IS VOLLEDIGE LIBERALISERING WENSELIJK?
Europees commissaris Charlie McCreevy kondigde vorige week aan dat de postmarkt in 2009 volledig geliberaliseerd wordt. Tot nu toe waren brieven onder 50 gram – het merendeel van het postvolume – nog gereserveerd voor de nationale monopolist.
De Belgische post, samen met negen andere collega’s, lobbyt sterk om die liberalisering tegen te houden. Maar de Nederlandse, Duitse, Engelse, Zweedse en Finse post zijn voorstanders. Uiteraard omdat zij als de meest gemoderniseerde postbedrijven over de beste kaarten beschikken op een vrije markt. Door die tegenstellingen is het moeilijk te voorspellen hoe de voorstellen van McCreevy door het Europees Parlement en de Europese ministerraad zullen raken.
Tot nu toe is de postliberalisering geslaagd te noemen. Het is de drijvende kracht die gezorgd heeft dat slapende reuzen als de Belgische post van een tewerkstellingsmachine opschuiven in de richting van een commercieel bedrijf waarin de klant centraal staat.
Maar wat nu? Voor de ondernemingen is de volledige liberalisering goed nieuws. Het is immers voor hen dat de concurrenten belangstelling zullen tonen. De Zweedse postmarkt is al langer volledig vrij en daar is de concurrentie niet losgebarsten voor de liefdesbrieven van Ingmar en Hella, wel voor de zakelijke pakketten van Ericsson en Volvo. De cherries op de taart worden het doelwit.
De vroegere nationale monopolist blijft zitten met het veel minder rendabele luik van de particuliere brieven. De universele dienstverlening heet dat. Zonder nieuwe middelen zal de postzegel voor Jan Modaal veel duurder worden. In een vrijemarktlogica lijkt dat normaal. De prijs wordt aangepast aan de kosten.
Er is echter een grote ‘maar’. Bedrijven blijven immers gebruikmaken van de universele dienstverlening waarvoor ze nu niet meer moeten betalen. Want naar wie sturen die bedrijven hun zakelijke brieven? Naar diezelfde Jan Modaal, die niet veel brieven schrijft, maar er wel veel ontvangt. En die bedrijven willen uiteraard ook dat hun facturen in eender welke uithoek van het land terechtkomen.
McCreevy lanceert daarom het idee van een compensatiefonds waarin spelers die een nationale markt betreden, geld storten. In de telecomwereld blijkt dat een doodgeboren kind te zijn. De andere suggestie van McCreevy – subsidies van de nationale overheid – is geen oplossing, want dan betalen de bedrijven niet mee.
Wordt het Amerikaanse model de oplossing? Daar bestaat nog steeds een monopolie voor de last mile, het traject dat een brief aflegt van het laatste segment in een sorteercentrum via de postbode tot in de postbus. Op die manier kunnen de cherries wel uit de taart geplukt worden, maar blijven de nieuwe spelers op de markt meebetalen aan de universele dienstverlening.
Maar dan is er geen sprake meer van een volledige liberalisering? Inderdaad. De liberalisering is geen godheid die op zich tot de perfectie leidt. Er moet meer aandacht komen voor een goede en rechtvaardige oplossing van de problemen die rijzen bij een volledige liberalisering. Maar laten we actief zoeken naar die oplossing, want een definitief afstel katapulteert onze postbedrijven terug naar tijden die we niet graag zien komen.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier