Interview met amazone Edwina Alexander
Ze is waarschijnlijk de beste amazone ter wereld. De carrière van Edwina Alexander lijkt veel op een verhaal uit een romantisch meisjesboek. Jeugdige passie in Australië, succes en roem in Europa. En daarbovenop de grote liefde voor het paard.
Vrouwen en paarden, het blijft een interessante en inspirerende combinatie. Veel inkt is gevloeid over hun hechte band. Bloed ook, met voorop in helse galop de amazones uit de Griekse mythologie. Speren en zwaarden. Zonder rechterborst om de boog wijd te kunnen spannen en doeltreffend te richten.
Je zou dan vermoeden dat de vrouwen in de paardensport op hoog niveau de plak voeren en de gouden, zilveren en bronzen plakken binnenrijven. Kennelijk werkt dit toch niet volgens de wegen en wetten der logica. Onderweg, en dat is betreurenswaardig, haken de vrouwelijke sporters af, geven hun verworven posities weer prijs, laten het domein van roem en succes over aan het andere geslacht.
Onderweg haken de vrouwelijke sporters af en laten het domein van roem over aan het andere geslacht.
Vrouwen vinden zich later nog wel terug in de dressuur. De zachte sector van het paardrijden. Liefst op muziek van Mozart en Vivaldi. Hier vormen charme en techniek een wervende combinatie voor klassedames als Isabell Werth, Helen Langehanenberg, Anky van Grunsven of Charlotte Dujardin. Een minderheid bereikt de absolute top in de jumpingsport. Zoals in de beklijvende finale van het wereldkampioenschap 2006 in Aken. De ‘final four’ met paardenwissel : een kroon voor de meest veelzijdige ruiter. Het werd een onvergetelijke strijd tussen de Amerikaanse Beezie Madden, de Duitse Meredith Michaels en Edwina Alexander met daarbij als spelbreker met dienst de Belg Jos Lansink, de mannelijke eend in de bijt die het vrouwelijk drietal dan ook nog eens een hak zette en de wereldtitel meegraaide. Wat uiteraard zijn volste recht was.
De naam is gevallen, Edwina Alexander. Ze schrijft geschiedenis in Aken, als de eerste Australische in de eindstrijd van een wereldkampioenschap. Ze valt met Pialotta net naast het podium, op de ondankbare vierde plaats. Wel heeft ze voor de hele wereld haar visitekaartje afgegeven. Vandaag kijkt ze met een mengeling van trots en spijt terug op die bewogen zondag in Aken. “Pialotta en ik, we groeiden in die competitie, we haalden de laatste 25, de halve finale zeg maar. De ‘tournante’ met vier bereiken, dat was nog ver af maar nog voor de start kreeg ik een mailtje van Vicky Roycroft, een springlegende in Australië, ‘I hope you can beat my tenth place in Stockholm’. Dat bracht ze voor mekaar in 1990 met Mickey Mouse. Haar boodschap gaf me wel een kick, een extra motivatie, en jawel, we haalden de finale met vier. We hadden geen gunstige loting, maar dat mag geen excuus zijn. Eén ding weet ik nu wel zeker, ik geloofde niet genoeg in mezelf en mijn kansen en daardoor ging het mis. Misschien vond ik het al mooi genoeg dat ik dat niveau bereikt had, al was mijn partner, Jan Tops, ervan overtuigd dat ik wereldkampioen kon worden. Een kans die zich wellicht maar één keer in je leven aandient. Ik heb ze verkeken, een ontgoocheling toch.”
Eén ding weet ik nu wel zeker, ik geloofde niet genoeg in mezelf en mijn kansen en daardoor ging het mis.
Australië 1982. De achtjarige Edwina Alexander groeit op tussen kippen, geiten en honden maar is mogelijk nog vaker te vinden bij de buren. Ze zijn ‘horsey’, ze hebben paarden. “Dat was in Three Acres, een vredig dorpje in de buurt van Sydney. Je kon er de natuur ruiken, en er was de onweerstaanbare aantrekkingskracht van paarden. Die heeft me nooit meer losgelaten. Dat ochtendgevoel als je bij de paarden komt, dat is nog altijd als vroeger, ‘the fresh smell of stables in the morning’, dat geeft je zoveel rust en energie. Acht jaar was ik toen ik in de Avondale Pony Club terechtkwam voor mijn eerste ritjes. Ik wist, dit gaat nooit meer over. De competitie wenkte en toen ik de Australian Young Riders Championships won, besefte ik dat ik moest doorgaan. Training en appreciatie van de Nederlandse ruiter Albert Voorn brachten alles in een stroomversnelling. Alle twijfel was weg, ik wilde de top halen en toen ik 24 was, trok ik naar Europa. Met mijn beste paard Mr Dundee, met niet al te veel ervaring maar wel met de vaste wil het te maken. Niet zo eenvoudig als jonge vrouw in een wereld met nogal wat macho’s. Het maakt je wel sterker en je leert op je strepen te staan. Drie jaar in België bij Ludo Philippaerts, een harde leerschool, groeiend inzicht in paarden en de noodzakelijke handel. Eerste succesjes ook in internationale wedstrijden.”
Tot dan is niets vanzelfsprekend, niets valt haar zomaar in de schoot. Of zoals haar vriendin prinses Haya van Jordanië het verwoordt : ‘she did not have a silver spoon in her mouth’. En toch, twee ontmoetingen brengen de carrière van de frêle Edwina in een stroomversnelling : die met de Nederlander Jan Tops die met zijn legendarische Top Gun teamgoud veroverde in Barcelona, en die met Itot du Château, het paard van haar leven. Het mag duidelijk zijn dat beide ontmoetingen aan elkaar gelinkt zijn. Het hippisch imperium van Jan Tops in Valkenswaard wordt de uitvalsbasis voor een reeks fraaie overwinningen. Edwina Alexander wint de Grote Prijzen van Brussel, Londen, Zürich, Cannes, Genève, Vigo, Doha en nog veel meer. Ze is absolute top en imponeert door ongeziene hardnekkigheid en strijdlust gepaard aan stijl en techniek. Tussendoor evenwel één ongelukje, een gebroken voet, maar lang is Alexander niet buiten strijd. “Ach, dat weegt niet op tegen die onvergetelijke momenten waarop je met je paard precies bereikt waar je voor gewerkt hebt. Twee keer, in 2011 en 2012, won ik de Global Champions Tour, het levenswerk van mijn man. Die Tour zit sedert 2006 in mooie, luxueuze oorden als Monte Carlo, Parijs, Cannes, Shanghai en nu ook in Antwerpen met finale in Doha. Een belangrijke overwinning toch wel voor de meest regelmatige combinatie. Niet zomaar een geschenk, daar gaat veel overleg aan vooraf, veel discussies ook met Jan, daar wil ik niet flauw over doen. Het is een intense zoektocht naar wat het beste is voor je paard, het beste programma, met veel aandacht voor rust en recuperatie. Maar misschien was mijn blijdschap toch nog wat groter toen ik in het eigen Valkenswaard de Grote Prijs won. Met negen in de barrage waarbij Shutterfly en Hickstead (de toppaarden van Meredith Michaels en olympisch kampioen Eric Lamaze, nvdr). Ik moest en ik zou winnen met Itot en dat gebeurde ook. Het geluk van dat moment is moeilijk te vatten. En, voor wie er nog aan twijfelde, Itot had hier zijn grote wereldklasse getoond.”
De briljante prestaties van Itot du Château waren inderdaad niet zo vanzelfsprekend. De kleine (niet eens 1,60 m) ruin maakte in zijn prille jaren maar weinig indruk. Rebels en wispelturig en bovendien op zijn drie jaar tegen een auto aangelopen toen hij uit de weide wist te ontsnappen. Een paard met gebruiksaanwijzing. Michel Hécart wist het met heel wat inspanningen toch naar zijn hand te zetten en verkocht het aan Jan Tops. Het begin van een wonderlijk verhaal. “Eerlijk, dat ene paardje heeft heel mijn carrière bepaald. Hoe zou het gelopen zijn zonder Itot, ik vraag het me weleens af. Helemaal op mijn maat gesneden. Hoe vaak heb ik het niet gehoord : Itot is geen kampioenschapspaard, te klein voor een grote galopsprong. Gelukkig heeft in onze sport niemand de wijsheid in pacht. Die eerste sprongen met Itot, alsof we elkaar al jaren kenden, dat gevoel van samenhorigheid ook, het werd almaar meer bevestigd. Altijd en overal deed hij zijn uiterste best, hij wilde vooral niet ontgoochelen. Als ik met hem in de arena kwam, wist ik dat het niet mis kon lopen. ‘Le petit guerrier’, schreef iemand, maar Itot was meer dan dat. Vorig jaar in Parijs, 23 jaar na Jappeloup van Pierre Durand, heb ik afscheid genomen van het paard van mijn leven. Een moeilijk moment met de onvermijdelijke tranen maar zijn rust heeft hij wel verdiend. En van verdienen gesproken, drie miljoen euro heeft hij gewonnen. Dit even terzijde. En dankbaarheid is wel op zijn plaats. Mooier dan onze sport is er geen. De schoonheid reikt veel verder dan een geslaagde sprong over een monumentale hindernis. Respect en vertrouwen, daar draait het om. Paarden houden van mensen, met heel hun hart en ze accen-tueren dat met hun hoofd. En toch zijn ze allemaal zo anders, zo verschillend. Dat maakt die wereld zo fascinerend. Dat wij mogen omgaan met die karakters, die temperamenten, traag of heftig, dat is een onnoemlijk voorrecht. Voor je geduld en je drang om ze te doorgronden en te begrijpen krijg je zoveel terug. Het paard is nooit van jou, het is wel helemaal bij jou. Zo was het ook met Itot du Château.”
Met het genadebrood voor Itot is een einde gekomen aan een succesvolle fase in het leven van de spraakzame en charmante amazone. In de stal Tops drummen heel wat jonge paarden om aandacht. Wie wordt de opvolger van Itot ? Edwina Alexander is er nog niet helemaal uit. Een tijd leek de Carthagozoon Old Chap Tame voor nieuwe successen te zullen zorgen, zeker na de overwinning in de Grote Prijs van Doha. Edwina Alexander twitterde naar de hele wereld : ‘happy with Chappie’. Maar zie, Chappie werd in mei doorverkocht naar Saoedi-Arabië. Zo gaat dat in een gerenommeerde handelsstal. “De negenjarige Ego van Orti wordt beter bij elk parcours en Tequila, een dochter van wereldkampioen Vigo d’Arsouilles, komt er ook aan. We zien wel. Niet zo erg, een rustpauze. Het leven is meer dan paarden alleen. Ze beheersen je leven maar soms wil ik ook genieten van andere dingen, van het leven in de stoeterij van Valkenswaard maar ook van de sfeer in Monaco waar we nu wonen. Tijd voor een goed boek en voor mijn eerste passie, mode. Als kind wilde ik ‘fashion designer’ worden maar de paarden van onze buren hebben mij een andere kant uitgestuurd. Geen toeval dat er een goede band is gegroeid met mijn sponsor Jaeger-LeCoultre. Ik ben gefascineerd door de schoonheid en de perfectie van uurwerken, ik wil daar elk detail van kennen.”
De Global Champions Tour, het geesteskind van Jan Tops en ondertussen voor de helft doorverkocht, krijgt weleens meer kritiek. Sport voor de ‘rich and famous’, maar dat wil Edwina Alexander toch wel even nuanceren. “Vergeet niet dat het initiatief van Jan de jumpingsport naar een hoger niveau heeft getild. Het is waar dat er zware inspanningen moeten geleverd worden maar er is ook meer geld te verdienen. De hele sport is beter geworden dankzij de GCT. Ruiters die in andere circuits aan de slag zijn, profiteren mee. De concurrentie is groter geworden : zoveel nieuwe, jonge ruiters de laatste tien, vijftien jaar, en niet alleen uit het Midden-Oosten. Nieuwe namen die zorgen voor een grotere ‘exposure’. Ik denk aan Jessica Springsteen, de dochter van de ‘Boss’, en aan mijn beste vriendin in de sport, Charlotte Casiraghi van Monaco. Het is maar hoe je het bekijkt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier