen gestraft worden, illegalen het land uit. Maar er zijn altijd twee kanten aan het verhaal. Je moet vraag en aanbod aanpakken”, benadrukt hij.
De Witte geeft voorbeelden van een mismatch tussen vraag en aanbod: bouwondernemers die illegalen inzetten voor de renovatie van het Justitiepaleis; Bulgaarse truckers die hier aan de slag kunnen voor drie euro per uur. “Als je ziet dat op de werkvloer seksisme nog bestaat omdat vrouwen zwanger kunnen worden; dat vijftigplussers de deur uit moeten; kom dan niet vertellen dat discriminatie van vreemdelingen met diploma’s en perfecte talenkennis een kwestie is van hun attitude of cultuur. De vraag is: hoe ga je de scheeftrekkingen aan beide kanten aanpakken? Geef jongeren een schop onder hun kont om aan het werk te gaan, maar zorg er eerst voor dat je voldoende werkgelegenheid schept.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier