‘Informateur Bart De Wever krijgt deze week een regeerakkoord van Europa’
Met de dieprode begrotingscijfers is er geen ontkomen aan: woensdag belandt België op het begrotingsstrafbankje van Europa. Concreet moet België tegen het najaar een geloofwaardig begrotingstraject uitstippelen, gebaseerd op hervormingen en beheersing van de uitgaven.
Dat het slecht gesteld is met onze staatsfinanciën, is een eufemisme. Het begrotingstekort en de oplopende staatsschuld waren bij de belangrijkste verkiezingsthema’s. Eerst de cijfers: volgens de jongste economische vooruitzichten van de Europese Commissie gaat de Belgische begroting tegen eind dit jaar 4,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in het rood: circa 26 miljard euro. In 2022 was dat nog 20 miljard. Bij ongewijzigd beleid wordt dat tegen eind volgend jaar 4,7 procent. De overheidsschuld loopt op van 105,0 procent van het bruto binnenlands product in 2024 tot 106,6 procent in 2025. In eigen land waarschuwt het Monitoringcomité, dat toeziet op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven van de staat, dat bij ongewijzigd beleid het begrotingstekort tegen 2029 dreigt op te lopen tot 6,3 procent van het bruto binnenlands product. Ook het Federaal Planbureau en de Nationale Bank van België waarschuwen daarvoor.
Strakkere teugels
Met die cijfers zit België ver boven de Maastrichtnormen, die de EU-landen vragen hun tekort tot 3 procent van het bbp te beperken en hun schuldgraad tot 60 procent. In de eurozone hebben slechts vier landen een groter tekort dan België. Italië heeft het grootste tekort (-7,4% van het bbp), gevolgd door Frankrijk (-5,5%), Malta en Slowakije (beide -4,9%). In de Europese Unie doen zeven landen het slechter dan België. Naast de bovengenoemde landen zijn dat ook Hongarije (-6,7%), Roemenië (-6,6%) en Polen (-5,1%).
Na enkele jaren van een soepeler toepassing van de regels wil de Europese Commissie, op basis van nieuwe regels, de normen opnieuw afdwingen. Op woensdag 19 juni wordt het rapport per lidstaat verwacht. Vooral de toepassing van de buitensporigtekortprocedure op basis van de staatsschuld, zal strenger worden. De vraag dringt zich dus op: dreigt voor België het strafbankje? Drie vragen aan Trends-hoofdeconoom Daan Killemaes.
Wat mag België woensdag verwachten?
DAAN KILLEMAES. “België zal, net als een tiental andere landen, woensdag begrotingsezelsoren opgezet krijgen van de Europese Commissie. Concreet zal de Commissie ook voor België de procedure voor buitensporige tekorten opstarten, zoals ze dat vorig jaar al aangekondigd had. Nu de begrotingsregels opnieuw van kracht zijn, na de uitzonderingsperiode tijdens de coronacrisis, loopt België met zijn oplopende begrotingstekorten en opnieuw stijgende overheidsschuld onvermijdelijk tegen de lamp. In theorie kan de Commissie woensdag ook een borg ter waarde van 0,2 procent van het bbp eisen (of ongeveer 1,1 miljard euro), die later kan worden omgezet in een boete, als België blijft zondigen tegen de begrotingsregels. In de praktijk worden die borgen en boetes nooit opgelegd. Toch is de Europese druk groot, net als het reputatierisico voor een land. De Commissie kan dus het begrotingsbeleid van een land met behoorlijk wat zachte dwang bijsturen.”
Zal de soep ook zo heet worden gegeten als ze wordt opgediend? Met andere woorden: zullen we een en ander snel voelen of nog niet meteen?
KILLEMAES. “De status van begrotingszondaar zal toch vrij snel grote gevolgen hebben voor het Belgische begrotingsbeleid. Na woensdag krijgen de aangesproken landen drie tot zes maanden tijd om met een geloofwaardig begrotingsplan te komen, dat de overheidsfinanciën op het juiste spoor zet. België zal wellicht tegen midden september een onderbouwd begrotingstraject moeten indienen, dat het begrotingstekort terugdringt naar 3 procent van het bbp. België krijgt daarvoor vier jaar tijd, of zeven jaar als voldoende hervormd wordt. Europa zal ook een pak aanbevelingen formuleren. Eigenlijk krijgt informateur Bart De Wever woensdag van de Europese Commissie de contouren van een regeerakkoord aangereikt.
“Concreet zal de Europese Commissie aanbevelen dat België een jaarlijkse begrotingsinspanning van ongeveer 0,7 procent van het bbp levert. Bovendien – en dat is zeer belangrijk – moet die begrotingsinspanning vooral gebaseerd worden op het beperken van de uitgaven. De Commissie zal, in overeenstemming met de nieuwe Europese begrotingsregels, vooral de groei van de lopende overheidsuitgaven in de gaten houden. Uitgavenbeheersing wordt het alfa en omega van het begrotingsbeleid, al lijken nog niet alle politieke partijen dat te begrijpen. Om in 2024 een begrotingsinspanning van 0,7 procent van het bbp te realiseren, beval de Commissie vorig jaar al aan de overheidsuitgaven met maximaal 2 procent te laten stijgen. In de herfst stelde de Commissie vast dat België op weg was naar 3,8 procent. De volgende regeringen zullen dus de tering naar de nering moeten zetten, met een focus op uitgavenbeheersing. Een stijging van de uitgaven met maximaal 2 procent impliceert dat de uitgaven de volgende jaren hoogstens even snel mogen stijgen als het bbp. Dat zou een trendbreuk zijn voor het Belgische begrotingsbeleid, want de voorbije decennia stegen de uitgaven gestaag sneller dan het bbp, vooral onder druk van de stijgende vergrijzingskosten.”
Wat zijn de dringendste werven?
KILLEMAES. “Op de eerste plaats de vergrijzingskosten. België heeft de snel stijgende kosten voor de pensioenen en de langdurige zorg nog altijd niet onder controle. Tot 2070 stijgen de Belgische vergrijzingskosten met 3 procent van het bbp, tegenover gemiddeld 0,1 procent in het eurogebied. Ook de Europese Commissie dringt daarom aan op een pensioenhervorming die naam waardig. België verbond zich trouwens tot een pensioenhervorming in het kader van het Europese herstelfonds, maar daarvan kwam tijdens de regering-De Croo niets in huis. Voor Europa is ook een hervorming van de langdurige zorg een prioriteit. Weinig landen geven zoveel uit aan langdurige zorg als België. Die uitgaven zouden tegen 2070 stijgen tot 4,3 procent of, in het slechtste geval, zelfs tot 6 procent van het bbp. “Er wordt mogelijk overmatig gebruikgemaakt van residentiële zorg en ouderen worden onnodig of voortijdig in zorginstellingen opgenomen”, luidt de analyse van de Europese Commissie.
“Een andere grote werf en aanbeveling van de Europese Commissie is het verlagen van de belastingdruk op arbeid en het verkleinen van het verschil tussen de loonkosten voor de werkgever en het nettoloon dat de werknemer overhoudt. De Commissie merkt ook op dat onze werkloosheidsuitkeringen niet beperkt zijn in de tijd en voor langdurig werklozen niet verbonden zijn aan een middelentoets. De Commissie struikelt ook over het gebruik van belastingverminderingen om de hoge belastingtarieven te compenseren, wat een inefficiënt en duur beleid is. De Commissie neemt bijvoorbeeld de dienstencheques en de bedrijfswagen op de korrel. Daarnaast formuleert ze een reeks aanbevelingen voor een beter activeringsbeleid, om een deel van de grote groep inactieven te mobiliseren, voor een beter onderwijsbeleid of een snellere afbouw van de nog grote afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.”
Is het een groot probleem dat een nieuwe regering met volle bevoegdheden nog niet voor morgen lijkt?
KILLEMAES. “Als België na de zomer de Europese Commissie tegemoet wil komen met een geloofwaardig begrotingsplan en met hervormingen die de nodige begrotingsinspanningen kunnen spreiden over zeven jaar, dan is er geen tijd te verliezen bij de vorming van een nieuwe federale regering. Er is sowieso geen tijd te verliezen, aangezien het overheidstekort en de schuld bij ongewijzigd beleid snel stijgen. België heeft de beheersing van de vergrijzingskosten al veel te lang voor zich uitgeschoven. Gelukkig verhoogt nu ook Europa de druk om de koe bij de horens te vatten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier