IS HET GOED GEWEEST ?
Vorige week maakte minister van Tewerkstelling & Arbeid Miet Smet (CVP) een round-up van de afgesloten sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten. Smet toonde zich tevreden. De meeste CAO’s gebruikten zelfs de loonmarge van 6,1 % niet helemaal op. Ook de metaalsector met zijn 220.000 werknemers een van de grootste en steeds richtinggevend bleef erg gematigd. Philippe De Buck van Overstraeten, gedelegeerd bestuurder van Fabrimetal : “We hebben voor het eerst sinds lang onderhandelingen gevoerd zonder taboes. Alle onderwerpen werden aangesneden : arbeidsherverdeling, indexering, syndicale rechten, flexibiliteit en concurrentiekracht.”
TRENDS. Waarom kon nu wat vorig jaar met het Toekomstcontract niet mogelijk was ? Zijn de vakbonden zo veranderd ?
PHILIPPE DE BUCK VAN OVERSTRAETEN. Dat weet ik niet, maar het bewijst wel dat het sectoraal niveau doorslaggevend is. Daar spreekt men over problemen die bedrijven en werknemers aanbelangen. Belangrijk in de metaal-CAO is het feit dat we de indexering fundamenteel anders hebben aangepakt. Het automatisme blijft, maar de index wordt op een vaste datum aangerekend, een keer per jaar op 1 juli. Dat is transparanter voor zowel werknemers als werkgevers.
Met de euro zal ook het automatisch karakter van de indexering onvermijdelijk ter discussie komen.
De indexering en waarschijnlijk nog veel andere zaken. Trouwens, al toen we de frank koppelden aan de Duitse mark, hebben we gesteld dat een uiteenlopende loonvorming niet houdbaar was. En hoe geïntegreerder de markt wordt, des te flexibeler we moeten zijn. Maar ik wil niet vooruitlopen op de onderhandelingen, we hebben nu akkoorden voor ’97 en ’98.
Wat is daarvan de kern ?
Inzake tewerkstelling hebben wij vooral deeltijds werk gepromoot. We gaan in de volgende twee jaar bij de arbeiders het aandeel daarvan verdubbelen van 2 % naar 4 %. Dat betekent 3000 deeltijdse arbeidsplaatsen (niet noodzakelijk nieuwe, het kan ook gaan om de omzetting van voltijdse naar halftijdse jobs). Om die en andere evoluties te volgen, worden tewerkstellingsobservatoria geïnstalleerd op regionaal niveau. Die promotie van deeltijdse arbeid stemt trouwens overeen met de VBO-oproep van Karel Boone voor positieve acties voor de tewerkstelling.
Die wel een erg laag aantal handtekeningen opleverde.
Dat was een begin. Niet de handtekening is belangrijk, wel de resultaten. We moeten nu experimenteren, zonder verplichting, maar ook niet vrijblijvend. Want als dit niet lukt, zal men gaan pleiten voor lineaire arbeidsduurvermindering.
In veel akkoorden wordt brugpensioen teruggedrongen en vervangen door halftijds brugpensioen. Maar moet er geen beleid komen dat oudere werknemers meer kansen geeft ? Afstappen van een verloning volgens anciënniteit (die oudere werknemers duur maakt) zou al veel kunnen helpen.
Dat zou een echte omwenteling zijn, maar daar zijn we nog niet rijp voor. We moeten wel over zo’n systemen nadenken. In de toekomst en die ligt niet zo ver weg is een flexibele loonvorming noodzakelijk. Flexibel naar inbreng, resultaat van het bedrijf, en prestaties. Als men initiatieven daartoe echter gaat omkaderen en verstarren, dan maakt men het instrument bij voorbaat kapot.
Het voorstel van eerste minister Jean-Luc Dehaene (CVP) inzake werknemersparticipatie dat nu op tafel ligt, kan u niet bekoren ?
We staan nog maar aan het begin van de discussie. De basisvoorwaarden voor zo’n systeem zijn : openstaan voor iedereen, fiscaal aantrekkelijk en op maat van de onderneming. En dus in de onderneming ontwikkeld, en niet via CAO’s. Dat is een te vergaande macht aan de vakbonden geven.
Van Dehaene verwacht u ook een stevige loonkostenverlaging.
De premier heeft een eerste stap aangekondigd voor ’98. Wij stellen een verlaging met 5 % voor. We hebben een handicap van 12 %, waarvan 8,7 % werkgeverslasten, de rest brutolonen. We moeten geen mirakels verwachten van de ene dag op de andere. We hebben wel visie en een trendbreuk nodig. Dan kunnen we na verloop van jaren positieve resultaten boeken.
Maar de werkgevers weigeren altijd aan die lastenverlaging concrete engagementen te koppelen, wat de vakbonden achterdochtig maakt.
Als er eerst een duidelijk engagement van kostenverlaging komt, kunnen we engagementen nemen inzake tewerkstelling, investeringen, en behoud van activiteiten. Niet van de ene dag op de andere, maar op langere termijn. Ik wil echter niet vooruitlopen op de details. Eerst moeten we aanvaardbare voorstellen krijgen.
In een zopas voorgesteld boek van een reeks Ires-economen werd gesteld dat er veel minder sectoraal moet worden onderhandeld.
De nu bereikte CAO’s bewijzen het tegendeel. Ik probeer dat al lang duidelijk te maken aan het Ires, maar ze begrijpen het niet. Op het interprofessionele niveau worden andere zaken besproken. Moet dat via een allesomvattend akkoord of punctueel, dossier per dossier in de Nationale Arbeidsraad ? In de ons omringende landen werkt men punctueel. Globaliseren geeft aanleiding tot grotere moeilijkheden.
En de hoogmis van het overleg het interprofessioneel akkoord kan dan afgeschaft worden ?
Mijn voorstel belet niet dat men af en toe plechtige verklaringen aflegt, maar er zijn ook veel technische dossiers die niet mogen verzanden.
Karel Vinck, ex-voorzitter Fabrimetal en nu VEV-voorzitter, stuurt ook aan op zo’n plechtige verklaring. Hij wil een charter voor Vlaanderen dat als basis kan dienen om federaal een akkoord tussen sociale partners te bereiken.
We staan achter het objectief van Vinck. We hebben een actief en dynamisch sociaal-economisch beleid nodig. Dat moeten we federaal proberen te bereiken. Maar ik begrijp dat de gewesten niet investeren in een economisch beleid dat niet kan evolueren omwille van het sociale dat geblokkeerd blijft. Als wij vaststellen dat niets mogelijk is op federaal vlak, dan zullen wij ook naar de andere niveaus evolueren. Maar er gaan in Wallonië veel stemmen op die positieve maatregelen moeten mogelijk maken. Bij verschillende politieke partijen, instanties, bedrijven, en ik hoop ook bij het FGTB.
GUIDO MUELENAER
PHILIPPE DE BUCK VAN OVERSTRAETEN (FABRIMETAL) Als er eerst een duidelijk engagement van kostenverlaging komt, dan kunnen we engagementen nemen inzake tewerkstelling, investeringen, en behoud van activiteiten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier