INVESTERINGSHERSTEL IN ZICHT
De halfjaarlijkse investeringsenquête van de Nationale Bank stelt voor 1995 een toename van de investeringen in de verwerkende nijverheid met 22 % in het vooruitzicht, na een daling met 3,7 % in 1994 en zelfs met meer dan 28 % in 1993. Dit perspektief ligt in de lijn van het aanhoudend verbeterend producentenvertrouwen in de verwerkende nijverheid, zoals dat onder meer ook blijkt uit de recente ontwikkeling van de konjunktuurindicator van de Nationale Bank, en van de ontwikkeling van de industriële kapaciteitsbezetting. De kapaciteitsbezettingsgraad steeg in het derde kwartaal van 1994 immers tot boven 79 % en heeft het cyclische dieptepunt al zes kwartalen achter de rug. Deze tijdspanne stemt ongeveer overeen met de vertraging waarmee de investeingen in het verleden op de omslag van de kapaciteitsbezetting reageerden (zie grafiek). Merkwaardig is trouwens dat de kapaciteitsbezetting in België de jongste kwartalen sneller blijkt toe te nemen dan gemiddeld in de EU.
De investeringsvooruitzichten voor 1995 lopen wel uiteen voor de verschillende sektoren. Zo wordt in 1995 nog een daling van meer dan 36 % in de ijzer- en staalsektor en van 17 % in de textielnijverheid verwacht, dit zijn sektoren die blijkens de enquêtes van de Nationale Bank in 1994 nog een stijging van de investeringen met respektievelijk 22 en 17 % te zien gaven. Ook in de voedingsnijverheid wordt nog een achteruitgang verwacht (-9 %), na een daling met bijna 20 % in 1993. Een krachtige expansie wordt daarentegen verwacht in de metaalverwerking en in de chemie (allebei + 28 %) en vooral in de zogenaamde “overige” deelsektoren (+ 62 %) die samen bijna 20 % van de totale verwerkende nijverheid uitmaken. Ongeveer 41 % van de investeringen zou in 1995 betrekking hebben op de uitbreiding en 35 % op de vervanging van de beschikbare produktiekapaciteit. Op de piek van de hoogkonjunktuur in 1990 bedroegen deze percentages respektievelijk 59 en 25 %. Opvallend is ook het toenemende belang van investeringen met betrekking tot milieubescherming. In 1995 zou dat 7 % bedragen, tegen ongeveer 3 % op het eind van de jaren tachtig.
Ondanks de forse inzinking in 1993-’94 zijn de bedrijfsinvesteringen tijdens de voorbije recessie globaal op een relatief hoog peil gebleven. Hun aandeel in de totale bruto toegevoegde waarde viel weliswaar terug van de cyclische piek van 14 % in 1990 naar 11 % in 1994, maar dat is nog steeds hoger dan de niveaus van gemiddeld minder dan 10 % die werden gehaald in de eerste helft van de jaren tachtig. Eén en ander weerspiegelt op zijn beurt het behoorlijk gebleven niveau van de bedrijfsrendabiliteit. Het gemiddeld rendement op het eigen vermogen van de bedrijven bedroeg in 1993 nog 9 %, wat in volle recessie nog altijd meer was dan het rendement op een risicoloze belegging. Goede rendabiliteitsperspektieven in 1995 zullen trouwens eveneens de positieve kentering van de investeringen ondersteunen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier