De familiale keukenproducent Mape fabriceert en installeert zo’n duizend maatkeukens per jaar. Het bedrijf met twee vestigingen in Oost-Vlaanderen kijkt uit naar een derde locatie op de as Brussel-Antwerpen om te groeien op de zakelijke projectmarkt.
Mede dankzij de populaire kookprogramma’s op tv blijven Belgen investeren in nieuwe keukens. Koken is trendy en veel keukens krijgen een upgrade tot een stijlvolle, goed uitgeruste leefruimte die mag gezien worden. En dat mag wat kosten.
“Die kookprogramma’s zetten zelfs de mannen aan om te koken”, lacht Peter Van Buggenhout (72), medeoprichter van de Oost-Vlaamse keukenfabrikant Mape. De wortels van het familiebedrijf gaan terug tot in 1947 toen grootvader Marcel Van Buggenhout een meubelatelier en schrijnwerkerij oprichtte in het Oost-Vlaamse Aaigem. Twintig jaar later zetten zijn zonen Marc en Peter de zaak voort onder de naam Mape, een combinatie van hun beide voornamen. In 1999 stapte hun oom Marc uit de zaak. Vandaag wordt Mape geleid door Sandrine (46) en Philip Van Buggenhout (39), kleindochter en -zoon van de oprichter.
Het hart van het keukenbedrijf is de fabriek en de aanpalende toonzaal in Erpe-Mere. Sinds 2010 heeft Mape een tweede showroom in Knesselare. Het familiebedrijf heeft 45 mensen in dienst en boekt een omzet van 7,5 miljoen euro. “Ons grote voordeel is dat we de keukens zelf produceren, tot en met de eindafwerking”, zegt Philip Van Buggenhout. “We hebben een flexibel productieapparaat waarmee we kort op de bal kunnen spelen en maatwerk afleveren. We produceren en installeren zo’n duizend keukens per jaar.” 60 procent van de omzet komt van de projectmarkt, 15 procent van particulieren. Op vraag van de klanten verruimt Mape ook zijn aanbod. De productie van badkamermeubels en complete interieurprojecten is al goed voor een kwart van de business. “Klanten willen dezelfde afwerkingsgraad overal in hun woning doortrekken”, stelt Sandrine Van Buggenhout.
We willen alles zelf onder controle houden, in eigen beheer
Automatisering is een must
Marketeer Philip Van Buggenhout staat in voor de verkoop en de productie. Zijn zus Sandrine, een econome, is verantwoordelijk voor de aankoop en de planning. Als er machines moeten worden aangekocht, wordt nog altijd de raad van vader Peter ingewonnen. De jongste jaren investeerde de familie bijna een miljoen euro in automatische machines. “Automatisering is een must”, stelt Philip. “We hebben onder andere een automatische zaag gekocht om het productieproces te versnellen. Wij geven ‘s avonds in wat er aan plaatmateriaal moet worden gezaagd. De platen worden ‘s nachts uit het magazijn gehaald door een robot en automatisch gezaagd. ‘s Morgens kunnen onze mensen meteen aan de slag.”
Mape mikt met zijn maatkeukens op het betere middensegment. Met de keuze voor de boomende projectmarkt lijkt de familiale kmo goed stand te houden in een zeer competitieve markt. “De concurrentie houdt ons scherp”, stelt Sandrine Van Buggenhout. Een recent project is Riva aan de Akenkaai bij Tour & Taxis in Brussel. “Het is een woonproject van Extensa, de groep van Ackermans & van Haaren, goed voor 2000 wooneenheden die in een tijdspanne van zeven jaar gebouwd worden. We zijn nu gestart met de eerste 139 appartementen”, zegt Philip Van Buggenhout.
De zakelijke projecten waar Mape op mikt zijn vrij gevarieerd. “We doen ook kleinschalige projecten. Een bakker of een beenhouwer die zes appartementen bouwt, dat is ook een project. Zo zijn we in die markt begonnen”, vertelt Sandrine. “We kunnen met onze productie veel aan. Zo hebben we het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent ingericht. We hebben echt een cocktail van klanten, we doen ook serviceflats en rusthuizen bijvoorbeeld.” Projecten betekenen volume, maar zorgen ook voor prijsdruk. “Je moet soms wat meer marge afgeven aan de aannemer omdat er altijd spelers zijn die met kortingen gooien. Maar op een bepaald moment stopt het”, zegt Sandrine.
Blinde vlek
Broer en zus Van Buggenhout hebben niet de ambitie heel snel te groeien naar honderd werknemers. Ze hebben geen behoefte aan overnames en gaan voor een geleidelijke, organische groei. “We willen alles zelf onder controle houden, in eigen beheer. Dat is onze sterkte”, vertelt Sandrine. “Je moet groeien om gezond te blijven, stilstaan is achteruitgaan”, zegt Philip. “Maar een plant die te snel groeit, heeft geen sterke stengel, die waait om”, waarschuwt Peter.
Om de projectmarkt op de as Brussel-Antwerpen beter te bedienen kijken de zaakvoerders uit naar een locatie voor een derde toonzaal. “Voor de projectbouw gaat ons marktpotentieel tot een straal van 70 à 80 kilometer rond onze vestigingen. Tussen Antwerpen en Brussel hebben we een blinde vlek”, zegt Philip. “We hebben al zaken verloren omdat de toonzaal in Erpe-Mere voor klanten uit Antwerpen en Limburg te ver is”, verduidelijkt Sandrine.
Belgische fabrikanten produceren voor thuismarkt
De Belgische markt wordt geschat op 120.000 tot 160.000 nieuwe keukens per jaar. Het merendeel wordt verkocht door de grote ketens (Ikea, Ixina, Eggo, Kvik, Krëfel, DSM, enzovoort) die werken met ingevoerde meubelen en grootschalige marketingcampagnes. Ook de elektroketen Vanden Borre stapt in de competitieve markt. “De meeste van die keukens komen uit Duitsland, waar enkele megafabrieken staan”, zegt Filip De Jaeger van de sectorfederatie Fedustria. De grootste Belgische producent is het West-Vlaamse Dovy Keukens van de familie Muylle, goed voor 4000 maatkeukens per jaar. Dovy heeft 25 winkels in ons land en draaide vorig jaar een omzet van 67 miljoen euro. Samen boeken de Belgische fabrikanten een omzet van ongeveer 400 miljoen euro. Volgens Fedustria zijn er zo’n 400 bedrijven actief in de sector, voornamelijk kmo’s. 2016 was een topjaar voor de sector met een omzet van 413,7 miljoen euro. De Belgische fabrikanten produceren vooral voor de thuismarkt; de export was in 2017 goed voor 9,2 miljoen euro of 2,3 procent van de omzet. De sector investeerde bijna 20 miljoen euro in 2017.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier