‘IT moet als water uit de kraan komen’
IT-afdelingen in bedrijven proberen hun infrastructuur zo veel mogelijk te automatiseren nu online- en mobiele toepassingen hun systemen nog complexer maken. Pionier VMware bekleedt een sleutelpositie, al wordt de concurrentie intenser.
Maak dat elk softwareprogramma altijd, overal en op eender welk toestel werkt. En IT-projecten moeten liever vandaag dan morgen af zijn. Veel informaticadirecteurs en IT-specialisten breken zich het hoofd over die eisen, omdat ze een complex web van toestellen en onlinediensten in de lucht moeten houden. Daarvoor wordt zwaar geïnvesteerd in de automatisering van IT-infrastructuur. Het Amerikaanse VMware is daarin een van de pioniers. In 1998 begon het als een specialist in virtualisatie. Dat is software die oorspronkelijk diende om verschillende besturingssystemen gelijktijdig op één toestel te draaien. Nu kan het ook al netwerkapparatuur ‘virtualiseren’.
VMware groeide snel uit tot een belangrijke leverancier voor al wie computers, servers en datacenters moet beheren en op zoek was naar toepassingen om de capaciteit optimaal en flexibel te benutten. Onder meer dankzij overnames is het uitgegroeid tot een bedrijf met een omzet van ongeveer 6 miljard dollar. Ondertussen heeft het een overweldigend aanbod in infrastructuurautomatisering dat voor een leek bijna onmogelijk te ontcijferen is.
Het is een van de redenen waarom VMware tegen het einde van de zomer VMworld organiseert in San Francisco. Die jaarlijkse conferentie met meer dan 20.000 deelnemers is een belangrijk moment om klanten, partners en zelfs de eigen medewerkers te informeren over al de nieuwe technologie, producten en diensten die VMware lanceert.
Snel en efficiënt
“VMware heeft een uitgebreide portfolio opgebouwd”, zegt Luc Costers, countrymanager voor België en Luxemburg. “Maar die dienen allemaal één missie. Zorgen dat omgaan met IT-infrastructuur meer lijkt op hoe we met elektriciteit omgaan. Mensen duwen gewoon op de schakelaar als ze licht willen. IT-infrastructuur zou zich ook zo moeten gedragen.”
“Nu moeten IT-afdelingen het gros van hun tijd besteden aan de bestaande systemen in de lucht proberen te houden”, gaat Costers verder. “Ze kunnen niet genoeg bezig zijn met innovatie en dat zet ook een rem op de bedrijfsvoering. Als een afdeling bijvoorbeeld een nieuwe klantenbeheertoepassing of webshop wil gebruiken, dan komt dat ook op de nek van de IT-afdeling. Eigenlijk zijn dat standaardtaken, maar ze nemen veel tijd in beslag. Idealiter zijn zulke projecten met één druk op de knop in gang gezet. Vroeger controleerden IT-afdelingen alle infrastructuur in het bedrijf. Nu is dat niet meer zo, medewerkers werken vaak met hun privétoestellen en bricoleren ook met onlinediensten. Ze gebruiken bijvoorbeeld Dropbox of een andere publieke dienst om bestanden te delen met collega’s in plaats van op de configuratie van een server op het bedrijfsnetwerk te wachten. Privé zijn medewerkers gewend om direct een nieuwe app te kunnen downloaden en te gebruiken. Die eis van instant gratification speelt nu ook voor computersystemen op de werkvloer. IT-afdelingen hebben geen andere keus dan daarin mee te gaan. Hun IT-infrastructuur moet daarom worden geautomatiseerd, hij moet zoals water uit de kraan komen. Ogenblikkelijk en efficiënt.”
Meer wendbaarheid
Het is de vraag of het altijd zo’n vaart loopt. “Bedrijven moeten beseffen dat technologie een weapon of mass disruption is geworden”, weerlegt Paul Strong, chief technology officer van VMware en verbonden aan de O&O-afdeling. “Uber en Airbnb zijn voorbeelden van uitdagers die een sector op hun kop zetten dankzij nieuwe technologie. IT was vroeger een moeilijk obstakel voor die uitdagers. Nu kan iedereen met een goed idee en een kredietkaart de concurrentie het vuur aan de schenen leggen. Dankzij cloudcomputing en onlinediensten hoeven starters geen zware investeringen meer te doen in IT-infrastructuur. Elk bedrijf moet die wendbaarheid hebben. Bovendien willen bedrijven geen tijd, geld en mensen meer besteden aan technologie die hen niet onderscheidt van de anderen. Dat is een belangrijke drijfveer om de IT-infrastructuur binnenshuis af te bouwen en servers in datacenters van derden te gebruiken. Kleine bedrijven zullen zelfs geen IT-afdeling meer hebben en grotere bedrijven gaan voor een hybride aanpak: IT-infrastructuur in eigen beheer, een mini-datacenter op de werkvloer dat kan gekoppeld worden aan een publieke infrastructuur van andere leveranciers om pieken op te vangen.”
De nieuwe kijk op IT heeft ook een impact op VMware zelf. In het tweede kwartaal van 2015 groeide VMware met 10 procent. Cijfers voor België worden niet vrijgegeven, maar de omzet groeit in een gelijkaardig ritme. Het is de traagste groei in bijna twee jaar. Dat komt gedeeltelijk door de bokkensprongen van de dollar en door het groeiende belang van onlinediensten in het aanbod van VMware. In tegenstelling tot softwarelicenties en klassieke onderhoudscontracten, stroomt het gros van de inkomsten dan niet direct binnen. De inkomsten komen meer gespreid over tijd.
De uitbreiding naar onlinediensten is ook ingegeven door een meer intense concurrentie in de traditionele virtualisatieactiviteiten. In oplossingen voor virtualisatie van besturingssystemen wordt het marktaandeel van VMware op ongeveer 50 procent geschat, volgens een analyse van het gespecialiseerde Trevis. Dat is gedaald omdat het veel weerwerk krijgt van onder andere Microsoft, Citrix en Oracle. “Het is de wet van de remmende voorsprong, zegt Benjamin Jacobs, CEO van Unitt, een dochter van de Combell Group en gespecialiseerd in de hosting van complexe IT-processen. “VMware ziet zijn voorsprong in functionaliteiten afnemen omdat de concurrentie alles op alles zet. Voor de grote projecten kiezen wij toch meestal voor VMware omdat het de stabielste oplossing heeft. Dat compenseert de hogere kostprijs.”
“Er is inderdaad veel concurrentie in virtualisatie”, beaamt Strong. “We zijn nog altijd de beste. De 1000 grootste bedrijven ter wereld gebruiken onze software. We hebben meer dan een half miljoen klanten. Maar we focussen niet op een marktaandeel, en proberen een klant ook niet tot elke prijs aan ons te binden. Het is belangrijker dat onze klanten efficiënter werken en nieuwe omzet genereren dankzij onze technologie. We hebben bijvoorbeeld een eigen publieke clouddienst, maar onze software werkt ook naadloos samen met de tegenhangers van Microsoft en Amazon. We willen gewoon die volledige laag afdekken tussen infrastructuur en applicaties, zodat onze klanten gelijk welke IT-infrastructuur op de meest efficiënte manier kunnen beheren. Op die manier zal VMware ook op lange termijn succesvol blijven.”
Stijn Fockedey
“We zijn nog altijd de beste. De 1000 grootste bedrijven ter wereld gebruiken onze software. We hebben meer dan een half miljoen klanten”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier