Industrie in Europees perspectief

Ruse. Nooit van gehoord? Toegegeven, ik ook niet, tot een paar weken geleden. Ruse is een middelgrote havenstad van 200.000 inwoners en een grensstad tussen de twee recentste leden van de Europese Unie: Bulgarije en Roemenië.

Je bereikt de plaats het gemakkelijkst via Boekarest. Dan gaat het over de enige, vooroorlogse, brug die de twee landen verbindt. De luttele 70 kilometer die de Roemeense hoofdstad scheidt van Ruse in Bulgarije neemt over de weg ongeveer vier uur beslag, zonder rekening te houden met het tijdverlies aan de grens. Hoewel beide landen tot de Europese Unie toetraden, is de controle aan de grensovergang niet mals.

Het was ook de plaats van het Europees congres over innovatie en creativiteit als economische groeifactoren. Wij kunnen niet langer concurreren met de lagelonenlanden op massaproductie, zei de politiek verantwoordelijke bij de opening van het congres, en onze toekomst ligt in innovatie en creativiteit. De buzzwords clusters, competentiepolen, clouds en incubatoren ontbraken in geen enkele toespraak. Ik heb dan maar ter plaatse mijn speech wat aangepast.

De lonen liggen in Bulgarije en Roemenië nochtans bijzonder laag. Het gemiddelde loon bedraagt in Roemenië 250 euro per maand en het minimumloon bedraagt er 141 euro. Veel Bulgaren kijken dan ook met argusogen naar hun Roemeense buren. Hun gemiddeld loon bedraagt immers 150 euro en het minimumloon 122 euro.

De Bulgaren worden minder belast dan de Roemenen. De vlaktaks, zowel van toepassing op de personenbelasting als op de vennootschapsbelasting, bedraagt er 10 procent. De Roemeense buren tornen een vlakke belastingdruk van maar liefst 16 procent. Ter vergelijking, het minimumloon in België is tien keer hoger (1440 euro) en de algemene fiscale druk vier tot vijf keer (gemiddelde druk 47 %). Overigens, het concept van de automatische loonindexering kreeg ik aan de Bulgaren en Roemenen niet uitgelegd.

Lage lonen en lage belastingen moeten het ondernemen bij deze Europese nieuwkomers aanzwengelen. De prijs per uur in Roemenië voor de arbeiders in de auto-industrie wordt geschat op 2 euro. Volgens insiders is het een van de best betaalde jobs voor arbeiders in Roemenië, gezien het gebrek aan arbeidskrachten. Ter vergelijking: in Antwerpen kost een arbeider 33 euro per uur.

Het loon van de arbeiders mag slechts 8 procent van de kostprijs van de wagen uitmaken, dat betekent een enorm concurrentievoordeel voor de Roemenen. Hun lokale afzetmarkt is bovendien stijgend, slechts één op de zes Roemenen heeft een auto, en als lid van de EU kunnen ze hun goederen vrij exporteren.

Bovendien behoort het tot het rijk der fabelen dat zij minder productief zouden zijn dan de West-Europese arbeidskrachten. Productiviteit hangt immers grotendeels af van het machinepark dat daar brand new is en dus is uitgerust met de meest recente technologie. Vele investeringen kunnen trouwens genieten van gigantische Europese subsidies en de industrieterreinen zijn er spotgoedkoop.

Vandaag is de sector goed voor 220.000 arbeidsplaatsen en de Roemenen produceren jaarlijks 300.000 wagens. Maar dat kan op korte termijn veranderen. Ford alleen al, dat zijn bedrijf opende in september 2009, heeft een productiecapaciteit van 300.000 wagens. 90 procent van de productie is bestemd voor de export.

Dit maakt concurrentie met deze landen op korte termijn uiterst moeilijk. Het is dan ook logisch dat Renault, GM en Continental, om maar een paar voorbeelden te geven, er actief zijn. Ook voor de Chinezen is het een zeer geschikte uitvalsbasis voor Europa. BYD (Build your Dreams) bouwt er zijn wagens en Hoyo bouwt er zijn tractoren.

Nu we het toch over auto’s hebben, in het straatbeeld valt nauwelijks nog een Trabant te bespeuren. Hoofdzakelijk Engelse collectioneurs komen de laatste Trabants opkopen.

Nog gelukkig voor ons dat de Bulgaren geen cultuur hebben van auto’s bouwen. De meest bloeiende sector in Bulgarije is nu de software. ING heeft er zijn centraal Europees IT-centrum. Maar we werken hoofdzakelijk in onderaanneming voor de Indiërs, zeggen de Bulgaren. Met andere woorden, wij outsourcen naar India dat op zijn beurt outsourcet naar Bulgarije. Een sterk staaltje van globalisering in het Europa zonder grenzen.

Op lange termijn moeten die landen ons natuurlijk bijbenen, met hogere lonen tot gevolg, maar zoals John M. Keynes het ooit stelde: on the long run, we’re all dead. Trouwens als termijn het criterium is, kan ik de lezer alleen maar aanbevelen om onroerend goed te kopen in deze landen. Voor 8000 euro vind je in Ruse al een mooi optrekje. Voor 100.000 euro kan je een moderne villa met zwembad en een paar hectare grond erbij op de kop tikken. Op termijn rendeert dat zeker. “Bij ons was dat ook zo, vijf jaar geleden”, merkt een Poolse deelneemster op. “Ondertussen liggen de prijzen al vijf keer hoger. ”

DE AUTEUR IS PROFESSOR ECONOMIE EN DIRECTEUR-GENERAAL VAN OLPC EUROPE.

Rudy Aernoudt

Wij outsourcen naar India dat op zijn beurt outsourcet naar Bulgarije. Een sterk staaltje van globalisering in het Europa zonder grenzen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content