Is er exportleven na de euro ?
België is de grootste exporteur ter wereld. Voor zo’n uitspraak moet je de werkelijkheid maar een klein beetje geweld aandoen. Maar straks, als de euro er is, wordt België een miezerige exporteur. De Europese Unie als geheel presteert trouwens ook maar bleekjes. Dat blijkt uit een studie van de BBL-studiedienst, in primeur in Trends.
J erry van Waterschoot, economist van de BBL-studiedienst, heeft een monnikenwerk achter de rug. Hij stelde drie verschillende exportranglijsten op en herrekende de exportcijfers van de vijftien landen van de Europese Unie. Hij elimineerde de export naar de andere EU-landen. Want die export wordt na de invoering van de euro gewoonweg “binnenlandse handel”.
Vandaag is België een exportkampioen. Een Antwerps bedrijf dat vijftig kilometer hogerop in Breda zijn goederen verkoopt, exporteert. Zo is het natuurlijk makkelijk. Zelfs een Brusselse onderneming moet niet veel verder dan 100 kilometer rijden om Oscars voor de Export te verdienen. Op die manier verschijnt België zelfs in absolute cijfers als elfde grootste exporteur in de wereld (zie tabel 1). De Amerikanen voeren de ranglijst aan, gevolgd door de grote Europese landen. Nederland, met een bevolking die 50 % groter is dan de Belgische, staat zevende. Met een export van 136 miljard dollar laat België landen als Spanje, Zwitserland of Australië mijlenver achter zich.
Per hoofd van de bevolking scoort België natuurlijk nog veel beter (zie tabel 2). Met 13.686 dollar per jaar per hoofd haalt België de nummer drie na het onvermijdelijke Singapore en Hongkong. Maar wel voor Nederland.
De derde manier waarop Jerry van Waterschoot de landen rangschikt, is de verhouding export tegenover bruto binnenlands product (BBP). Hier gaat het wel, in tegenstelling met de eerste twee grafieken, om goederen én diensten. België haalt hier 74 %, wat de zevende plaats oplevert. Nederland staat met 53 % pas 21ste stek. Het Poldermodel haalt niet overal dezelfde schitterende resultaten.
Na de euro
Vanaf 1999 gaat de Europese Monetaire Unie (EMU) van start. De nationale munten worden vervangen door de euro en wie goederen of diensten levert in Spanje, Frankrijk, Duitsland of een andere EU-lidstaat die deelneemt aan de EMU, doet misschien nog aan buitenlandse handel in enge territorialiteitsbegrippen. Op economisch en monetair vlak evenwel is er sprake van een levering binnen één en dezelfde monetaire zone. “Net zoals nu een levering van een Belgisch bedrijf aan een klant in het Luxemburgse Echternach niet als export wordt beschouwd omdat België en Luxemburg een monetaire unie vormen,” licht Jerry van Waterschoot toe.
Eens de euro een feit is en in de veronderstelling dat alle vijftien landen meedoen wordt 72 % van de Belgische export plots binnenlandse handel. De 136 miljard frank export van daarnet krimpt tot nog geen 39 miljard dollar. België staat trouwens niet alleen. Nederland en Portugal zijn nog sterker EU-gericht, ze houden respectievelijk slechts 24 % en 20 % van hun export over.
En dat laat zich zien in de hitparades. In de volumerangschikking zakt België van 11 naar 24 (zie tabel 1). Ons land blijft nog net in de toptien van export van goederen per inwoner (zie tabel 2), maar dat betekent wel een terugval met zeven plaatsen. Wat export van goederen en diensten tegenover het BBP betreft (zie tabel 3), worden we helemaal teruggeslagen : van nummer zeven zakken we naar nummer 82, met een export van nog amper 21 % van het BBP.
In het scenario dat realistischer is dat de euro start met elf landen (de vijftien min Groot-Brittannië, Denemarken, Zweden en Griekenland) behoudt België nog 40 % van zijn vroegere export. De terugval is dan minder sterk : naar de 12de plaats qua exportvolume, naar de 7de plaats per hoofd van de bevolking en naar de 57ste plaats tegenover het BBP.
Conclusies
Voor wie consequent doordenkt, zijn deze rangschikkingen zinloos, want na de euro zijn deze landen eigenlijk regio’s geworden. De enige objectieve rangschikking is er dan een waarin de individuele Europese landen vervangen zijn door de EU als geheel. Die komt met haar exportvolume van 746 miljard dollar ruim op de eerste plaats in tabel 1. Maar per inwoner zakt de EU weg naar de 25ste plaats, kort achter de Verenigde Staten. En tegenover het BBP haalt Europa amper 11 %, wat ongeveer een honderdste plaats in de rangschikking oplevert. De VS doen het trouwens niet beter.
Natuurlijk is de BBL-oefening een statistische spielerei. Het is niet omdat de statistieken veranderen dat ook de werkelijke handel wijzigt. De bedrijven in kwestie blijven hun goederen verkopen in Duitsland, Frankrijk, Spanje enzovoort. Maar toch heeft deze oefening zin.
Ze bewijst ten eerste dat het begrip exportkampioen zeer relatief is. Hoe kleiner het land, hoe groter en makkelijker de export. Dat België veel exporteert, is dus geen reden om hoog van de toren te blazen.
Tweede conclusie : de Europese muntunie is erg belangrijk voor België, want momenteel wordt het overgrote deel van onze productie verkocht buiten de grenzen in vreemde munt en dus met wisselrisico. De EMU zal dat risico wegnemen.
Ten derde blijkt voor wie het nog niet wist dat onze exporteurs geen avonturiers zijn die de Europese grenzen makkelijk overschrijden.
Misschien is dat niet zo verrassend. Iedereen kent al wel het traditionele verhaal van de Belg en zijn oude vertrouwde kerktoren. Maar dat de Nederlanders in de rangschikking nog verder worden teruggeslagen, is al een pak verrassender. Is de Oranje-vloot dan toch een mythe ?
Onrustwekkender is het feit dat de Europese Unie als geheel niet bijster goed scoort. Met 11 % export van het BBP blijkt de EU erg in zichzelf gekeerd te zijn. En zeker geen slagvaardige unie die, zoals de BBL-studie prozaïsch besluit, “met volle zeilen de wereldzeeën overrompelt om zijn producten te slijten.”
GUIDO MUELENAER
BELGISCHE EXPORT Op weg naar een (hopelijk tevreden) klant… maar hoogstwaarschijnlijk wel niet te ver.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier