Jack Ma versus Elon Musk
We schrijven 2030. Techneuten patenteren de ultrabatterij, die extreme prestaties combineert met grote duurzaamheid en automatisch bijladen. Ze kan de mobiliteit en de elektriciteitsvoorziening heruitvinden. Autoproducenten, batterijmakers en nutsbedrijven staan in de vuurlinie. Nu nog topondernemer worden en de markt veroveren.
Waar zal dat soort transformaties plaatsvinden? Wellicht niet in China. Dat leert ons Jack Ma, de stichter van Alibaba, het icoon van ondernemend China en de rijkste aller Chinezen. Ma wilde met de Ant-groep betalingen, consumentenkredieten, verzekeringen en beleggingen digitaal integreren. Dat was zonder de Communistische Partij en haar staatsbanken gerekend. Die willen de financiële touwtjes in handen houden. Een beursgang werd te elfder ure tegengehouden, de Chinese overheid zal Ant uitkleden en Ma is al sinds oktober spoorloos.
Het lijden van Jack Ma contrasteert met de triomf van Elon Musk. De man die eigenhandig de hele auto-industrie te lijf ging, surft met Tesla richting de stratosfeer op de verwachting dat zijn batterijen een nieuwe ruggengraat voor de hele economie worden. De toekomst moet uitwijzen of Tesla een bubbel is. Maar de moraal van het voorlopige succesverhaal is dat disruptieve sprongen voorwaarts beter gedijen in een kapitalistische dan in een communistische context.
Dat is een belangrijke les, nu een getormenteerd Amerika afgaat en China nog voor het einde van het decennium de grootste economie op de planeet wordt. Het Chinese succes is er vooral een van overheidsplanning en politieke controle. De Chinese partij wil nieuwe infrastructuur, een moderne industrie, een consumerende bevolking en digitaal leiderschap. Dus kunnen ondernemers als Ma rekenen op gunstige regels, investeringsgeld, toegang tot 1,4 miljard consumenten en de afscherming van buitenlandse concurrentie. Maar in een autoritair regime is ondernemen ondergeschikt aan de wil van de politieke machthebbers. Elk bedrijf in China moet de agenda van de Partij dienen. Als een bedrijf die bedreigt, is het buigen of barsten, zelfs met gevaar voor lijf en leden. De Chinese communisten hebben een goed trackrecord in het plannen van economische ontwikkeling. Maar er komt een punt waarop de voorzienigheid van de grootste planner botst op de innovatiekracht van de ondernemer. Dat punt heet Jack Ma.
Disruptieve sprongen voorwaarts gedijen beter in een kapitalistische dan in een communistische context.
Economische vernieuwing is overal en altijd een strijd tegen gevestigde belangen. In die strijd is het democratische kapitalisme superieur. Bestaande belangen zijn er niet noodzakelijk politieke belangen. Het terrein van de markt en de democratie biedt meer ruimte voor experimenteren, voor variatie en diversiteit. Dat is de kweekvijver waarin uiteindelijk de meeste innovatie gebeurt en de beste innovatie wint. Dat mag ons vertrouwen geven.
Het mag ons niet zelfgenoegzaam maken. Ook wij moeten het evenwicht tussen bedrijf, markt en overheid heruitvinden. De regulering van de digitale economie is ook bij ons aan de orde. Al te vaak faalt Europa in het faciliteren van Europese doorbraken. Ons vermogen tot groot ondernemerschap is tanend. Van de honderd meest succesvolle bedrijven in 2020, gerangschikt door de Financial Times, komen er twaalf uit Europa, tegenover dertig uit de Verenigde Staten en zesendertig uit China. Uiteraard domineren de technologiebedrijven. Uiteraard komt België niet in de lijst voor, in tegenstelling tot Scandinavië en Nederland.
China is meer dan een tegenstander. Het is ook een handelspartner en een afzetmarkt die in toenemende mate het economische mooie weer maakt. Kunnen we onze waarden, ons ondernemerschap en concurrentievermogen handhaven en tegelijk via handel bijdragen aan de Chinese opmars? Dan is de existentiële vraag van de 21ste eeuw.
De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera.@devosmarc
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier