Is 2008 het recessiejaar?
De Amerikaanse Federal Reserve Bank verlaagde vorige week de rente met een kwart punt. In normale tijden wordt een dergelijke beslissing begroet met optimisme, maar Wall Street reageerde prompt met koersdalingen. De Dow Jones gleed terug. Het zijn kennelijk geen normale tijden. De financieel-economische wereld verkeert in de schemerzone, met de belangrijkste vraag: komt in 2008 de recessie?
Bij Amerikaanse investeringsbanken is het pessimisme het grootst. Grote financiers zoals Merrill Lynch en Citigroup moesten onlangs voor vele miljarden dollars aan verliezen afschrijven, veroorzaakt door de malaise in de hypotheekmarkt. Enkele gevestigde kopstukken sneuvelden na de verontwaardiging van aandeelhouders en institutionele beleggers. “Ik verwacht in januari 2008 een golf van ontslagen bij de investeringsbanken”, vertelde me onlangs een bankier. “De kredietmarkt zit in een crisis. Banken lenen zelfs geen geld meer aan elkaar. Niemand durft nog risico te nemen. De Federal Reserve Bank pompt kunstmatig geld in het systeem”. Er is bovendien een behoorlijk verschil tussen de internetcrisis in 2000 en de hypotheekmarktcrisis nu. In 2000 werden sommige investeerders een tijd fictief heel rijk door de stijging van de aandelen van internetbedrijven. Het bleef echter bij fictie. Toen de ‘bubble’ barstte, werd iedereen weer met de voeten op de grond geplaatst. Sommige beleggers waren een beetje rijker geworden; andere een beetje armer.
De hypotheekmarktcrisis reikt verder. Grote groepen burgers gingen door de waardestijging van hun panden nieuwe kredieten opnemen. Ze begonnen flink te consumeren: auto’s, boten, vakanties. Een Nederlandse beursbelegger die onlangs zijn vestiging in New York sloot, vertelde me: “Amerikanen reden al rond in hun vierde auto, terwijl ze hun derde auto nog moesten afbetalen”. Amerikanen met lagere inkomens kochten huizen omdat ze hypotheken konden krijgen tegen lage rente voor een bepaalde periode. Deze ‘teasers’ waren aanlokkelijk, maar ze werden dodelijk toen de rente steeg en eigenaars de hypotheek niet meer konden afbetalen. Een miljoen Amerikanen moest het eigen huis verlaten. De vraag is nu: wat is het effect op de gehele Amerikaanse economie?
De meeste waarnemers houden het erop dat 2008 het begin van een recessie wordt. De economische groei loopt terug en de winsten van veel grote beursgenoteerde bedrijven zijn met gemiddeld 8,4 % gedaald. Het regent tegenvallende winstverwachtingen. Erger zelfs: 58 % van de Amerikanen denkt dat het al recessie is! Ze worden voorzichtiger met uitgaven, zijn zuiniger met kerst en wachten af. De rentedaling die de Federal Reserve Bank doorvoerde, was daarom ‘too little too late’. Het zal niet baten. De voorzitter van de Reserve Bank, Ben Bernanke, kreeg zelfs kritiek van zijn voorganger Alan Greenspan, die in de Wall Street Journal betoogde dat “monetair beleid weinig kan doen zolang de speculatieve koorts voortduurt”. De les van de economische geschiedenis is volgens Greenspan al sinds de “Nederlandse Tulpengekte” in de 17de eeuw dat de koorts over zijn hoogtepunt moet zijn voordat monetair ingrijpen baat. Dat deed Greenspan zelf als voorzitter van de Federal Reserve Bank in de internetcrisis van 2000. Volgens Greenspan komt de economie wel weer op koers als de verliezen zijn verwerkt en de hypotheekgekte voorbij is.
Ook de Amerikaanse regering probeert de hypotheekcrisis met piepschuim te omgeven. President Bush en zijn minister van Financien, Hank Paulson, kondigden onlangs een ‘herenakkoord’ met de hyptheekverstrekkers af: de lage hypotheekrente blijft voor een bepaalde periode bevroren. Hiermee hoopt de Amerikaanse regering een golf van gedwongen verkoop en uitzettingen te voorkomen die zou volgen als de rente marktconform zou worden aangepast. Vooral de goedkope ‘teaser rate’, waarmee polisverkopers klanten in de fuik hebben gelokt, blijft zo kunstmatig laag. Het is wel een merkwaardige vorm van overheidsinterventie, die sterk doet denken aan de bevriezing van lonen en prijzen die president Nixon doorvoerde in 1971. Zijn herverkiezing was in 1972. Op wat langere termijn was de ingreep bijzonder slecht.
Een huizenrecessie tast de Amerikaanse droom aan: eigen woningbezit. In 1938 richtte de toenmalige president Roosevelt, in het kader van zijn New Dealpolitiek, het bedrijf ‘Fannie Mae’ op. Fannie Mae was een Government Sponsored Enterprise (GSE), maar werd niet gesteund of betaald door de regering. Het diende wel het overheidsbeleid: mensen met lage inkomens toegang geven tot de hypotheekmarkt. Fannie Mae stond garant voor de hypotheeknemers ingeval deze niet meer konden betalen. Psychologisch zagen Amerikanen Fannie Mae als voortzetting van de regering met andere middelen. In 1970 werd de concurrent, ‘Freddy Mac’, opgericht om het monopolie van Fannie Mae te breken. ‘Fannie en Freddy’, zoals ze in de volksmond worden genoemd, handelen in hypotheken tot 417.000 dollar. Dat is 40 % van de Amerikaanse hypotheekmarkt.
‘Fannie en Freddy’ zijn te groot om failliet te gaan. Republikeinen kunnen zich dat in het verkiezingsjaar 2008 niet veroorloven. Veel huiseigenaren komen er, voorlopig althans, met de schrik vanaf. Maar ze zijn bang en houden de knip op de beurs. En dat laatste kan de ultieme zet zijn naar de recessie van 2008.
De auteur is schrijver en columnist. Hij woont en werkt in de verenigde staten.
Derk Jan Eppink
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier