Innoverende ingenieurs

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Met de overname van Resource Analysis in Nederland en de opening van een aantal nieuwe vestigingen in Oost-Europa, gooit Technum zich in de internationale concurrentiestrijd. De maritieme sector en macro-economische studies zijn de speerpuntproducten van het Vlaamse engineeringbureau, dochter van Tractebel. Een volgend monopolie voor de Franse nutsgroep in Vlaanderen ?

Antwerpen, Delft, Katowice.

“Wij kiezen resoluut voor niches en expansie in het buitenland,” zegt Georges Vercammen, gedelegeerd bestuurder van Technum, de Vlaamse engineeringpoot van Tractebel. “Willen wij de internationale concurrentie overleven, moet tegen het begin van volgende eeuw onze export stijgen van 15 naar 30 % op een totale omzet van één miljard frank.”

Algemeen directeur Fred Zwaenepoel : “Met de jongste uitbreidingen Gyselynck in Gent, Resource Analysis in Delft en Citec Polska in Gdansk en onze nieuwe speerpuntproducten macro-economische studies ( ESEG), facility-consultancy (een samenwerkingsverband met Veldhoen & Verbeemen), digitaliseren van kaarten ( Gembis) en natte bouw ( IMDC, tot ’85 het studiebureau van Dredging) ligt deze doelstelling van ons vijfjarenplan 1997-2001 binnen de mogelijkheden. Hetzelfde geldt voor de andere objectieven : excellente producten tegen marktprijs, ISO-certificaat (zomer ’98), marktleiderschap in Vlaanderen en een rendement van 5 % op de omzet (vanaf ’98).”

Sinds 6 september ’96 is Zwaenepoel de sterke man binnen Technum (na de fusie volgde hij het voormalig topduo Raymond Wouters en Patrick Herman op, die respectievelijk naar Milieupark Gent en Coyne & Bellier overgeplaatst werden). Op de schouders van deze bourgondische Oostendenaar rust de uitdaging om het Vlaamse ingenieursbureau van Tractebel naar de 21ste eeuw te loodsen. Na één jaar van grondige herstructurering liggen de strategische krijtlijnen vast. Vandaag is Technum actief in negen werkdomeinen, regionaal verspreid over heel Vlaanderen. Vanuit de nieuwe hoofdzetel in het Silicon Center aan het Antwerpse Ooststation zet stuurman Zwaenepoel onder goedkeurend oog van Vercammen de koers uit.

Synergie tussen ingenieurs en economen

Eenmaal een sterk bureau op poten gezet, verspreid over heel de regio en actief in de diverse disciplines, rijpt eind ’95 bij Vercammen een nieuw idee. Vercammen : “Tot dan toe legde nog geen enkel bureau het verband tussen ingenieurs en economen. Meestal beperkte het advies zich louter tot technische dienstverlening. We moeten met onze klanten mee strategisch denken door elke beslissing te ondersteunen met wetenschappelijke studies, zowel op technologisch als economisch vlak. Ingenieurs laten samenwerken met economen is de nieuwe uitdaging. Uit deze synergie ontstaat het modern ingenieursbureau van de 21ste eeuw.”

In die zin nam Vercammen twee jaar geleden dr. Alain Verbeke prof internationaal management, overheidsbeleid en transporteconomie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Rijksuniversiteit Antwerpen (Ruca) onder de arm voor de oprichting van een Economic and Strategic Evaluation Group (ESEG), allemaal academische specialisten in de maritieme sector. Deze denktank publiceerde onlangs nog een evaluatie van de containerkade-west Antwerpen onder de titel : De economische betekenis van zeehavenprojecten (Diego Teurelincx, Alain Verbeke en Eddy Declercq, VUBPress, 1997, 285 blz.). Het boek is een transfer van academische knowhow naar het Vlaamse bedrijfsleven toe. Op 29 augustus ’97 sloot ESEG een Europees samenwerkingsverband af met SIT Project & Programmabureau (NL), Transtec (B) en MDS Transmodel (VK).

Vercammen : “Ik wil mij niet profileren als monsieur tout le monde. Ik ben nu 57 en denk in de toekomst. Er gaat geen week voorbij of Technum werft nieuwe mensen aan. Hoe kan ik hen een boeiende en blijvende job waarborgen. Daar lig ik van wakker. Daarom heb ik gekozen voor strategisch advies als specialisatie. Onze toegevoegde waarde ligt immers op intellectueel vlak. Nu de internationalisering van het bedrijfsleven met rasse schreden vooruitgaat en de Europese markt een werkelijkheid wordt, kan een klassiek engineeringbureau op termijn niet overleven. De dagelijkse detailengineering wordt nu al uitbesteed aan de lagelonenlanden. Wie ‘s nachts een tekening laat maken in Kuala Lumpur vindt ‘s morgens het resultaat op zijn bureau. Wij kunnen dat hier niet goedkoper noch sneller doen. Citec Polska maakt een gedeelte van onze plannen. Intussen denken wij aan het afstoten van een aantal taken naar ons Indisch zusterbedrijf Tractebel Engineering Private Limited. Deze onderaanneming vindt plaats, of je dat nu leuk vindt of niet. Daarom investeren wij in brains om onze voorsprong ten opzichte van de internationale concurrenten te behouden. Alleen creativiteit kan Technum redden. Dat is het sterke punt van ESEG. Dankzij de financiële kracht van onze moedermaatschappij Tractebel kunnen wij ons dergelijk initiatief veroorloven. De toekomst zal uitwijzen of we deze groep gaan uitbreiden naar andere sectoren toe.”

Technum gelooft

ook sterk in samenwerking met de overheid. ” Public Private Partnership (PPP) is de toekomst, ook in Vlaanderen,” zegt Fred Zwaenepoel. “Zo coördineren wij sinds ’95 de stadsontwikkeling van Gent. Technum maakt de haalbaarheidsstudie, stelt een financieel plan op, tekent de ontwerpen uit, zoekt promotors en zorgt voor de nodige vergunningen. Na het opstellen van een globaal plan hebben we nu de procedures voor 2,5 miljard frank aan private investeringen uitgeschreven.”

Deze accentverschuiving naar projectontwikkeling vindt ook in de privé-sector plaats. Zwaenepoel : “Als studiebureau hebben wij het voordeel geen enkele band met een aannemer te hebben, wat over de grote immobiliënkantoren niet gezegd kan worden. Steeds meer fungeren wij als centrale spil, die alle partijen rond de tafel verzamelt. In opdracht van de Amerikaanse textielketen Value Retail begeleiden wij sinds september ’97 de vestiging van een nieuwe outlet-fabriek (verkoop van gedemodeerde merkkledij tegen halve prijs) in Maasmechelen. De totale investering overstijgt één miljard frank. In ’99 moet het complex zijn deuren openen. Technum coördineert de realisatie van het project van A tot Z : masterplan, onteigeningen, BPA’s, bouwkundig attest, milieuwetgeving en exploitatievergunning.”

Ook richt Technum zich voortaan op de lucratieve markt van de BOOT-projecten ( build, own, operate and transfer). Zwaenepoel : “Dankzij de financiële draagkracht van Tractebel kunnen wij met onze engineering deelnemen aan sleutel-op-de-deur-projecten, hoofdzakelijk in het buitenland. Zo hebben wij 13 juni jongstleden samen met Aquafin de grootste klant van Technum, goed voor 15 % van de omzet een protocol getekend voor de bouw en de exploitatie van een waterzuiveringsstation van 100.000 inwonersequivalenten (IE) in Ruda Slaska, vlakbij Katowice (Polen). De totale investering bedraagt 500 miljoen frank. Deze opdracht onder auspiciën van het Poolse Milieufonds is een uitloper van de studie, die Citec Polska in het raam van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse en de Poolse regering uitvoerde.”

Groeien over de grenzen heen

Om het euvel van monopolistische trekken te vermijden en expansie te verwezenlijken, gooit Technum zich nu ook actief op het buitenland.

In Nederland worden de eerste, voorzichtige stappen gezet (zie kader Koraalriffen). Intussen groeit Citec Polska als kool (zie kader Springplank). Volgende week vertrekt een delegatie van Technum naar de havenstad Gdansk om er een nieuwe vestiging te openen. Tevens starten concrete gesprekken om de technisch minder ingewikkelde taken verder uit te besteden. Nu al digitaliseren Poolse medewerkers geografische kaarten voor heel de groep. Technum hoopt binnenkort ook het maken van bekistingsplannen naar Oost-Europa te delokaliseren.

Zwaenepoel : “De reden ligt voor de hand. Een Poolse tekenaar kost ons bruto 300 frank per uur, terwijl wij een Belgische collega 1100 frank alles inbegrepen moeten betalen. Hoewel deze arbeidsherverdeling sociaal moeilijk ligt, weegt het prijskaartje zwaar door in de balans. Zolang we blijven groeien en in eigen land geen personeelsinkrimping plaatsvindt we werven integendeel constant nieuwe krachten aan is deze beslissing zowel economisch als menselijk verantwoord.”

Wat export betreft, gedraagt Technum zich als een Noorman : selectief en watergebonden. Tevens werkt het studiebureau veel in opdracht van Tractebel Electriciteit & Gas International. Zo hebben Vercammen & Co mei ’97 de tweede fase afgerond in de doorlichting van de Indische haveninfrastructuur, gekoppeld aan gasterminals en elektrische centrales. Voorts staat Griekenland op het verlanglijstje van Zwaenepoel. Sinds zijn ervaring met TUC Rail hij was algemeen directeur van deze joint venture tussen de NMBS en Transurb (waarin Tractebel zetelt) vier jaar geleden, is het hellinistisch schiereiland een hobby van de Oostendenaar. Elk jaar gaat hij er met zijn gezin op vakantie om business and pleasure te combineren.

Zwaenepoel : “De mogelijkheden zijn enorm. Zij hebben van het European Cohesion Fund 15 miljard frank ter beschikking gekregen om hun infrastructuur (spoorwegens en havens) te inventariseren. In een eerste fase zal een kadaster opgesteld worden. Daar maakt het Gembis-programma (gemeentelijk beheer- en informatiesysteem) van Technum een goede kans. Eind dit jaar zal de Europese Unie een internationale prijsvraag uitschrijven. Daar gaan we zeker op inschrijven.”

Tevens ziet Zwaenepoel een bloeiende toekomst weggelegd voor zijn bedrijf, zelfs in Vlaanderen : “Hoewel de overheid bij ons weinig investeert in infrastructuur, biedt de markt van de ruimtelijke ordening wel perspectieven. Op dit vlak hebben wij ons oog laten vallen op het Vlaamse Structuurplan.” Oppervlakte is een schaars goed geworden in onze overbevolkte regio. Daarom gelooft de algemeen directeur van Technum sterk in facility consultancy of de efficiënte indeling van de werkplek. Februari jongstleden schakelde hij Veldhoen & Verbeemen in als consultant. Deze ingenieurs en interieurgoeroes propageren het bureauloze kantoor als dé toekomst. Trots troont Germain Verbeemen ons mee naar Interpolis in Tilburg, waar de verzekeringsmaatschappij van de Rabobank haar locatie met bijna een derde heeft kunnen verminderen.

Geen concurrentievervalsing

Intussen is Suez de overgrootmoeder van Technum gefuseerd met Lyonnaise des Eaux. Toch vreest Zwaenepoel niet een melkkoe van de Franse nutsreus te worden : “Wij behouden onze intellectuele vrijheid. Sinds ’95 bezit Tractebel Engineering een onafhankelijke poot in Vlaanderen ( nvdrTractebel Development is haar Waalse evenknie), die zelf haar beleid, productengamma en export bepaalt. Wij hebben nooit enige directive uit Parijs ontvangen. Zolang we ons rendement halen, zijn de aandeelhouders tevreden.”

Ook ziet Zwaenepoel geen graten in de wet op de overheidsopdrachten, die vanaf 1 mei ’97 prestaties voor gebonden ondernemingen begrenst : “Wij passen een zeer strikte deontologie toe, anders straffen onze klanten dat onmiddellijk af. Een smetteloze reputatie is het beste verkoopargument. Technum is dus geen bevoorrechte partner van de groep. Integendeel, om moeilijkheden te vermijden, trekken wij ons soms terug uit bepaalde aanbestedingen. Zo hebben wij niet meegedaan met de offerte voor de afvalverbrandingsoven van Drogenbos, waarin Watco een kleinkind van Tractebel als één van de bouwheren fungeert. Desgevraagd voeren wij wel opdrachten in onderaanneming uit. Zo stelden wij voor de nieuwe luchthaventerminal van BATC ( nvdr waarin de Generale zetelt) de stabiliteitsstudie op. Ook heeft Strukton, dochter van de Nederlandse Spoorwegen (NS), ons gevraagd mee te dingen naar de renovatie van het Berlaymont-gebouw. Favoritisme tussen groepen bestaat niet, wel sympathie tussen personen.”

Tenslotte verwerpt Vercammen met klem de kritiek dat Technum vanuit Parijs geregeerd wordt : “De oprichting van de fusievennootschap is juist een bewijs van onze onafhankelijkheid. Wij varen een autonome, Vlaamse koers. Het feit dat de maatschappelijke zetel zich in Hasselt bevindt, de directie in Antwerpen zetelt en onze raad van bestuur voor tweevijfde uit mensen van de Limburgse Participatiemaatschappij (LPM) binnenkort Investco, de risicokapitaalverschaffer van Almanij/Kredietbank bestaat, zijn toch wel duidelijke tekenen dat we autonoom van de Fransen opereren. Bovendien hebben we van de moedermaatschappij voldoende middelen gekregen om te kunnen groeien. Daarnaast heeft de regering deze zomer haar steentje bijgedragen door een aanpassing van de statuten van Tractebel aan te vragen én te bekomen, zodat de gelijkwaardigheid van alle aandeelhouders in de groep gewaarborgd blijft. Tenslotte moet je het realistisch bekijken. BASF, Volvo, Ford en vele andere grote bedrijven in ons land zijn in handen van buitenlanders. Als Vlaanderen een economisch sterke streek wil blijven, dient ze het kapitaal open te houden voor derden. Het zijn niet de nationalisten, die honderdduizenden banen gaan scheppen.”

U kunt toch niet ontkennen dat de band met de nutsbedrijven van Suez-Lyonnaise des Eaux een competitief voordeel biedt ? Vercammen : “Neen, in geen geval. Onze dienstverlening aan Electrabel en Distrigas is beperkt ( nvdr respectievelijk 4000 en 15.000 op een totaal van 362.000 uren per jaar). Bovendien verlopen deze opdrachten in volledige concurrentie, conform de Europese richtlijnen. De Commissie laat geen protectionisme meer toe. Ofwel bundel je je krachten ofwel wordt je opgeslokt door buitenlandse mammoeten in de engineeringsector. Met nog geen 300 medewerkers is Technum nog altijd een klein broertje in vergelijking met de internationale groepen. Zij hebben allemaal een oog op Vlaanderen. Als wij ons niet verdedigen, zijn we een vogel voor de kat. Iedereen is zich bewust van de noodzaak om de hoogtechnologie in eigen land te behouden.”

ERIC POMPEN

FRED ZWAENEPOEL EN GEORGES VERCAMMEN (TECHNUM) Tractebel-dochter gelooft sterk in de samenwerking met de overheid (PPP) en gooit zich op de markt van de BOOT-projecten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content