JAREK OLESZCZUK (41): ‘IK ZORG ERVOOR DAT DE KOFFIEMACHINE WERKT’

De Poolse polyglot Jarek Oleszczuk leidt een jaar de Belgisch-Luxemburgse tak van het biofarmabedrijf AbbVie. Na zijn studies biologie, geneeskunde en economie in Canada, Polen en de Verenigde Staten werkte Oleszczuk vijf jaar als consultant bij McKinsey, voor hij algemeen directeur van Abbott in Polen werd. “Ik vermeld altijd mijn McKinsey-jaren, die me hebben gevormd. Het is echt de moeite als je jong bent, geen gezin hebt en 23 uur per dag wilt werken”, lacht Oleszczuk. Toen AbbVie in 2013 van Abbott werd afgesplitst als specialist in innovatieve geneesmiddelen, richtte Oleszczuk AbbVie Polen op. Dat hij minder dan twee jaar later richting België zou trekken, was een verrassing. “Maar een aangename verrassing. Professioneel en voor mijn familie was het een heel goed jaar.”

Kreeg u een handleiding voor u naar België kwam?

JAREK OLESZCZUK. “Ja. Ik kwam niet helemaal geblinddoekt. Ik wist dat er zeven ministers voor gezondheid zijn. En later vorm je je eigen opinie.”

En die is?

OLESZCZUK. “Dit land heeft een geweldig gezondheidssysteem, voor de patiënt. Ik was positief verrast door de openheid van de overheid tijdens de discussies over het toekomstpact voor de farmasector. Zo’n engagement had ik nog nergens gezien. Ook voor een farmabedrijf is het hier niet slecht. Maar een van de grotere issues is de toegang tot innovatie. Een nieuw medicijn — zoals onze baanbrekende behandeling tegen hepatitis C — wil je zo snel mogelijk aan zo veel mogelijk patiënten geven. In België kan dat niet, want het proces van de terugbetaling duurt twaalf maanden. Dat was een negatieve verrassing. Zelfs vandaag hebben niet alle patiënten toegang tot die behandeling.”

Hoe ziet u uw toekomst in België?

OLESZCZUK. “Ik wil hier zeker vijf jaar blijven. Minder dan vier jaar is niet zinvol. Je transformeert een bedrijf niet in maanden. Je begint pas bij te dragen vanaf het tweede of het derde jaar. Ik studeer Nederlands. Als ik hier maar twee jaar zou blijven, zou ik die inspanning niet doen.”

AbbVie heeft die transformatie nodig?

OLESZCZUK. “Ja. We hebben wel de erfenis van 125 jaar bij het moederbedrijf Abbott, maar AbbVie is als organisatie nog heel jong. We voelen de groeipijnen nog.”

U managet 170 mensen.

OLESZCZUK. “Mijn rol is niet die mensen te zeggen wat ze moeten doen. Mijn rol is simpel: ervoor zorgen dat de koffiemachine werkt (lacht) en de medewerkers inspireren, hen uitleggen wat het betekent op de maan te mikken en soms te missen. Er is de uitdaging om de kwartaalcijfers te verzoenen met innovatie en risico’s. We moeten het gevoel hebben dat het oké is berekende risico’s te nemen.”

Wat doet u in uw vrije tijd?

OLESZCZUK. “Ik heb naast een elfjarige dochter ook een zoon van anderhalf die me flink bezighoudt. Als hij slaapt, ga ik joggen. Ik ben daarmee gestart om het gewicht te verliezen dat ik in de eerste drie maanden in België had opgestapeld door het bier en de chocolade (lacht). Ook al omdat mijn vader op de leeftijd die ik nu heb, zijn eerste hartaanval heeft gekregen. Intussen is lopen een fascinatie geworden. In oktober liep ik al de halve marathon van Brussel.”

BE.L.

“België heeft een geweldig gezondheidssysteem. Het kent zijn gelijke niet in Europa”