Italië waarschuwt voor ‘ernstige crisis’ in Europa: wordt het verbod op de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor nog uitgesteld?

Vakbondsleden protesteren tijdens het overleg over de besparingen bij Volkswagen in Duitsland. © RONNY HARTMANN/AFP via Getty Images
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur bij Trends

De Italiaanse minister van Industrie Adolfo Urso heeft aangegeven dat het verbod van de Europese Unie op de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren na 2035 een “ernstige crisis” heeft veroorzaakt voor de Europese autofabrikanten. Dat beleid moet dringend worden herzien en aangepast, vindt hij. Maar een herziening staat normaal pas in 2026 gepland. De vraag is of Commissievoorzitter Von der Leyen een versnelling hoger schakelt.

Er staan honderdduizenden banen in de Europese auto-industrie op het spel, tenzij Brussel zijn ambitieuze milieudoelstellingen voor de sector versoepelt. Dat is de boodschap die de Italiaanse minister van Industrie Adolfo Urso geeft in een gesprek met FT. Adolfo Urso is lid van de radicaal-rechtse Fratelli d’Italia-partij van de Italiaanse premier Giorgia Meloni. “Het plan van de Green Deal heeft al zijn tegenstrijdigheden aangetoond door de ineenstorting van de Europese markt voor elektrische voertuigen en de ernstige crisis van de Europese autofabrikanten”, aldus de Italiaan. “De cijfers spreken voor zich. Het is nu al duidelijk dat dit plan niet houdbaar is.”

Urso wil deze week tijdens belangrijke vergaderingen in Brussel aandringen op een spoedige herziening van de emissieregels en het verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2035. Hij vindt dat dit verbod moet worden uitgesteld en versoepeld, zodat ook andere vormen van schone technologie, zoals voertuigen op biobrandstoffen of synthetische brandstoffen, op de markt kunnen blijven. Italië komt met die oproep te midden van groeiende bezorgdheid in de Europese lidstaten en waarschuwingen van fabrikanten dat de Europese auto-industrie — die al onder druk staat door de import van goedkope Chinese elektrische voertuigen — drastisch zou kunnen krimpen wanneer het verkoopverbod voor nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren van kracht wordt.

Duitse en Italiaanse auto-industrie

Woensdag zijn bij de Duitse autobouwer Volkswagen onderhandelingen gestart over omvangrijke kostenbesparingen in het thuisland. Centraal in de gesprekken staat de mogelijkheid dat Duitse vestigingen gesloten worden, wat een primeur zou zijn in de geschiedenis van de autobouwer. De voorbije weken spraken media en analisten van 15.000 tot 30.000 banen die op het spel zouden staan, en tot drie vestigingen die gesloten zouden kunnen worden. Het merk Volkswagen heeft tien vestigingen in Duitsland. De fabriek in Wolfsburg is de grootste, waar zowat 62.000 mensen werken. In totaal stelt VW zo’n 130.000 mensen tewerk in zijn thuisland. In België hangt het lot van 3.000 werknemers aan een zijden draadje. De fabriek zal op korte termijn hervormd of verkocht moeten worden, anders belanden de werknemers op straat.

De problemen zijn ook in het thuisland van Adolfo Urso en Giorgia Meloni voelbaar. De grootste autofabrikant van Italië, Stellantis, heeft de autoproductie in zijn historische fabriek in Turijn een maand lang stilgelegd, tot halverwege oktober, vanwege de zwakke vraag naar de elektrische versie van de Fiat 500, die 30.000 euro kost, vergeleken met 17.700 euro voor de hybride versie. De autoproductie in Italië daalde in de eerste zeven maanden van dit jaar met meer dan een derde in vergelijking met dezelfde periode in 2023, volgens de Nationale Vereniging van de Italiaanse Auto-industrie.

Opvallend is dat de verkoop van hybride voertuigen steeg met 16 procent in Italië van januari tot augustus, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, terwijl de verkoop van elektrische voertuigen met 12 procent daalde. In heel Europa is die trend nog zichtbaarder in de laatste maanden. In augustus kelderde de verkoop van volledig elektrische auto’s, blijkt uit cijfers van de Europese autoconstructeurskoepel ACEA. Vorige maand waren er 92.627 registraties voor nieuwe batterijwagens op het continent. Dat is bijna 44 procent minder dan in augustus vorig jaar, toen het om 165.204 wagens ging.

Chinese afhankelijkheid

Adolfo Urso verklaart dat elektrische voertuigen “te duur zijn in verhouding tot de inkomens van Europeanen en Italianen” en waarschuwde dat Europa door zijn overhaaste overstap naar elektrische voertuigen — zonder eerst zijn eigen toeleveringsketens te ontwikkelen — te afhankelijk kan worden van China. “Het risico is dat we overstappen van afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen naar afhankelijkheid van kritieke grondstoffen die afkomstig zijn uit, geproduceerd of verwerkt worden in China,” aldus Urso. Europa moet rekening houden met de “strategische autonomie” van zijn productieve capaciteit voor het geval er nog een oorlog of pandemie uitbreekt, voegt hij eraan toe.

‘Het is te eenvoudig om te zeggen: “De batterijen komen uit China, maar wij bouwen de auto’s wel nog altijd in Europa.” De batterij is goed voor 40 procent van de kosten van de auto’

Rudy Aernoudt, professor corporate finance UGent

Eerder was ook professor Rudy Aernoudt (UGent) bij Trends al kritisch over het verbod op de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor. Hij is gespecialiseerd in corporate finance en Europees ondernemingsbeleid. Aernoudt wijst erop: “We mogen het strategische belang van batterijen niet onderschatten. Het is te eenvoudig om te zeggen: ‘De batterijen komen uit China, maar wij bouwen de auto’s wel nog altijd in Europa.’ Dat is ten eerste buiten de nieuwe automerken gerekend, en ten tweede is de batterij goed voor 40 procent van de kosten van de auto. Batterijen hebben bovendien tal van andere toepassingen in onze geëlektrificeerde toekomst. Kijk bijvoorbeeld naar zonnepanelen en windturbines.”

Aernoudt was eerder ook niet te spreken over de Vlaamse subsidie, die in een premie tot 5.000 euro voorziet bij de aankoop van een elektrische auto. Ook in andere Europese landen, waaronder Duitsland, waren al vergelijkbare premies van kracht. “Wat de Vlaamse regering niet ziet, is dat we de Chinese industrie subsidiëren. Kijk daarentegen naar de Amerikaanse Inflation Reduction Act. Die voorziet in premies voor de aankoop van elektrische auto’s, maar die gelden alleen voor een specifieke lijst van automodellen. Op die lijst vind je alleen Amerikaanse auto’s en Europese auto’s die Amerikaanse technologie bevatten. Dat kan als protectionistisch worden gezien, maar ik noem het een spel spelen met gelijke regels.”

Komt er een herziening?

Adolfo Urso verwacht dat Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het initiatief zal nemen om de ambitie voor de overstap naar elektrische wagens te vertragen. In principe staat pas in 2026 een herziening van het verbod op nieuwe verbrandingsmotoren gepland, maar gezien de economische gevolgen voor de auto-industrie, is sneller schakelen de evidentie, volgens de Italiaan. Als de Commissie vasthoudt aan het verbod op verbrandingsmotoren in 2035, zal ze aanzienlijke financiële middelen moet vrijmaken om de transitie te versnellen, klinkt het.

‘Het thema van de concurrentiekracht van onze industrie zal niet zomaar weggaan’

Marc De Vos, professor UGent

Professor Marc De Vos, expert in Europese politiek, denkt niet dat Europa het geweer nog van schouder zal veranderen. “De Green Deal is een prioriteit voor de Europese Commissie en dat verbod op de verkoop van auto’s met verbrandingsmotoren is een belangrijk punt op de agenda. Dat heeft Europa heel duidelijk gemaakt. Maar het valt ook niet uit te sluiten dat het beleid opnieuw ter discussie staat. Er kan een soort noodsituatie ontstaan naar aanleiding van nieuws over het aantal ontslagen bij Volkswagen bijvoorbeeld.”

De Vos verwacht dat het betoog uit Italië alleen niet genoeg is om het beleid van de Europese Commissie te veranderen. “Italië is sowieso een land dat erg kritisch staat tegenover het beleid van de Europese Commissie. Een belangrijke factor is dat de Duitse regering van Olaf Scholz zich voorlopig niet verzet tegen het verbod op auto’s met een verbrandingsmotor. Maar ook dat kan nog op korte termijn veranderen in de aanloop naar de Duitse verkiezingen van volgend jaar.”

‘Dit gaat niet zomaar weg’

Als er geen actie wordt ondernomen, waarschuwt Adolfo Urso voor onrust, vergelijkbaar met de recente protesten van Europese boeren tegen de Green Deal. “Iedereen is zich ervan bewust dat als we niet snel handelen, we binnen een paar maanden niet alleen boeren met hun tractoren zullen zien in Brussel, Straatsburg en andere Europese hoofdsteden, maar ook werknemers,” zei Urso. “We beginnen die sfeer al in heel Europa te voelen.”

Ook Marc De Vos acht het plausibel dat andere delen van de Europese Green Deal opnieuw onder de loep worden genomen. “De ETS, de belasting die de industrie betaalt op de uitstoot van CO2, wordt in 2026 verhoogd en daarna nog verder stapsgewijs. Er klinken steeds meer kritische stemmen die dat in vraag stellen. Duitsland bijvoorbeeld, heeft Europa onlangs een steunpakket gevraagd van liefst 1.400 miljard euro om zijn industrie weer competitief te maken. Met andere woorden, het thema van de concurrentiekracht van onze industrie zal niet zomaar verdwijnen,” voorspelt De Vos.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content