Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Unie, heeft er maandag op gewezen dat de sterke euro de begrotingsproblemen van de eurozone jarenlang heeft verdoezeld.
Dat zei hij in een interview met de Britse zakenkrant Financial Times.
Volgens hem werden de “onderliggende problemen” gemaskeerd door de euro, die gedurende zijn eerste elf levensjaren een sterke munt was, wat leidde tot minimale renteverschillen tussen de verschillende landen.
De eurolanden konden dus, ongeacht hun budgettaire toestand, aan lage intrestvoeten lenen. “Dit had het effect van een slaapmiddel”, illustreerde Van Rompuy in de krant.
Sinds het uitbreken van de begrotingscrisis in Griekenland, lijken de financiële markten zich beter bewust van de mogelijke gevaren. Maar volgens Van Rompuy wordt er wel overgereageerd op kleine incidenten. “De meesten van ons zijn niet tevreden met de excessieve ontwikkelingen op de financiële markten. Over het algemeen straffen die een slecht beleid af, maar soms gebeurt dat op een overdreven en disproportionele manier, gebaseerd op geruchten en vooroordelen”.
De EU-voorzitter sloot niet uit dat het Verdrag van Lissabon moet worden aangepast om verdere economische integratie te bewerkstelligen. De oproep van Duitsland om het Verdrag strenger te maken voor begrotingszondaars, is volgens Van Rompuy geen prioriteit, maar het kan ook niet uitgesloten worden. “Het onderwerp is niet taboe. Maar momenteel werken we binnen het kader van de huidige verdragen.”
