Investeren in comfort
De infrastructuur van het Tentoonstellingspark van Brussel beantwoordt niet meer aan de hedendaagse comforteisen. Vandaar investeringen in een nieuwe inkomhal en de renovatie van de oude paleizen.
Het ontstaan en de groei van het Tentoonstellingspark van Brussel ( TPB) is nauw verbonden met de laatste twee wereldtentoonstellingen die Brussel mocht organiseren. Voor de wereldtentoonstelling van 1935 werden vijf paleizen gebouwd. Daarbij ook Paleis 5, het imposante gebouw met trapgevel, nog steeds het uithangbord van het TPB. De wereldtentoonstelling van 1958 zorgde voor een tweede groeischeut: vier nieuwe Paleizen brachten de totale tentoonstellingsruimte op 85.000 m². Daarna ging de groei meer geleidelijk. De meest recente tentoonstellingshal, Paleis 1, werd ingehuldigd in 1993.
In totaal telt het TPB nu twaalf Paleizen, samen goed voor een netto bruikbare oppervlakte van 114.000 m². In België is het TPB daarmee veruit de grootste expositieruimte, maar in de rangschikking van de EMECA (de vereniging van de grootste Europese tentoonstellingshallen) bezet Brussel slechts een bescheiden veertiende plaats. Toch is verdere expansie niet aan de orde, zegt Christian Geûens, algemeen directeur van het TPB. “Met de huidige capaciteit zitten we eigenlijk zeer goed. Voor twee of drie beurzen per jaar zouden we eventueel ook een dertiende of veertiende paleis kunnen verhuren. Maar de extra huurinkomsten die dat oplevert, wegen lang niet op tegen de onderhoudskosten en de investeringen die ertegenover staan.”
Het TPB is een vzw die dicht aanleunt bij de Stad Brussel. Gronden en infrastructuur zijn eigendom van de stad, het TPB heeft een concessie tot 2040 om het geheel uit te baten. De raad van bestuur van de vzw is een afspiegeling van de Brusselse gemeenteraad en de Brusselse burgemeester François-Xavier de Donnea (PRL) is voorzitter van het TPB.
NIEUWE INKOMHAL.
Investeringen in comfortverbetering krijgen in de nieuwe strategie van het TPB absolute voorrang. Eerste en meteen ook meest spectaculaire project is de realisatie van een volledig nieuwe hoofdingang. Het ontwerp van de hand van architectenbureau Samyn & Partners valt vooral op door de futuristische gevel-dakconstructie van 25.000 m². Eveneens opvallend: de nieuwe hoofdingang komt langs de Romeinse Steenweg. Het TPB keert zo de historische ingang langs het Belgiëplein de rug toe. “Een toegeving aan de realiteit dat de meeste bezoekers met de wagen toekomen aan de achterkant van het Tentoonstellingspark en zich daar parkeren op de grote parking C ( nvdr – 15.000 plaatsen),” aldus Christian Geûens. Waar de bezoekers vroeger nog een lange wandeling voor de boeg hadden, komen ze vanaf januari 2000 (want de werken moeten klaar zijn voor het Autosalon) via een met glas overdekte loopbrug in de nieuwe ontvangsthal. In die hal worden een aantal diensten ondergebracht zoals de ticketverkoop, het perscentrum, een balie voor hotelreservaties, een brasserie… Langs twee interne doorgangen leidt men de bezoekers vervolgens naar een lange gaanderij (circa 700 meter), een soort ruggengraat die de twaalf paleizen met elkaar verbindt. “Die gaanderij maakt het niet alleen voor de bezoekers veel overzichtelijker en eenvoudiger,” zegt Christian Geûens, “het vergemakkelijkt voor ons ook de exploitatie. Want het gebeurt slechts twee à drie keer per jaar dat één organisator alle paleizen tegelijk afhuurt. De rest van het jaar moeten wij de beschikbare ruimte opvullen met meerdere manifestaties van een kleinere omvang. Doordat we in die gaanderij ook registratiefaciliteiten hebben voorzien, kunnen wij zonder problemen die twaalf paleizen aan twaalf verschillende organisatoren verhuren.” Christian Geûens geeft wel toe dat dit in de praktijk nooit zal gebeuren. Maar het komt wel voor dat er drie of vier manifestaties tegelijk lopen.
STAP VOOR STAP.
Na dit project, waar een prijskaartje van ongeveer 1,2 miljard frank aanhangt, start het TPB in 2000 met de renovatie van de Paleizen 7 en 11. Daarna wordt Paleis 3 onder handen genomen. Tegen 2007 moeten alle Paleizen uitgerust zijn met airconditioning, modern sanitair en nieuwe inkominfrastructuur. Voordien, in 1994, was er ook al geïnvesteerd in de bouw van een auditorium.
Deze stap-voor-stapaanpak heeft alles te maken met de beperkte financiële middelen van het TPB, zegt Christian Geûens. “Wij ontvangen geen frank subsidie en moeten dus alles financieren met onze inkomsten uit de verhuur van tentoonstellingsruimte.” In Duitsland, het beursland bij uitstek, pompen de verschillende Länder veel geld in de expositiehallen. Christian Geûens maakt zich geen illusies dat dit ook in België zou kunnen. “Het is nu eenmaal een gegeven waar we moeten mee leren leven. Onze collega’s in Frankrijk moeten het trouwens ook zonder overheidssteun stellen,” besluit hij.
LV
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier