Sam Lievens (Orionis Biosciences): ‘Eindelijk hebben we een nieuw wapen tegen moeilijk te genezen kankers’

Sam Lievens (Orionis Biosciences). "We hebben al twee producten in de klinische testfase."
*  

Er is een nieuwe strategie tegen kanker: moleculaire lijm. Een van de spelers in deze veelbelovende markt is het Belgisch-Amerikaanse Orionis Biosciences. De Gentse wetenschapper Sam Lievens stuurt er mee het onderzoek aan. Het wordt een intense wedloop. “Er is een hele industrie op moleculaire lijm gesprongen.”

Kanker zijn cellen die onophoudelijk blijven groeien. Er bestaan geneesmiddelen die de groei blokkeren, maar die werken niet altijd. Mogelijk is er een betere oplossing in de maak. In menselijke cellen is een mechanisme aanwezig dat eiwitten afbreekt. Dat mechanisme zou je kunnen inzetten om op hol geslagen eiwitten die de ongecontroleerde celgroei veroorzaken, af te breken. Maar dan moet het afbraakmechanisme die slechte eiwitten eerst weten te vinden. Daar bestaat een techniek voor, die nu getest wordt door een reeks farmabedrijven: moleculaire lijm. Dat zijn moleculen die ervoor zorgen dat een ander eiwit, ubiquitine, zich hecht aan het slechte eiwit en daar een soort tag achterlaat, een vlaggetje. Het afbraakmechanisme herkent de eiwitten met zo’n vlaggetje en doet vervolgens zijn werk. De cel breekt dus zelf het kankereiwit af.

Interessant is hoe moleculaire lijm ook kan worden ingezet tegen andere ziektes, zoals aandoeningen van het afweersysteem en van het zenuwstelsel. Aangedreven door het grote marktpotentieel is de race naar moleculaire lijm volop bezig, en het Belgisch-Amerikaanse Orionis Biosciences doet mee. Het bedrijf is een spin-off van de Universiteit Gent en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), dat het bedrijf mee oprichtte. Andere oprichters waren professor Jan Tavernier, verbonden aan de Universiteit Gent en het VIB, en Niko Kley, een gerenommeerd wetenschapper en ondernemer uit Boston. Tot de eerste kapitaalverschaffers behoorde onder meer V-Bio, een investeringsfonds verbonden aan het VIB.

Dat Orionis Biosciences niet bepaald een amateur is, bewijst de interesse van de farmareuzen. In 2022 sloot Novartis een strategische samenwerking af met Orionis Biosciences. In 2023 en nogmaals in 2025 sloot ook Genentech een samenwerkingsakkoord met Orionis Biosciences. Genentech is een Amerikaans biotechbedrijf en een onderdeel van het farmaconcern Roche. De twee akkoorden met Genentech leverden voorafbetalingen van samen zowat 150 miljoen dollar op. Daar kan nog 2 miljard dollar bij komen, als Orionis Biosciences de zogenoemde ontwikkelingsmijlpalen haalt. Daarbovenop kunnen nog eens royalty’s komen op de verkoop van de medicijnen die voortkomen uit de samenwerking.

‘De technologieën die we ontwikkelden, hebben snel het vertrouwen gewonnen van Novartis en Genentech, toch niet van de minste in de farmasector’

Het hoofdkantoor van Orionis Biosciences staat in Boston. In Gent, waar het verhaal begon, heeft het bedrijf een onderzoekscentrum, dat intussen flink uit kleren gegroeid is. “Je bezoekt ons te vroeg”, lacht Sam Lievens, directeur Biologie van Orionis Biosciences. “We verhuizen binnenkort naar het nieuwe gebouw van het VIB, waar we twee volledige verdiepingen zullen betrekken. Dat zal ons weer de nodige marge geven.”

Lievens, die opgroeide in het Oost-Vlaamse Aalter, was van jongs af aan bezig met de natuur. “Ik zie mezelf nog vogelspotten bij een meer, gewapend met verrekijker. Maar ik was ook graag met mijn handen bezig, met het maken van dingen. De combinatie van die interesses heeft me doen kiezen voor een opleiding tot bio-ingenieur in Gent.”

Summer of biotech

België telt meer dan 300 biotechbedrijven die werken aan oplossingen om de wereld beter te maken voor mens en maatschappij. In deze zomerreeks loodst Trends u langs de verschillende hoeken van het ecosysteem.

Hoe klimt een bio-ingenieur op naar de wetenschappelijke frontlijn van de kankerbestrijding, waar u vandaag staat?

SAM LIEVENS. “Ik slaagde erin professor Marc Van Montagu te strikken als promotor voor mijn masterthesis, en later ook voor mijn doctoraatsthesis. Marc Van Montagu was toen al een naam als een klok. Samen met Jozef Schell en Walter Fiers vormde hij de gouden generatie van de Gentse biotechpioniers. Van Montagu richtte samen met Schell het biotechbedrijf Plant Genetics Systems op, en stond later ook aan de wieg van het VIB.”

Een masterstudentje komt aan in het laboratorium van de grote Marc Van Montagu. Dat moet iets geweest zijn.

LIEVENS. “Het was een openbaring. Professor Van Montagu had een enorm netwerk. Vanuit alle hoeken van de wereld kwamen mensen om hun doctoraat bij hem te maken, tot uit Irak, Iran en Cuba toe. Zelf kreeg ik er alle vrijheid. De apparatuur was top notch. Dat is belangrijker dan je zou denken. Je kunt dan wel een interessant thesisonderwerp bedenken, als je promotor geen middelen en geen apparatuur heeft, kun je weinig aanvangen. In het lab van Van Montagu kon je alles doen wat je maar kon bedenken in de moleculaire plantenbiologie. Het waren boeiende tijden.”

In het laboratorium van professor Van Montagu ging het over plantenbiotechnologie. Hoe hebt u de stap gezet naar de humane biotechnologie?

LIEVENS. “Na mijn doctoraat ben ik gaan werken voor het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, het huidige Sciensano. Daar behandelde ik aanvragen van bedrijven die onderzoek wilden doen naar de genetische modificatie van planten. Dat was best wel een leerrijke periode, maar ik had al snel door dat mijn roeping in het wetenschappelijk onderzoek lag. Na wat rondkijken kon ik aan de slag als postdoctoraal onderzoeker bij professor Jan Tavernier, de latere wetenschappelijke medeoprichter van Orionis Biosciences. Ook professor Tavernier had een goed uitgerust lab. Het was verbonden met het VIB. Dat gaf mij de garantie dat ik als onderzoeker over de nodige apparatuur en middelen zou beschikken. Het onderzoek aan het lab van Jan heeft mee de basis gelegd voor de technologie die wij ontwikkeld hebben in het bedrijf. Als postdoctoraal onderzoeker hielp ik aan dat onderzoek mee.”

Hoe is het tot een spin-off gekomen?

LIEVENS. “Orionis Biosciences is opgericht in 2015. De bedoeling was een platform voor geneesmiddelenontwikkeling te bouwen, gebaseerd op nieuwe biologische mechanismen, geavanceerde automatisering en doorbraken in de datawetenschap. Het startteam stond onder leiding van Niko Kley en bestond voorts uit professor Tavernier – met wie Niko Kley jarenlang had samengewerkt – en mensen van het VIB. Ik kwam er bij als principal scientist en richtte me op het optimaliseren en diversifiëren van toepassingen van de technologie. Riccardo Sabatini is de architect van onze computer- en AI-infrastructuur. Hij kwam naar onze vestiging in Boston in de beginjaren. Het is een ongelooflijk avontuur. Toewijding aan een gemeenschappelijke visie, onze gezamenlijke wetenschappelijke achtergrond en ons netwerk in Boston en elders in de Verenigde Staten zijn de drijvende krachten.”

Biotechstart-ups hebben een hoog risicogehalte. Nooit slapeloze nachten gehad?

LIEVENS. “Nee. We wisten dat we iets waardevols aan het bouwen waren, en we wisten dat we konden slagen. De technologieën die we ontwikkelden in het bedrijf hebben snel het vertrouwen gewonnen van Novartis en Genentech, toch niet van de minste in de farmasector. De uitdaging lag eerder in het samenbrengen van meerdere expertises. We moesten alle aspecten van de ontdekking tot de ontwikkeling van medicijnen integreren. Bij dat proces komt heel wat kijken: chemie, want we werken met moleculen; geneeskunde, want we hebben kennis van ziektebeelden als kanker nodig; en computertechnologie, om te kunnen omgaan met de grote schaal waarop we werken. We zijn altijd in meerdere dimensies blijven groeien.”

Mogen we nu beginnen te dromen? Kan moleculaire lijm kanker uit de wereld helpen?

LIEVENS. “Het is echt moeilijk om daarover voorspellingen te doen. Er zijn heel veel ziekteverwekkende eiwitten, maar een groot deel daarvan bleef tot nu onbehandelbaar, ondanks vele pogingen gedurende vele decennia. Het enige wat ik met zekerheid kan zeggen, is dat moleculaire lijm de mogelijkheid biedt om die onbehandelbare eiwitten in het vizier te nemen. Daarmee hebben we eindelijk een nieuw wapen tegen moeilijk te genezen kankers. Er is een hele industrie op gesprongen. Er zijn al moleculaire lijmen op de markt die helpen tegen een bepaald type van bloedkanker. Maar het blijft moeilijk om moleculaire lijmen op te sporen. Je moet chemische moleculen detecteren die een interactie tussen twee eiwitten tot stand brengen. Wij hebben geïnvesteerd in technologie die honderdduizenden van die moleculen kan screenen op korte tijd. En die screening gebeurt niet in vitro met geïsoleerde eiwitten, maar in humane cellen, de ideale context dus. Dat kun je toch wel een prestatie noemen. Het verklaart waarom bedrijven als Novartis en Genentech bij ons terecht gekomen zijn.”

‘We hebben een groot team van datawetenschappers. We werken hier niet alleen in laboratoria’

Is het volgende argenx in de maak?

LIEVENS. “Wij zijn een grote fan van argenx, en natuurlijk willen wij even succesvol zijn. Maar voor de rest kan je ons moeilijk vergelijken met elkaar. Argenx is actief in een ander marktsegment, met een andere technologie bovendien. Maar uiteraard willen wij, zoals argenx, geneesmiddelen op de markt brengen.”

Voor argenx is het al zover. Wanneer voor Orionis Biosciences?

LIEVENS. “Voor onze moleculaire lijmen zal dat nog wel een aantal jaren duren. We hebben echter al twee andere producten in de klinische testfase, ontworpen door onze afdeling immunotherapie. Die afdeling focust op een tweede manier om kankercellen aan te vallen, namelijk via het humane immuunsysteem. Dat systeem staat constant op de uitkijk en ruimt beginnende kankercellen op. Het systeem wordt geactiveerd door bepaalde cytokines, een soort hormoonachtige stoffen in ons lichaam. Orionis Biosciences heeft cytokines die van nature in ons lichaam voorkomen zo omgevormd dat ze zich selectief richten op specifieke celtypes die ons interesseren, zoals immuuncellen. Doordat we met onze technologie selectief zulke doelwitten kunnen bereiken, benutten we het therapeutische potentieel van cytokines en vermijden we de gebruikelijke schadelijke neveneffecten. In het verleden waren die neveneffecten een groot probleem bij therapieën die gebaseerd zijn op cytokines.”

Heeft Orionis Biosciences nog van die afdelingen die wij niet kennen?

LIEVENS. “Onze data-afdeling? Al onze platformen creëren gigantische hoeveelheden data die we gebruiken om geavanceerde computermodellen te trainen. Die modellen helpen om verschillende aspecten van medicijnontwikkeling te voorspellen, van de optimalisatie van chemische moleculen tot het ontwerpen van nieuwe eiwitten. Orionis Biosciences heeft dus ook een groot team van datawetenschappers. We werken hier niet alleen in laboratoria.”

U werkt nu tien jaar voor Orionis Biosciences. Stel, de baas van een ander biotechedrijf klopt bij u aan en biedt u een stevig beginsalaris.

LIEVENS. “Ik denk er niet aan. Ik ben meegegroeid met dit bedrijf. Het was een fantastische ervaring. We staan mee aan de spits van de ontwikkeling van nieuwe belangrijke geneesmiddelen. Dat laat ik niet schieten.”

‘We staan hier mee aan de spits van de ontwikkeling van nieuwe, belangrijke geneesmiddelen. Dat ga ik niet laten schieten’

Bio

• 1972: geboren in Gent, opgegroeid in Aalter

• 1995: bio-ingenieur (UGent)

• 2001: doctor in biotechnologie (UGent)

• 2001: wetenschappelijk expert Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (nu Sciensano)

• 2002: postdoctoraal onderzoeker Cytokine Receptor Lab (VIB/UGent)

• 2007: technology/business developer (Industrieel Onderzoeksfonds/UGent)

• 2016: principal scientist Orionis Biosciences

• 2019: directeur biologie Orionis Biosciences

Partner Expertise