IS ER PLAATS VOOR GOD IN MANAGEMENT?

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Het denken over de vrije markt is darwinistisch: de meest succesvolle overleeft. Is hier dan geen plaats voor godsdienst?

De Britse darwinist Richard Dawkins verkoopt tienduizenden exemplaren van zijn boek God als misvatting (zie Trends van 8 maart, blz. 116). Zijn vijanden zijn de creationisten, de propagandisten van het Intelligent Ontwerp. Volgens die fantasten zitten er in de evolutieleer gaten, want hier en daar ontbreekt een fossiel. Dus: Darwin was verkeerd. Ergo: God bestaat. Maar, zo schrijft Dawkins, veronderstel dat we tussen twee stadia een gat hebben van 10.000 jaar. We missen een onbekend aantal tussenfossielen. Veronderstel dat we een fossiel vinden dat er net tussen past. Hebben we dan twee gaten van elk 5000 jaar en dus een dubbel bewijs dat God moet bestaan?

Toeval bestaat niet. Dawkins voelt zich geroepen om niet alleen zijn natuurlijke vijanden aan te vallen. Alle godsdiensten moeten eraan geloven. En hij valt met alle plezier het ultieme godsbewijs aan, want dat ligt net in zijn competentiegebied. Het is voor hem een thuiswedstrijd. Het beste godsbewijs komt in essentie hierop neer: kijk een luttele vijf minuten naar een televisie-uitzending over het menselijk oog of over de zeeanemoon, en je staat versteld van de waanzinnige efficiëntie, de onvoorstelbare complexiteit of de buitengewone schoonheid. Je hebt dan twee mogelijkheden: dat is allemaal toeval, dat is darwiniaans gegooi met de dobbelstenen, óf er is een Designer, een Ontwerper. Aan u, verstandige lezer, om te beslissen. U gelooft toch niet dat het allemaal toeval is? Zeg dat niet tegen Dawkins. Boek na boek, studie na studie heeft hij aangetoond hoe de darwinistische krachten stapje na stapje steeds complexere dingen kunnen maken. Het is niet God of toeval. Het is God of de wetten van de progressieve evolutie der soorten. Dawkins geeft het voorbeeld niet, maar zijn redenering is heel eenvoudig. Sterren, planeten en appelen worden door elkaar aangetrokken. Dat kan toch geen toeval zijn. Dus God bestaat. Niemand zou zo’n argument serieus nemen. Iedereen heeft op zijn minst een impliciete kennis van de wetten van Newton. Maar veel te weinig mensen lezen de moderne handboeken biologie (die van Dawkins!). Zo bezwijken ze voor het dwaze argument: hoe mooi en perfect is een vleugel van een libelle, dus God bestaat.

Appels zijn ongezond. Wat heeft dat nu met management (mijn vakgebied) te maken? Veel meer dan u zou denken. Vooreerst is zowat alle denken over de vrije markt darwinistisch: de meest succesvolle overleeft. Stel u voor dat ook in de economie de creationisten zouden opduiken en zeggen: economie, het geven van eten en drinken aan de armen, de hongerigen en de dorstigen, dat is een uiting van de wil van God. Trends, wil je even stoppen met al die leugens in je blad en de waarheid schrijven!

Maar het probleem zit veel dieper dan dit wel erg hypothetische voorbeeld. In augustus 2007 zal ik voor zowat de zesde keer deelnemen aan The Annual Meeting of the Academy of Management. Mijn papers zullen daar besproken en bekritiseerd worden naast papers met welluidende titels als The Effect of Prayer on Organizational Effectiveness. In de sectie humanresourcesmanagement zal er weer een debat ontstaan over hoeveel tijd men nu moet toestaan om gelovigen tijdens het werk de kans te geven hun geloof te belijden.

In Europa onderschatten we dit soort wetenschappelijke stroming, maar in een land waar de president het als zijn heilige plicht beschouwt wetenschappelijk onderzoek over hersenstamcellen af te remmen en die frequent belt met een predikant die homofilie als een zonde beschouwt, is dit serious business. Afgelopen zomer op het vierjaarlijkse congres van toegepaste psychologie kregen drie Iraanse jongedames de kans om ‘aan te tonen’ met argumenten uit de Koran dat de hele westerse wetenschappelijke psychotherapie op drijfzand rust. Geen wetenschapper durfde reageren, want u weet wel, respect voor godsdienst. Als ik baarlijke nonsens uitkraam over ‘appelen zijn ongezond’, mag u mij aanvallen, maar als ik zeg dat ik geen appelen eet om religieuze redenen, moet u zwijgen uit respect en verdraagzaamheid.

Wetenschappers mogen niet zwijgen, ze moeten spreken. Ze zwijgen nu al te veel om politiek correct te zijn, uit vrees om een begeerde beurs niet te krijgen, een promotie te missen of om niet op de zwarte lijst te komen bij gepolitiseerde fondsen. We zijn niet ver af van het moment dat ik uit respect voor (meestal) holle slogans over meer spiritualiteit in het management of God in alle missieverklaringen, over die dingen geen kritische vragen meer mag stellen.

Afblijven van de wetenschap. Het staat iedereen vrij te beweren of te geloven dat God en wetenschap twee totaal verschillende zaken zijn. Wetenschap, zo stellen de meeste moderne theologen, kan geen zinvolle uitspraken doen over God. Ik wil hen nog wel volgen, theologie is hun vakgebied, niet het mijne. Maar godsdienst heeft de onhebbelijke gewoonte, in zowat alle tijden en landen, zich wél te moeien met wetenschap. Dat is voor de gelovigen een morele plicht. Dan is het vredesbestand echter geschonden en beginnen wetenschappers zoals Dawkins zich te bemoeien met godsdienst. En kan ik monkelend toekijken.

De auteur is hoofddocent van de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Reacties: marc.buelens@trends.be

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content