Jan Pieter De Nul (Jan De Nul Group): ‘Wij zijn geen Club Med’
De bagger- en bouwgroep Jan De Nul Group haalt in volle crisis topcijfers. Toch noemt CEO Jan Pieter De Nul, die tegen wil en dank kandidaat-Manager van het Jaar is, zich geen tevreden man.
Trends bekroont op woensdag 8 januari 2014 voor de 29ste keer de Manager van het Jaar, de meest prestigieuze individuele onderscheiding voor een bedrijfsleider in ons land. We stellen iedere week twee genomineerden aan u voor.
Jan De Nul Group haalde vorig jaar 2,114 miljard euro omzet, de hoogste ooit. De bedrijfskasstroom (ebitda) steeg van 458 naar 510 miljoen euro. Het eigen vermogen dikte in 2012 aan met 119 miljoen aan tot 1,995 miljard. De bankschuld daalde naar 340 miljoen. Midden 2013 werd die afgebouwd tot 193 miljoen.
“Dit jaar geeft hetzelfde beeld”, voorspelt Jan Pieter De Nul. De topman van de bagger- en bouwgroep is niet ontevreden. “Maar ook niet tevreden”, benadrukt hij. “Dat gevoel laat ik over aan de mensen van Antwerpen die zichzelf zo goed vinden (concurrent DEME, nvdr. ). Tevredenheid ondermijnt de overlevingsdrang van ondernemers. Dan vallen ze in slaap. Julius Caesar zei al dat de soldaten van een tevreden leger niet willen vechten. Ik wil tevreden werknemers, maar er moet elke dag gestreden worden. Jan De Nul is geen Club Med.”
Jan De Nul startte ooit als bouwbedrijf. Die tak is nog goed voor 13 procent van de omzet. “De civiele bouwtak verrast me. Hij hield ook dit jaar nog stevig stand.” In eigen land verkreeg een consortium met Jan De Nul de aanleg van de A11, een missing link die de Haven van Zeebrugge moet ontsluiten. Het bouwt ook mee aan de nieuwe Deurganckdoksluis in Antwerpen.
Baggerwerken zijn met 71 procent van de omzet nog altijd de belangrijkste activiteit van Jan De Nul Group. Begin dit jaar haalde hij enkele mooie nieuwe projecten binnen. In Rusland baggerde het bedrijf een toegangskanaal en havenbassin uit voor de bouw van een nieuwe lng-haven op het schiereiland Yamal. In Indonesië haalde de groep vorig jaar een contract binnen voor het opspuiten van een eiland ten noorden van Jakarta. In Australië verkreeg de groep net het contract voor de bagger- en opspuitwerken in opdracht van de luchthaven van Brisbane. Het is ongeveer 350 miljoen euro waard. Het consortium van Jan De Nul en het Franse Eiffage zullen ook het toegangskanaal naar de haven van Dakar uitbaggeren. Het is al de derde firma die zal proberen 700.000 kubieke meter harde grond weg te halen in het kanaal.
Offshoreactiviteiten zijn de derde tak van Jan De Nul Group, met 12 procent van de totaalomzet. In Australië gaat de groep op de bodem van de zee, op meer dan 150 meter diepte, een geul uitbaggeren voor de aanleg van pijpleidingen.
De milieupoot ten slotte is de kleinste poot met Envisan (4%), onder meer actief in het Antwerpse AMORAS-slibverwerkingsproject. “De milieupoot doet het goed, maar enorm is de omzet niet. Het is wel een sector met toekomst, omdat er wereldwijd eindelijk werk wordt gemaakt van de vele brownfields.” Envisan is hierin actief als PSR Brownfield Developers.
Geen herstel in zicht
De topman ziet de eerste drie jaar nog geen verbetering in de economie. Meer nog, hij verwacht een nieuwe financiële crisis. “Die zal niet zo massaal zijn als eerder, maar groot genoeg om landen als Frankrijk en België in het rijtje van Italië en Spanje te drijven”, klinkt het pessimistisch. “Gelukkig zijn baggerbedrijven per definitie zwaar gekapitaliseerd. We vallen niet om bij een beetje wind. In Zuid-Amerika, Afrika en het Midden-Oosten hoor ik nog positieve signalen. Maar het vet is er van de soep. Het Verre Oosten leek even de draad weer op te pikken, maar daar geloof ik niet meer in. Ik ben pessimistisch over China en bijgevolg ook over het hinterland Australië. Officieel heeft China een groei van 6 procent, maar van lokale economische experts hoor ik dat de cijfers zijn opgeblazen.”
Jan De Nul Group voelt dat. De grootste baggergroep ter wereld is CHEC, dochter van het overheidsbedrijf CCCC. CCCC-voorzitter Zhou Jichang kondigde aan uit te willen breiden naar Afrika, het Midden-Oosten en Brazilië. “Vroeger hadden de Chinezen hun handen vol met de binnenlandse markt. Nu vallen ze ons overal in de wereld aan met dumpingprijzen. Bovendien werken ze met degelijk materiaal, dat ze onder de prijs konden aankopen op Nederlandse werven. Dat was mogelijk omdat Nederland die subsidies ooit omschreef als ontwikkelingshulp om zo het cijfer van 0,7 procent van het bruto binnenland product (bbp) te halen. Deze subsidie aan de scheepswerven is ook negatief voor de twee Nederlandse concurrenten.”
De totale baggermarkt wordt geraamd op bijna 11 miljard euro per jaar. De vrije markt op 6 miljard. De openstelling van de Canadese markt, zopas onderhandeld door eurocommissaris Karel De Gucht, zal volgens Jan Pieter De Nul niet veel veranderen, wegens te klein. Europa en de VS onderhandelen ook over de bijsturing van de Jones Act, die buitenlandse baggeraars uit de Amerikaanse wateren weert.
Jan De Nul Group investeerde de voorbij zeven jaar meer dan 2,2 miljard euro in zijn vloot. Elke euro winst ging terug naar het bedrijf, en dat in tegenstelling tot DEME, dat meestal de helft uitkeert. “Wat mijn aandeelhouders daarvan vinden? Dat weet ik niet. Waarom zou ik een dividend uitkeren? Ze kunnen zelf met werken hun loon verdienen. Het is mijn plicht de winst in het bedrijf te houden.”
Jan Pieter De Nul noemt zich geen kandidaat-Manager van het Jaar. “Ik ben geen kandidaat en ik ben geen manager. Ik ben een ondernemer, maar ook een chaoot. Om de chaos te ordenen, heb ik net goede managers naast mij nodig. Ik ben ik echter niet degene die zich laat omringen door Vlerick-alumni. Hun stijl is tegen mijn ondernemende natuur.”
Manager van het jaar 2013
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier