Inkjets op scherp

Wie een degelijke “persoonlijke” printer wil, hoeft niet langer bij de laserprinters terecht. Inkjetprinters zijn sinds kort even snel en goed, met kleur en grafische finesse erbovenop.

Ongekende prijsdalingen, harde mediacampagnes en het openbreken van een nieuw marktsegment : 1997 was een keerpunt in de printergeschiedenis. Het minst echter voor de laserprinters, die de voorbije jaren opmerkelijk weinig zijn veranderd. Natuurlijk is de snelheid en afdrukresolutie erop vooruitgegaan. Lexmark bracht een tweetal jaar geleden een 1200 dpi (punten per duim zie kader : Lexicon)-laserprinter uit in zijn Optra-reeks, zonder veel gevolgen. Als dat iets duidelijk maakte, dan was het wel dat de combinatie van lasertechnologie en 600 dpi voor tekstafdrukken voldoet. Voor grafische afdrukken kan het resultaat van een 1200 dpi-afdruk zelfs minder goed ogen dan van een 600 dpi-print ! De enorme verfijning van de afdruk toont immers ongenadig alle fouten in basismateriaal, en is veel gevoeliger voor patroonvorming of banding. Het voorbeeld van Lexmark werd dan ook slechts schoorvoetend gevolgd.

Een heel andere zaak

is de kleurenlaserprinter. De combinatie van de laser- en kleurentechnologie is zo moeilijk en kritisch dat deze printers tot voor kort gezegend werden met schier onbereikbare prijskaartjes. Jammer genoeg stond dit niet in verhouding tot de kwaliteit van de afdrukken, die vaak inferieur was aan die van inkjettoestellen, en zeker aan die van professionele dye sublimation printers. Daar lijkt eindelijk verandering in te komen. Verschillende grote producenten zoals Lexmark, Minolta, Tektronic en QMS brengen kleinere en (relatief) betaalbare laserprinters op de markt die prachtige resultaten geven. Met resoluties van 600 tot 1200 dpi, continuoustone effecten en motorsnelheden tot zestien pagina’s per minuut (ppm) lijken de printers hun prijskaartjes tussen 150.000 en 250.000 frank meer dan waard, tenminste als de koper nood heeft aan een machine die vlot grote hoeveelheden kleurmateriaal kan produceren. Niet echt voer voor de eindgebruiker, maar er zit tenminste schot in de zaak.

Hoe stelt de eindgebruiker zich op ten opzichte van de laserprinter ? Tot voor kort kon hij de keuze tussen laser- of inkjetprinter op een eenvoudige wijze afwimpelen. “Wie behoefte heeft aan snelle en goede tekstafdrukken kan beter voor de iets duurdere laserprinter kiezen.” Dat is vandaag twee keer fout. Inkjetprinters bieden nu net dezelfde kwaliteit als laserprinters, die op hun beurt vaak goedkoper zijn. Zo kosten de QMS DeskLaser 600 en de Oki OkiPage 4W minder dan 12.500 frank, terwijl ze nette afdrukken maken aan 600 dpi en 4 ppm. Geen kinderachtige cijfers, en toch spotgoedkoop. Hoe kan dat ?

Windows 95 drukt de prijs

Het antwoord op deze vraag is terug te brengen tot drie letters : GDI (Graphical Device Interface). Een van de duurste componenten in een laserprinter is z’n geheugen. Dat geheugen heeft hij nodig om z’n afdruk tijdelijk te bewaren, en met de algemene verhoging van resolutie en snelheid kan daar onmogelijk op worden beknibbeld. Een GDI-printer lost die zaak anders op. Door gebruik te maken van instructies die het besturingssysteem (Windows 95) klaarheeft, werkt een GDI-printer z’n job volledig binnen het geheugen van het systeem af en stuurt die data pas dan naar de printer die onmiddellijk aan het drukken slaat. Zo’n printer steekt veel eenvoudiger in elkaar, en het prijskaartje maakt een dito duikeling. Er is echter een donkere zijde aan dit verhaal. Het Windows Printing System (WPS), of de printertaal rond GDI, is bijzonder belastend voor het systeem en daarom schier onbruikbaar op oudere systemen. Vooral de processor speelt hierbij een hoofdrol : een volwassen Pentium met 16 MB geheugen lijkt een minimum.

Dat GDI-printers

pas nu doorbreken, mag dan ook geen wonder heten. De opkomst van superperformante processors en grote hoeveelheden intern geheugen speelt helemaal in de kaart van deze technologie. Meer nog, met de huidige stand van zaken vormt het WPS nog amper een belasting voor de stand alone pc, en presteert in bijna alle gevallen beter dan de conventionele technologieën. Zo is de Minolta PagePro 6E uitgerust met zowel de pcL5e-emulatie als GDI-taal. Vergelijkende tests wijzen uit dat dezelfde machine met GDI tot 20 % sneller loopt zelfs voor tekstafdrukken. Ook de mogelijkheden van het WPS zijn uitgebreider dan die van de klassieke tenoren. WPS kan probleemloos afdrukken herverdelen (4 pagina’s op 1, booklets enzovoort) of een manuele duplexing voorzien.

Nieuwe inkten en hogere resolutie

Het is bijna tragisch dat de langverwachte democratisering van de laserprinter samenvalt met een enorme kwaliteitsverbetering bij de inkjetmachines. Tot voor een jaar kon resoluut worden gesteld dat een inkjetprinter nooit dezelfde tekstkwaliteit leverde als een laserprinter. De voornaamste schuldige in dat verhaal zijn de inkten. Ondanks verwoede pogingen van de producenten bleven die op gewoon papier uitvloeien, wat zware gevolgen had voor de scherpte van letters en dunne lijnen. Het gebruik van papier met een speciale film ( coated paper) bracht weliswaar een oplossing, maar verhoogde de kost van de afdruk exponentieel.

Als antwoord

ontwikkelden de producenten nieuwe, sneldrogende inkten en verhoogden ze de algemene resolutie van hun machines. Grote voortrekker hier is Epson, dat met z’n Stylus Color-reeks als eerste de 600-dpi-grens doorbrak, en een printer uitbracht die aan 1440 dpi werkt. Voor een kleureninkjetprinter is zo’n resolutieverhoging natuurlijk een zegen : volgens Epson is het de enige manier om te voldoen aan de vraag naar nog betere, nog realistischer kleurenafdrukken. Daarover later meer. Een aangenaam neveneffect was dat de kwaliteit van de tekstafdrukken drastisch steeg, waardoor de inkjetprinter hetzelfde niveau bereikte als de laserprinter.

Niet iedereen volgt die evolutie even snel. Lexmark bracht pas halverwege dit jaar zijn eigen 1200 dpi-inkjetmachine uit, en de nieuwe toestellen van Canon zouden nu ongeveer op de markt moeten verschijnen. De verrassendste reactie kwam echter van hoofdrolspeler Hewlett-Packard. Terwijl de concurrentie een heuse mediashow opvoerde rond de verhoogde resolutie, beweerden de Amerikanen doodleuk dat zij ‘een andere manier’ hadden ontwikkeld.

Die andere manier gaat lijnrecht in tegen de bekende conventies. In plaats van hun resolutie op te voeren, beweert HP dat 600 dpi ruim voldoende is voor een kwaliteitsafdruk en dat de oplossing ligt in betere inkten en een andere manier van drukken. Die technologie, PhotoRET II, is inderdaad spectaculair. Een gewone printer kiest uit acht kleuren per pixel om door halftoning en dithering z’n beeld te vormen. Met die acht kleuren moet het toestel een bereik van 16,7 miljoen simuleren.

De PhotoRET II technologie

steunt op twee principes om dat te verbeteren. Allereerst worden de inktdruppels tot 70 % verkleind, en worden zestien van die minidruppels gebruikt om één pixel te vormen. Ten tweede kunnen er vier schakeringen worden geprint van elke primaire kleur, waardoor de patroonvorming letterlijk wordt gereduceerd. Eén pixel kan dus ook verschillende kleuren, of een gradiënt bevatten tot dertig keer meer kleuren per pixel dan de vroegere generatie inkjets. Volgens HP ligt de sleutel tot betere afdrukken dus niet bij “meer pixels per inch”, maar bij “meer kleuren per pixel”. Deze nieuwe technologie (met extra sneldrogende inkten) werkt bovendien ook op gewoon papier.

Hier kan alleen een vergelijkende test uitsluitsel geven. Laten we eerst duidelijk maken dat beide technologieën een geweldige invloed hebben op de kwaliteit van de afdrukken. Niettemin treedt een van beide partijen duidelijk als winnaar uit de kamp. Met een zonder meer fotorealistische afdruk waarop met het blote oog geen pixelvorming meer te ontwaren valt, bewijst de PhotoRET II technologie dat HP gelijk heeft. De nieuwe HP DeskJet 890C is dan ook een unieke printer, die niet alleen fotorealistische afdrukken maakt, maar ook een nagenoeg perfecte lettervorming en hoge snelheid kan aanbieden.

Andere technologieën

Waarop we meteen een tweede stukje tragiek aan ons overzichtje mogen breien. Net op dit ogenblik komen er bijzonder interessante toestellen uit, die geheel andere technologieën gebruiken om fotokwaliteit te bereiken. De meest opvallende groep is die van de echte fotoprinters. Het gaat hier om toestellen die alleen op thermisch fotopapier kunnen drukken, en dat volgens het dye sublimation-principe. De bakjes zijn bijzonder compact en sluiten aan bij de nieuwe generatie digitale fototoestellen. Casio, bijvoorbeeld, bundelt zijn printer met een QV digitale camera, en het moet gezegd dat het hele concept zo een extra dimensie krijgt. De fotoprinters leveren excellente resultaten, maar zijn zowel te duur als te eenzijdig om een groot publiek aan te trekken.

Daarnaast vinden we sinds kort een heel nieuwe printerlijn. De Micro Dry Printers van Alps werken met vreemdsoortige inktcassettes, een procédé dat het midden houdt tussen een gewone matrixprinter en een waxtransfermachine. Het resultaat bevindt zich gelukkig in een andere categorie : ook de Micro Dry printers staan garant voor fotorealistische kwaliteit, bovendien op alle soorten media, en met een uitgebreide keure aan speciale inkten. De kleine groep dye sublimation printers die een drietal jaar geleden op de eindgebruiker werden afgestuurd, lijken intussen een stille dood gestorven, maar toch komt ook uit die hoek opwindend nieuws. Tektronic, de grote ster van de professionele kleurdrukkers, werkt aan een eindgebruikersversie rond z’n nieuwe technologie, Solid Ink, waar enigszins fantastische geruchten de ronde over doen.

Ook relatief nieuw

is de opkomst van de A3-printer. Epson heeft al een tijdje een A3-versie van de Stylus Color uit, en HP lanceerde pas de DeskJet 1100C, een A3-versie van de 870C. Hoewel beide printers technologisch een generatie achter staan, bieden ze toch opmerkelijke perspectieven voor de semiprofessionele gebruiker. Zo wordt het kinderspel om heuse posters bestaande uit verschillende A3-vellen samen te stellen, wat vooral DTP-bureaus moet aantrekken. De printers kosten bovendien maar een fractie méér dan hun A4-voorvaderen.

Laser niet afschrijven

Dat de inkjetprinter zijn lasercollega op zowat alle fronten heeft bijgebeend en daarenboven met zijn kleur en grafismen een enorme toegevoegde waarde biedt , betekent niet dat de laserprinter is afgeschreven. Het blijft de beste keuze voor de eindgebruiker die hoofdzakelijk nood heeft aan een snelle, goede en probleemloze tekstdrukker. Laserprinters die gebruikmaken van GDI-technologie zijn vandaag bovendien erg goedkoop.

De grote winnaar van dit jaar is de inkjetprinter. Zowel de toestellen met verhoogde resolutie als met PhotoRET II overschaduwen elke andere technologie, waarbij vooral de nieuwe generatie HP DeskJet-printers hoge ogen gooit. Voor het eerst is er een eindgebruikersprinter op de markt die zowel goede tekstafdrukken als fotorealistische grafiek produceert en bovendien sneller is dan de gemiddelde laserprinter. Een evolutie die naar alle waarschijnlijkheid wordt uitgediept in het volgende jaar.

THOMAS BUYTAERT

EPSON STYLUS COLOR 600, AFDRUKVOORBEELD Nieuwe generatie 1440 dpi inkjets geeft verbluffende resultaten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content