Autodesigner Lowie Vermeersch over de mobiliteit van de toekomst: ‘Reistijd hoeft geen verloren tijd te zijn’

Lowie Vermeersch
Lowie Vermeersch
Myrte De Decker
Myrte De Decker redacteur bij Trends

“De vraag is niet: wat is de auto van de toekomst, maar wat zijn de verschillende soorten mobiliteit die we in de toekomst nodig hebben”, zegt internationaal vermaarde auto-ontwerper Lowie Vermeersch. In zijn Milanese designbureau Granstudio brengt hij die toekomst in beeld. “Mobiliteit kan echt fun zijn.”

“Het woord ‘mobiliteit’ heeft voor velen een negatieve, saaie en idealistische bijklank”, zegt de internationaal vermaarde autodesigner Lowie Vermeersch (49), die in Milaan zijn eigen ontwerpbureau Granstudio leidt. “Ik zie het zelf niet zo. Mobiliteit kan echt fun zijn. Het is een belangrijk onderwerp in onze maatschappij, maar het wordt verschrikkelijk onderschat. Mobiliteitsoplossingen kunnen een enorme impact hebben. Maar dan moeten we de mens weer centraal zetten in het debat.”

Uw designbureau Granstudio ziet mobiliteit breder dan het volgende automodel.

LOWIE VERMEERSCH. “Het ontwerpen van voertuigen is mijn passie en blijft een raison d’être van de studio. Toch dwingt de realiteit ons om mobiliteit ruimer te benaderen. Enerzijds hebben we onze schaal verbreed van het pure autodesign tot de urbane uitvoering van mobiliteit. Anderzijds is autodesign meer geworden dan enkel fysiek design. Er is een digitale laag toegevoegd aan het ontwerpen van voertuigen. Die heeft de studio sinds het begin omarmd en nu ook uitgebreid naar Hanger K in Kortrijk.”

Waar u de softwareontwikkelaar Magicor heb overgenomen.

VERMEERSCH. “We waren al jaren bezig met gametechnologie en de ontwikkeling van DigiPHY. Dat is een mixed-realitytool die gebruikmaakt van de gametechnologie van Magicor om de fysieke en virtuele gewaarwording van een auto samen te voegen. Dat laat autobouwers toe auto’s te ontwikkelen vanuit een meer complete ervaring. De overname was een logische stap om die knowhow nog meer te versterken en ons te verankeren in het fantastische digitale ecosysteem van Kortrijk.”

U wijst ook op het urbane aspect. Hoe kunnen steden anticiperen op die nieuwe mobiliteit?

VERMEERSCH. “Het is een complex vraagstuk, maar het probleem is helder voor iedereen. We staan vast in de file, er is een ruimtelijk probleem en de vervuiling door auto’s is gigantisch. Dat kun je niet oplossen door een extra rijbaan te creëren of door enkel subsidies toe te kennen of tolgelden te heffen. De oplossing moet holistisch zijn. Wij zijn uniek omdat we met een heel diepe kennis van zaken kunnen kijken wat in de toekomst mogelijk is met voertuigen. Want dat is iets wat me mateloos stoort: er zijn altijd veel goede plannen, maar daarin worden de bestaande voertuigen van vandaag geëxtrapoleerd naar de toekomst. Door de komst van elektrische aandrijving en in mindere mate het autonoom rijden worden volledig nieuwe dingen mogelijk.

‘Wij zijn de achterbankgeneratie. We zijn opgegroeid in wagens, waardoor het moeilijk is een ander perspectief te zien’

“Wat wij doen, zou je dus een soort future-proofbenadering kunnen noemen. We tonen wat er over tien of twintig jaar mogelijk zal zijn. Laat ons nu dus geen zware infrastructurele werken uitvoeren die de mogelijkheden van de toekomst uitsluiten. Maar de essentie is dat we een goede menselijke ervaring moeten creëren, in balans met de omgeving. Je kunt het gedrag van mensen alleen veranderen door op een positieve manier nieuwe, positieve ervaringen te creëren. Dat is voor mij de kernwaarde van design: op zo’n manier ontwerpen dat het een aantrekkelijk alternatief is voor mensen. In dit geval moeten we dus niet alleen nieuwe voertuigen ontwikkelen waar mensen graag mee zouden rijden, maar ook aantonen hoe een stad er mits enkele kleine ingrepen kan uitzien.”

Uit recent onderzoek blijkt dat een eigen wagen voor min-34-jarigen geen must is. Zijn zij de eerste generatie waarvan het gedrag is veranderd?

VERMEERSCH. “Wij zijn de achterbankgeneratie. We zijn opgegroeid in wagens, waardoor het moeilijk is een ander perspectief te zien. De jongere generatie ziet het wel anders. Dat rijbewijs halen hoeft niet meer stipt op 18 jaar. Net omdat het gedrag van jongeren verandert, moeten ook onze denkpatronen evolueren. De vraag is dus niet: wat is de auto van de toekomst, maar wel wat zijn de verschillende soorten mobiliteit die we in de toekomst nodig hebben. We moeten meer denken richting een rijk spectrum van verschillende mogelijkheden. Daardoor stijgt de kans dat het uitgebreide aanbod aansluit bij de verschillende behoeften van de mensen.”

Zijn de traditionele automerken daar klaar voor?

VERMEERSCH. “Het duurt jaren om een auto te ontwikkelen. De modellen die nu op de weg rijden, zijn de ideeën van vijf jaar geleden. Ontwerpstudio’s zijn op dat gebied vooruitziender dan mensen denken. Dus ja, autobouwers zijn ermee bezig. Er ontstaat al een nieuwe generatie wagens. Kijk naar de AMI Citroën, een kleine elektrische wagen die heel succesvol is, terwijl men tot voor kort zover mogelijk van die auto’s wilde wegblijven. Dat is maar het begin, want ik denk ook aan totaal nieuwe voertuigen en vormen van mobiliteit.

‘Laat ons nu geen zware infrastructurele werken uitvoeren die de mogelijkheden van de toekomst uitsluiten’

“Die verschuiving past ook in de stedelijke context, waar een zone 30 de norm wordt. Wagens waren ontworpen om veilig te rijden aan hoge snelheid. Als de snelheid wordt verlaagd, kun je wagens vereenvoudigen en minder zwaar maken. Ook de wetgever zal hier een rol moeten spelen. We vergeten soms dat auto’s worden ontworpen binnen de krijtlijnen van een heel dik boek met regels die constructeurs ertoe verplichten de wagens zo zwaar te maken. Het draait om mensenlevens, dus de regels mogen streng zijn. Met de nieuwe technologie zijn er echter meer mogelijkheden om op een intelligente manier de veiligheid te bevorderen.”

U ziet ook een relatie tussen werk en mobiliteit. Hoe is die verweven?

VERMEERSCH. “Vroeger diende een huis om in te wonen, een voertuig om je mee te verplaatsen en vond arbeid plaats op de werkvloer. Die grenzen zijn vervaagd. Ons huis is ook onze werkplek en werkplekken worden huislijk ingericht. Ik wil die rij complementeren met onze mobiele ruimtes. Heel wat mensen zien reistijd als verloren tijd, maar dat hoeft niet zo te zijn, als we het openbaar vervoer meer als een hybride ruimte benaderen waar mensen zich thuis kunnen voelen. Dat kan evengoed met minimale als grote ingrepen.”

Hoezo?

VERMEERSCH. “In een trein, tram of bus zitten veel mensen samen in een kleine ruimte. Terwijl een privévoertuig heel individueel is. Die twee kun je meer met elkaar verweven – denk aan publieke pods, die frequenter rijden. Dat is openbaar vervoer, maar wel een vorm die privaat aanvoelt.”

Zulke ideeën staan mijlenver van de Ferrari California en de Alfa Romeo Duettottanta die u ontwierp tijdens uw carrière in de Pininfarina-studio’s in Turijn.

VERMEERSCH. “Wat ik nu doe, doe ik met evenveel passie als toen ik die iconische wagens kon ontwerpen. Het gaat altijd om het creëren en vervullen van een bepaald soort begeerte. Die is erg tijdsafhankelijk. Als twintigjarige is het makkelijker dat verlangen te vervullen met het creëren van een Ferrari dan met ideeën die de mobiliteit verbeteren. Toch zie ik een rode draad: de begeerte is er nog altijd, alleen zijn de vorm en de uitwerking ervan veranderd.

“In de studio zijn we onder meer bezig met een elektrische sportautootje. Drie tafels verder ontwerpen we de bus van de toekomst. Op de eerste verdieping denken jonge gasten na over hoe een stad beter georganiseerd kan worden. De mogelijkheid om al die zaken te combineren in één dag, in je eigen bureau met een team dat je zelf hebt kunnen samenstellen… dat is even fantastisch als het ontwerpen van die mythische wagens vroeger was.”

U blijft in de eerste plaats wel een auto-ontwerper en volgt de laatste trends op de voet. Kunnen de Europese constructeurs China nog bijbenen?

VERMEERSCH. “Ja en nee. De Chinese bouwers hebben een serieuze technologische voorsprong. Die zullen we niet zomaar kunnen bijbenen. Het is trouwens niet zo dat Europa geen goede elektrische auto’s of batterijen kan maken. Het draait eerder om de productieschaal: die is het sleutelelement om de kostprijs omlaag te halen. China, en bij uitbreiding heel Azië, heeft een grotere markt.

‘Ik zie heel veel Europese merken die goed bezig zijn en ontwerpkeuzes maken die de Chinezen nooit zullen volgen’

“Daarnaast geloof ik dat voertuigen meer contextafhankelijk moeten worden. Europa is heel anders gebouwd dan China. De indeling van onze steden dateert vooral van vóór de komst van de auto. Als we bij de bouw van wagens focussen op modellen die beter passen in onze steden, hebben we een voordeel dat Chinese concurrenten niet kunnen bieden. Daarom denk ik niet dat Europa opeens door Chinese auto’s overspoeld zal worden. Ik zie eerder gelijkenissen met de komst van de Japanse auto’s in de jaren negentig. Die kwaliteitsvolle wagens zijn simpelweg een onderdeel van het straatbeeld geworden.”

Ontbreekt het de Europese autobouwers aan trots?

VERMEERSCH. “We hebben door de pandemie drie jaar lang niet naar China kunnen reizen en vice versa. Daardoor is een hiaat ontstaan tussen wat we hadden verwacht dat er op de markt zou gebeuren en wat er echt is gebeurd. Dat het zó snel is gegaan in China, heeft wel een kleine schok doen gaan door de autosector. Maar opnieuw: ik zie heel veel Europese merken die goed bezig zijn en initiatieven nemen of ontwerpkeuzes maken die de Chinezen nooit zullen volgen.”

Smaakt de acquisitie van Magicor naar meer?

VERMEERSCH. “Dat staat niet op de planning. We hebben de voorbije twee jaar sterk gefocust op het marktklaar maken van DigiPHY. Sinds midden vorig jaar is dat mixed-realitysysteem om auto’s te ontwerpen verkocht aan grote constructeurs. Nu dat op de rails staat, wil ik de focus daar houden om de kwaliteit te bewaken en de activiteiten te laten groeien. We kijken daarbij niet alleen naar groei in aantallen, maar ook in creatieve ideeën. Die overname is op een heel natuurlijke manier gebeurd. Het plan is om dat jonge team met veel groeimarge alle kansen te geven.”

Kijkt Granstudio wel naar extern kapitaal?

VERMEERSCH. “Er mogen zich altijd kandidaten aanbieden. Tot nu hebben we alles met eigen middelen gedaan. Dat is mooi, aangezien we een koploper in onze sector zijn. We zijn ons er wel van bewust dat we nu werken in een meer digitale industrie, die heel snel ontwikkelt. Daarom staan we open voor mogelijkheden die ons kunnen helpen die ontwikkeling te versnellen, zodat we die opgebouwde voorsprong niet uit handen moeten geven.”

Tot slot: u wordt binnenkort vijftig. Heeft dat uw visie op het leven veranderd?

VERMEERSCH. “Als ik eerlijk ben, voel ik me wel goed bij dit moment. Ik ben enorm bevoorrecht als ik terugkijk op wat ik allemaal al heb kunnen en mogen doen. Binnen de studio voelt het wel als een keerpunt. Ik benader die ook als een creatie die pas voltooid zal zijn op het moment dat ze succesvol is en fantastische projecten realiseert zonder mij. Ik kijk dus uit naar het begin van die tweede fase, waar de schoonheid zit in de jongere generatie die taken overneemt.” z

Lowie Vermeersch is op donderdag 21 maart te gast op FTI Kortrijk, waar hij een lezing geeft over werk en mobiliteit.

Bio

Geboren in 1974 in Kortrijk. Kleinzoon van beeldhouwer José Vermeersch en zoon van kunstenaar Rik Vermeersch

1992: studeert industrieel ontwerp aan de Technische Universiteit Delft

1999: wordt autodesigner bij Pininfarina in Turijno

2004: ontwerpt de Pininfarina Nido, Maserati Birdcage 75th en de iconische Ferrari California

2007: wordt hoofdontwerper van Pininfarina, verantwoordelijk voor de Pininfarina Sintesi, Ferrari 458 en Ferrari FF

2011: start eigen designbureau Granstudio

2023: coördineert universitaire masteropleiding Transdisciplinary Mobility Design aan IED in Turijn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content