Boeken: 4 tips van Trends van dit jaar

© Getty Images
Alain Mouton

Voor wie voor zijn of haar vakantie op zoek is naar leesinspiratie: vier nieuwe tips van Trends.

Vlaanderens waanzinnigste eeuw

Oorlogen, klimaatcrisissen, een pandemie, spanningen tussen de elite en het gewone volk en ergernis over te hoge belastingen: Europa en de westerse wereld maakten het sinds het begin van dit decennium allemaal mee. De periode na 2020 vertoont opvallende gelijkenissen met de veertiende eeuw in Vlaanderen. Dat was een tijdperk van economische bloei, maar ook van crisissen.

Historicus en jurist Joren Vermeersch brengt ‘Vlaanderens waanzinnigste eeuw’ in een nieuw boek weer tot leven. Hij doet dat niet aan de hand van het leven van koningen of graven, maar door de ogen van de kleine mens. Daarvoor snuisterde hij jarenlang in kronieken en archieven. Het resultaat is een geslaagd non-fictieboek dat in romanstijl geschreven is. De lezer maakt kennis met rijke handelaars in Brugge, maar ook met wevers, vollers, vissers en kroegbazen.

Begin veertiende eeuw was Vlaanderen dankzij de lakenhandel een van de rijkste regio’s van Europa. Maar onderhuids sluimerde een sociaal conflict tussen de rijke patriciërs, die alle macht naar zich toetrekken in steden als Brugge, Gent en Ieper, en de lagere klasse, die geen toegang kreeg tot cruciale schepenambten. De indirecte belastingen, die vooral door de armeren werden betaald, waren een bron van ergernis. De rijke elite wist zich verzekerd van de steun van de Franse koning. Vermeersch toont aan dat het conflict dat tot de Guldensporenslag van 1302 leidde sterk sociaal getint was. Ook de pestepidemie van 1347-1354 komt uitgebreid aan bod. De ontreddering bij de bevolking, die maar niet kon achterhalen wat de oorzaak van die dodelijke ziekte was, vertelt Vermeersch op een briljante wijze.

Hij brengt ook het verhaal van de uitbarsting van de Tarawera-vulkaan in Nieuw-Zeeland in 1315 in herinnering. De daaruit volgende enorme stofwolken in de stratosfeer verstoorden het klimaat en leidden tot natte zomers in Europa tussen 1315 en 1317. Het resultaat was een dramatische hongersnood. 

Vermeersch schetst ook ontluisterende portretten van Vlaamse volksmenners als Nikolaas Zannekin en Filips van Artevelde. Vandaag zijn in Vlaanderen veel straten naar hen vernoemd, maar bij leven waren het geen doetjes.

Joren Vermeersch, Vlaanderens waanzinnigste eeuw. 1297-1385, Borgerhoff & Lamberigts, 600 blz., 34,99 euro

Het Tokio Tribunaal, een omstreden tribunaal

Het Neurenberg-tribunaal, dat kort na de Tweede Wereldoorlog de kopstukken van het naziregime berechtte, behoort tot het collectieve geheugen en lag aan de basis van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Minder bekend is dat tussen 1946 en 1948 in Tokio een vergelijkbaar proces plaatsvond. Daar stonden Japanse oorlogsmisdadigers terecht. De geallieerden waren van oordeel dat de Japanners gestraft moesten worden voor de verrassingsaanval op Pearl Harbor en de wreedheden tegen burgers en krijgsgevangenen in Nederlands-Indië, China en de Filipijnen. De Dodenmars van Bataan (1942) op de Filipijnen, waarbij tal van Amerikaanse krijgsgevangenen omkwamen, stond symbool voor de Japanse wreedheid. Een relevant cijfer: 4 procent van de geallieerde krijgsgevangenen kwam om in de Duitse en Italiaanse kampen. Van de geallieerden die de Japanners gevangen hadden genomen, overleefde 27 procent de oorlog niet. Zestien Japanse oorlogsmisdadigers kregen levenslang en zeven (onder wie premier Hideki Tojo) de doodstraf.

Maar anders dan het Neurenberg-­proces, blijft dat van Tokio omstreden, schrijft de Amerikaanse specialist internationale betrekkingen Gary J. Bass. Het proces bracht meer verdeeldheid dan duidelijkheid met zich. De rechters kwamen niet alleen uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Nederland en Australië, maar ook uit India en China. De Indiase rechter Radhabinod Pal pleitte voor de vrijspraak, omdat het Japanse militarisme volgens hem een gerechtvaardigd antwoord was op het westerse kolonialisme en racisme in Azië.

De Amerikanen moesten voorzichtig zijn: zij hadden een atoombom gedropt op twee Japanse steden. Bass stelt dat de Amerikaanse generaal Curtis LeMay, de man achter het bombardement op 67 Japanse steden, een oorlogsmisdaad heeft begaan. Achteraf gaf LeMay toe dat hij bij een Japanse overwinning de strop had gekregen.

De Japanse keizer Hirohito stond niet terecht en zou tot zijn dood in 1989 regeren. De Amerikanen wilden hem ongemoeid laten, omdat zijn veroordeling tot anarchie in het land zou leiden. Japan, op weg naar een democratie, moest een bondgenoot van de Verenigde Staten worden. Daar kon China, waar de communisten aan de winnende hand waren, niet mee lachen. In Tokio worden oorlogsmisdadigers nog altijd geëerd in een shintoheiligdom, tot frustratie van China.

Gary J. Bass, Het Tokio Tribunaal, Hollands Diep, 
896 blz., 49,99 euro

Slapend rijk: de kolonisten van de Wetstraat

Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere pleit voor een verbod op partij-advertenties op sociale media. Vorig jaar hebben de politieke partijen 6 miljoen euro uitgegeven aan advertenties op Meta (Facebook en Instagram). Depraetere wil een verbod, omdat de bedragen volgens haar abnormaal hoog zijn. Het thema van de partij­financiering komt uitgebreid aan bod in De kolonisten van de Wetstraat van een aantal politicologen onder leiding van Bart Maddens (KU Leuven).

In het boek komt Vlaams Belang-­voorzitter Tom Van Grieken uitgebreid aan het woord. Zijn partij besteedde vorig jaar 1,6 miljoen euro aan Facebook-uitgaven; enkel de N-VA zit hoger met 1,8 miljoen euro. Van Grieken anticipeert zowaar op het voorstel van Depraetere: “Wij hebben succes met Facebook. Resultaat? Het zal worden verboden. Het is een beetje zoals de katholieke kerk die het drukken van boeken wou tegenhouden omdat die de protestantse boodschap verspreidden.”

De getuigenissen van de politici maken van De kolonisten van de Wetstraat zeer interessante lectuur. De gesprekken met partijkopstukken verlopen weliswaar niet altijd even hartelijk. De neocommunisten van de PVDA/PTB moeten benadrukken geen euro gekregen te hebben van China of Rusland. Jean-Marie Dedecker noemt de politicologen die hem ondervragen “erger dan de fiscus”.

Een zeer relevante quote is die van Piet De Zaeger, politiek directeur van de N-VA: “Wij hebben nooit, maar dan ook nooit, een verhoging van de partijfinanciering mee goedgekeurd. Het zijn de traditionele partijen die de subsidies hebben verhoogd om hun inkomsten op peil te houden, ondanks electoraal verlies.”

Dat is inderdaad de oorzaak van de ontspoorde partijfinanciering, waardoor de politieke formaties kunnen rekenen op 78,3 miljoen euro overheidssubsidies per jaar. Dat is bijna 78 procent van hun inkomsten. De traditionele partijen in België hebben de voorbije dertig jaar constant marktaandeel verloren. Eind jaren tachtig haalden ze samen nog 79 procent van de stemmen, in 2019 slechts 45 procent. Normaal had dat electorale verlies zich ook moeten vertalen in een evenredige vermindering van de subsidies. Maar ze hebben die daling afgeremd door de overheidssubsidies te verhogen. Op die manier konden ze hun inkomsten een tijdlang min of meer op peil houden. Partijen als de N-VA, het Vlaams Belang en de PVDA werden zo wel slapend rijk.

Bart Maddens (Red.), De kolonisten van de Wetstraat. Partijfinanciering in België en de EU, Ertsberg, 282 blz., 29,95 euro

De levens van Hugo Claus

Wanneer pakweg Bart Van Loo een nieuw boek lanceert, gaat dat gepaard met een uitgekiende reclamecampagne. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar het is een relatief recent verschijnsel. Iemand die daarin de bakens verzette, was Hugo Claus (1929-2008). In het voorjaar van 1983 werd zijn opus magnum Het verdriet van België met veel toeters en bellen uitgebracht. “Het gold nog lang als hét voorbeeld van het fenomeen mediahype in de boekenbranche”, schrijft Mark Schaevers in de biografie van de literator. “De pers was helemaal klaar om er groot boekennieuws van te maken. In noord en zuid waren er schermutselingen over het doorbreken van het embargo om als eerste over de roman te kunnen berichten.”

Claus ging handig mee in het marketingverhaal, onder andere met gesmaakte tv-optredens. Dat de gebeurtenissen in Het verdriet van België nu eens zuivere fictie waren, dan weer gebaseerd op bestaande personen, prikkelde de nieuwsgierigheid bij wie twijfelde om het boek te kopen. Hoofdfiguur Louis Seynaeve was een alter ego van de auteur die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het collaboratiekringen vertoefde. Net als Hugo Claus zelf die via zijn familie lang in de ‘zwarteschaapstal’ rondhing en pas langzaam evolueerde richting de avant-gardekringen van surrealisten, Cobra-kunstenaars (Karel Appel en co) en rebelse Nederlandse dichters en schrijvers (‘De Vijftigers’).

Over zijn verleden heeft Claus altijd veel mist gespuid. “Liegen was een bondgenoot”, schrijft Schaevers, en daarom is de biografie een huzarenstuk. Hij slaagt erin feiten en fictie van elkaar te scheiden.

Claus was als dichter een gevoelsmens, leert de biografie, en dat gold ook voor zijn relaties met vrouwen. Als partner van onder meer de actrice Sylvia Kristel werd hij in de jaren zeventig een societyfiguur. Dat hielp ook om zijn werken aan de man te brengen. Zijn kansen op de Nobelprijs Literatuur – die hij nooit kreeg – versterkten zijn reputatie. Maar niet alles wat Claus aanraakte veranderde in goud. Als cineast bleef hij ondermaats. De verfilming van De Leeuw van Vlaanderen (1984) was een ramp. Het sacrament (1989) was beter maar werd geen kassucces.

Mark Schaevers, De levens van Hugo Claus, De Bezige Bij, 975 blz., 49,95 euro

Partner Content