Wat oranje wortels leren over economie

WORTELS “Voor de meeste mensen in rijke landen is voedsel gewoon iets wat er is.” © Getty Images
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

De wereld meer inzicht verschaffen over economie. Dat is de niet geringe ambitie van de in Engeland wonende Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang. In zijn nieuwste boek probeert hij dat aan de hand van voeding. “Als je de vrije markt opdringt aan arme landen, creëer je een probleem.”

Wortels waren niet altijd oranje. De oorspronkelijke wortel komt uit Centraal-Azië, hoogstwaarschijnlijk uit het gebied wat nu Afghanistan is, en was wit. Pas later werden gele en paarse variëteiten ontwikkeld. De oranje wortel ontstond in de zeventiende eeuw in Nederland. Er werd beweerd dat de nieuwe soort werd gepromoot omdat ze verwees naar Willem van Oranje, de leider van de zestiende-eeuwse opstand tegen Spanje, maar dat is nooit bewezen.

Het nieuwste boek van de Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang is doorspekt met dat soort weetjes. Het idee om aan de hand van verhalen over voedsel te vertellen over hoe de economie functioneert, viel Chang al ruim tien jaar geleden in. Niet alleen omdat hij dan zijn twee favoriete onderwerpen, eten en economie, in één boek kon combineren, ook omdat het hem een geschikte manier leek om de economie uit te leggen aan mensen die anders nooit een boek over dat onderwerp zouden lezen.

“Veel mensen denken, vaak niet ten onrechte, dat economieboeken een beetje saai zijn”, vertelt Chang via Zoom vanuit Londen, waar hij sinds vorig jaar doceert aan de SOAS University of London, na een loopbaan van enkele decennia aan de universiteit van Cambridge. “Maar bijna iedereen is geïnteresseerd in eten en voedsel. Dat leek me dus een goede manier om uit te leggen hoe onze kapitalistische economie in elkaar zit.”

En niet zomaar uitleggen, want Chang heeft ook een missie, die al duidelijk werd in bestseller 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme, waarvan wereldwijd ruim een miljoen exemplaren zijn verkocht. Met dat en zijn nieuwe boek wil hij mensen duidelijk maken dat economie meer ingrijpt in hun leven dan ze denken. Dat de economische processen achter veel politieke beslissingen vaak verborgen blijven of niet te begrijpen zijn, ondermijnt de democratie, betoogt Chang. “Onlangs sprak ik met enkele mensen die de Britse monarchie verdedigden omdat ze veel toeristen lokt en zo zorgt voor inkomsten. Dat is een onzinnige manier om te kijken naar een instituut dat de basis van je democratische samenleving zou moeten zijn. Het is misschien een onschuldig voorbeeld, maar het illustreert wel hoe het neoliberale economische denken dominant is, terwijl mensen het maar half begrijpen.”

Patenten zijn een groteske vorm van protectionisme geworden, maar dan wel protectionisme door rijke, westerse landen

Ook hier legt Chang een verband met voedsel. “Eten is belangrijk voor ons overleven en ons geluk. Maar voor de meeste mensen in rijke landen is voedsel gewoon iets wat er is, terwijl ze er geen moment bij stilstaan hoe belangrijk het is dat voedsel wordt geproduceerd, en hoe en waar het wordt geteeld. Met economie is het net zo. Het is erg belangrijk te weten hoe de economie is georganiseerd, maar tegenwoordig wordt ons gevraagd een systeem te omarmen zonder na te denken over hoe het in elkaar zit. We lijken te aanvaarden dat dit neoliberale model de enige manier is om onze economie en de wereld te organiseren. Maar dat is helemaal niet zo. Ik wil dat de mensen daarover nadenken en erover praten met elkaar.”

Lees verder onder de foto

HA-JOON CHANG “In arme landen wordt vaak harder gewerkt dan in geïndustrialiseerde landen.” © National

Gouden rijst

Terug naar de wortel: die werd oranje omdat Nederlandse wetenschappers erin slaagden bètacaroteen aan de knol toe te voegen, een stof die in het lichaam wordt omgezet in vitamine A, die essentieel is voor de huid, het immuunsysteem en vooral de ogen. Een teveel aan vitamine A kan leiden tot vergiftiging, wat weleens gebeurde met scheepslui die hun vitamine A haalden uit het eten van de levers van zeehonden of ijsberen. Omdat bètacaroteen een veilige manier is om vitamine A op te nemen in het lichaam, is het niet zo gek dat in een scheepvaartnatie als Nederland die manier werd ontdekt om een extra voedingsstof toe te voegen aan de witte wortel.

In 2000 hebben wetenschappers een methode ontdekt om bètacaroteen ook toe te voegen aan rijst, wat de variëteit rijk aan vitamine A maakt en de korrel een goudgele kleur geeft. Zo ontstond de gouden rijst. Dat is belangrijk, want traditionele rijst bevat bijna geen vitamine A, waardoor arme mensen in rijstetende landen vaak kampen met een vitamine A-tekort. Dat leidt jaarlijks tot 2 miljoen sterfgevallen, een half miljoen gevallen van blindheid en enkele miljoen gevallen van xeroftamie, een slopende oogziekte waardoor het hoornvlies uitdroogt.

De wetenschappers verkochten hun ontwikkeling aan het Zwitserse Syngenta, maar daar zit het al jarenlang geblokkeerd door patenten. Om de gouden rijst te kunnen commercialiseren, moet een wirwar aan ruim zeventig patenten worden ontward. “Ooit was een patent een prikkel voor innovatie, nu is het een groot obstakel. We moeten dat herzien”, vindt Chang.

Silicon Valley

“Patenten zijn een groteske vorm van protectionisme geworden, maar dan wel protectionisme door rijke, westerse landen”, stelt Chang. “Daardoor worden nieuwe ideeën, vaak uit arme landen, geblokkeerd, zoals met de gouden rijst het geval is, terwijl die voeding miljoenen mensen zou kunnen helpen. In de negentiende eeuw waren voorstanders van de vrije markt erg tegen patenten. Er was zelfs een groep van Duitse en Engelse economen die zich verzamelden in de Anti-Patent League, die werd gesteund door artikelen in The Economist. Nu is dat magazine een van de verdedigers van patenten.” Chang is niet strikt tegen patenten, maar hij plaatst vraagtekens bij de termijn van twintig jaar, en nog eens acht jaar extra in de farmaceutische sector. “Met zo’n systeem creëer je de facto monopolies”, vindt hij.

Als je een baby wilt laten groeien, moet die beschermd worden. Hetzelfde geldt voor jonge, nog niet volledig ontwikkelde economieën

En hij meent dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen patenten die zijn ontwikkeld door bedrijven en patenten die deels zijn ontwikkeld met overheidsgeld. Want dat is het veelgebruikte argument door voorstanders: zonder bescherming zal er niet langer geïnvesteerd worden in onderzoek en ontwikkeling. “Dat klopt maar gedeeltelijk”, zegt Chang. “Zelfs in de farma-industrie wordt 30 procent van het onderzoek gefinancierd door de overheid en nog eens 20 procent door stichtingen. De medische industrie financiert dus maar de helft van haar eigen onderzoek, maar de sector strijkt wel de volledige winst op.”

De farmaceutische sector is geen uitzondering, betoogt Chang. Het internet ontstond aan universiteiten, de computer werd ontwikkeld met geld van het Pentagon en de ontwikkeling van de microchip werd gefinancierd door de Amerikaanse Navy. “Silicon Valley zou niet eens bestaan zonder investeringen in Amerikaanse defensie”, lacht Chang. En vroeger was het niet anders: de ritssluiting werd geperfectioneerd door het Amerikaanse leger, omdat jassen en tassen dichtknopen te veel kostbare tijd in beslag nam.

Collectieve amnesie

De veranderende houding tegenover patenten in de westerse, rijkere economieën, is niet de enige verandering die Chang opmerkt. Nu zijn de westerse economieën allemaal warme voorstanders van de vrije markt, willen ze dat de hele wereld deelneemt aan de economie volgens hun regels. Maar het was niet altijd zo. Ooit waren de Verenigde Staten en Groot-Brittannië erg protectionistisch. “Van alle moderne economieën zijn Nederland en Zwitserland wellicht de enige die niet zijn ontstaan dankzij protectionisme, al hebben de Nederlanders hun groei te danken aan hun agressieve imperialistische politiek. Maar Amerika was de hele negentiende eeuw erg protectionistisch, maar dat zijn de Amerikanen, en vooral de Amerikaanse bepleiters van de vrije markt, allemaal vergeten. Er heerst collectieve amnesie. Maar als je een baby wilt laten groeien, moet die ook beschermd worden. Hetzelfde geldt voor jonge, nog niet volledig ontwikkelde economieën. Dat noemen we het infant industry-beleid.”

Bio Ha-Joon Chang

• Geboren in Seoul in 1963

• Zijn vader was minister van Industrie in Zuid-Korea

• Hij studeerde economie in Seoul en Cambridge

• Doceerde van 1991 tot afgelopen jaar aan de faculteit economie in Cambridge

• Hij staat bekend als een criticus van het neoliberalisme

• Hij publiceerde een reeks populaire boeken over economie, waaronder 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme en Economie: de gebruiksaanwijzing

Chang benadrukt dat hij niet tegen de vrije markt of vrijhandel is. “Maar dan wel tussen vergelijkbare ontwikkelde economieën. De vroegere EEG, de voorloper van de Europese Unie, was een goed voorbeeld van een vrije markt tussen gelijkwaardige economieën. Maar als je de vrije markt opdringt aan arme landen, creëer je een probleem, want dan kunnen die landen nooit hun industrie ontwikkelen zoals de rijke landen deden.”

Dan moeten de mensen in die arme landen maar harder werken en niet onder de kokospalm liggen wachten tot de noten eruit vallen, luidt een populaire opinie. Terwijl landen vaak werden gedwongen om zich te specialiseren in primaire grondstoffen met laagwaardige toepassingen. In arme landen wordt wel degelijk hard gewerkt, vaak harder dan in geïndustrialiseerde landen. Alleen hebben ze vaak niet de toegang tot de nieuwste technieken of ontwikkelingen om de nodige stappen voorwaarts te doen. “Maar dat heeft niets met luiheid te maken”, aldus Chang.

Toch zit de menselijke geest blijkbaar zo in elkaar dat succes wordt gezien als een persoonlijke, individuele prestatie. “Aan de Universiteit van Californië werd onlangs een experiment gedaan met een nieuwe versie van Monopoly, waarbij een speler dubbel zoveel geld krijgt bij de start en met twee dobbelstenen mag gooien, terwijl zijn tegenspeler slechts met één dobbelsteen mag gooien. Als ze langs de start passeren, krijgt de rijke speler dubbel zoveel geld als de arme speler. Uiteraard wint de rijke altijd. Toch denkt die dat hij zijn overwinning heeft te danken aan zijn betere strategie en dat hij de zege volledig verdient”, vertelt Chang.

Confucianistische cultuur

Hetzelfde geldt voor culturele stereotypering. “Koreanen maken van eikels een soort plantaardige gelei, lekker in een salade, maar geen delicatesse. Europeanen voederen eikels aan de ibericovarkens, wat dan weer zorgt voor jamón ibérico, volgens sommigen de beste ham ter wereld”, vergelijkt Chang. “We denken dat cultuurverschillen een belangrijke invloed hebben op de economie, maar met cultuur kun je alles verklaren. In de jaren vijftig, zestig en zelfs nog zeventig was het gemeengoed om te zeggen dat landen uit Oost-Azië het economisch niet zo goed deden wegens hun confucianistische cultuur, die te bureaucratisch en niet commercieel genoeg was. Handelaars stonden onderaan de pikorde. Toen de Oost-Aziatische economie begon te bloeien, vooral in Japan en Korea, werd dat verklaard door de harde werkethiek in de confucianistische traditie. Maar het enige wat er echt toe doet, is het overheidsbeleid. Korea heeft er met protectionistische maatregelen voor gezorgd dat bedrijven als Hyundai-Kia en Samsung konden uitgroeien tot wereldspelers. Japan deed hetzelfde voor moderne giganten als Toyota of Mitsubishi. Met confucianisme had dat weinig te maken, wel met overheidssteun en beleid.”

Met cultuur kun je alles verklaren. Het enige wat er echt toe doet, is het overheidsbeleid

Economie om van te smullen. Met voedsel de wereldeconomie verklaard.

Ha-Joon Chang

Nieuw Amsterdam,

256 blz.

24,99 euro

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content