Italië is prettig op drift

Italië heeft geen idee waar het naartoe wil. Een diensteneconomie, een paradijs voor toeristen, een hightechdraaischijf, een industriële grootmacht? Niemand weet het.

U zou Italië kunnen beschouwen als een luxecruiseschip: het kan in 2007 ergens aanmeren voor herstellingen of gewoon doorvaren naar de volgende haven, maar niemand aan boord maakt er zich zorgen over waar dat dan wel zal zijn. In 2006 werden een aantal zaken geregeld. Italië verkoos een nieuwe centrumlinkse regering onder leiding van Romano Prodi, Giorgio Napolitano werd de nieuwe president en de oude grondwet werd behouden, nadat een stuntelige manier om ze te hervormen in een referendum werd afgeschoten.

Het land beleefde ook een onsmakelijk voetbalschandaal, dat het nationale elftal meteen naar de overwinning in de Wereldbeker in Duitsland katapulteerde (de azzurri, net als alle andere Italianen, bloeien op in noodsituaties). De tijd zou nu ideaal moeten zijn om vooruitgang te boeken, maar alle tekens wijzen erop hoe moeilijk dat zal zijn.

In 2007 zal Italië beseffen dat het geld opgeraakt en het zal die toestand aanvaarden. Niet dat het land nu plots arm geworden is, het is eerder het eindpunt van een geleidelijk proces. In het begin van de jaren vijftig bedroeg het per capita inkomen de helft van dat van de VS, in het begin van de jaren negentig was dat 80 % geworden, maar nu is het teruggevallen op twee derde, het niveau van het midden van de jaren zestig.

De meeste geldmiddelen gaan naar de pensioenen van Europa’s langstlevende en snelst verouderende bevolking, en naar lonen. De ambtenarij, het toerisme, de universiteiten, de rechtspraak en de plaatselijke besturen zijn allemaal gebieden (en er zijn er nog een pak meer) waar de loonbriefjes een groot deel van het beschikbare geld opslorpen, waardoor er weinig ruimte blijft voor de financiering van investeringen, ontwikkeling en onderzoek.

Misdaad neemt toe

Uiteraard zullen golven het trage, knusse cruiseschip belagen. De allochtone bevolking van Italië zal het niveau van andere Europese landen bereiken (5 %) en dat zal gevolgen hebben. De discussie over staatsburgerschap en stemrecht zal intenser worden, net als het debat over de illegale immigratie, die nochtans de broodnodige huishoudhulp en werkkrachten in de landbouw aandraagt. De misdaad zal toenemen en sommige politieke partijen zullen daar munt trachten uit te slaan.

De regering zal niet vallen, ondanks haar nipte meerderheid in de senaat. De regerende centrumlinkse coalitie is verdeeld over een hele reeks kwesties (van stamcelonderzoek tot de hervorming van de pensioenen en het buitenlandse beleid) en ze weet wel dat het beter is om voorlopig een algemene verkiezing te vermijden. Dan valt er meer verandering te verwachten bij de centrumrechtse coalitie, waarin sommige aanvoerders – Pier Casini van de Christendemocratische Unie (UDC) en Gianfranco Fini van de Nationale Alliantie – onrustig zullen worden en zullen trachten los te breken van de leider van de coalitie, Silvio Berlusconi. Als ze dat doen, mogen we een ware storm verwachten als de wetsvoorstellen over belangenconflicten en televisie voor het parlement komen.

Illegale afluisterpraktijken

Er zullen ook een aantal prettige zaken gebeuren tijdens de Italiaanse cruise van 2007. Alitalia, de nationale luchtvaartmaatschappij, zal 2007 niet in haar huidige vorm overleven en zal gedwongen worden tot een internationale alliantie (hoogstwaarschijnlijk met Air France). Er zal een einde komen aan de illegale afluisterpraktijken – een recente slechte gewoonte – en Telecom Italia zal orde op zaken stellen. Andere banken zullen het voorbeeld volgen van Banca Intesa, die fuseerde met San Paolo, en van Credito Italiano, dat zich stortte op buitenlandse acquisities. Met een beetje geluk zal een deel van de voordelen daarvan doorgeschoven worden naar de klanten.

Wat de economie betreft, weet een aantal mensen – waaronder de minister van Economie Tomaso Padoa-Schioppa en de gouverneur van de Italiaanse centrale bank Mario Draghi – wat er moet gebeuren. Maar ze staan machteloos tegenover de honderden lobby’s die het land teisteren, tegenover de weigering van de politieke partijen om de staatsbedrijven, de banken, de televisiezenders, de universiteiten en de gezondheidsdiensten los te laten, en tegenover een aantal uit eigenbelang handelende, spilzieke regionale overheden, vooral in het zuiden. Het is dan ook waarschijnlijk dat het goede nieuws eens te meer zal komen van particuliere vindingrijkheid en individuele ondernemingszin.

Toerisme dan maar

Italiaanse bedrijven zullen nieuwe markten verkennen en zich concentreren op waar ze goed in zijn: precisie-instrumenten, meubels, kleding, voeding en wijn. Maar ze zullen zich realiseren dat heel wat Italiaanse ideeën, van pasta tot pizza, door anderen gemarket werden (in 2005, bijvoorbeeld, stak het kleine België Italië voorbij als belangrijke voedselexporteur).

Ondanks de verouderde infrastructuur en dienstverlening, gaat het toerisme wellicht een goed jaar tegemoet. Terwijl de internationale markt meer en meer gestandaardiseerd geraakt, kan Italië een verbazingwekkend palet van kunst en stijl aanbieden en een persoonlijke verwelkoming die nergens ter wereld zijn weerga heeft. Alles bij elkaar zijn de Italianen er immers van overtuigd dat zij niet enkel individuen zijn, maar unieke gevallen die een speciale behandeling verdienen – en ze zijn maar wat graag bereid om het compliment te retourneren naar om het even welke bezoeker.

De auteur is columnist van de Corriere della Sera en auteur van ‘La Bella Figura: A Field Guide to the Italian Mind’ (Broadway Books/ Random House).

Beppe Severgnini

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content