INDICATOREN. Geld voorspelt
Geen zinnig ekonoom betwist het nog : van het monetaire gaat een sterke impact uit op de reële ekonomie. Jef Kortleven, advizeur-generaal van Financiën, konstrueert merkwaardige konjunktuurvoorspellers.
Een betrouwbaar zicht op de te verwachten evolutie van de ekonomische konjunktuur is van levensbelang voor ondernemingen. Een beetje groei meer of minder kan een wereld van verschil uitmaken inzake afzetmogelijkheden, rendabiliteit en investeringsopportuniteiten. De bedrijfsleider kan uiteraard de batterij aan bestaande indicatoren raadplegen om er zijn planning op teoriënteren. De meest bekende van die indicatoren zijn die van de Nationale Bank, die de nadruk legt op de stemming in het ekonomisch circuit, en die van de Kredietbank, die de reële evolutie van de ekonomie weergeeft. Los van beschouwingen omtrent de intrinsieke kwaliteit van deze twee en andere indicatoren, betreft het hier gegevens die onmiddellijk voor iedereen toegankelijk zijn en dus bezwaarlijk een kompetitief voordeel kunnen opleveren.
GELDHOEVEELHEID.
In de studie “Enkele Monetaire Indicatoren Belicht”, recent verschenen in het Documentatieblad van de Studiedienst van het ministerie van Financiën draagt Jef Kortleven, advizeur-generaal van Financiën, een indicator aan die onder ekonomen reeds lang bekend is maar nu ook voor bedrijfsleiders zijn nut blijkt te hebben. Kortleven konstrueert in deze studie een zogenaamde likwiditeitsindicator, zijnde de evolutie van de reële geldhoeveelheid.
Voor de samenstelling van die likwiditeitsindicator begint Jef Kortleven bij de bekende monetaire grootheid M2, d.i. het geheel van muntstukken en bankbiljetten in omloop alsmede zowel de zichtdeposito’s als de termijndeposito’s op ten hoogste één jaar bij de financiële instellingen. Deze nominale grootheid inzake de geldhoeveelheid in de ekonomie korrigeert hij dan voor de evolutie van het nominale BBP (= reële groei plus inflatie). Groeit de likwiditeit sterker aan dan dit nominale BBP dan is er sprake van een expansief monetair beleid, omgekeerd gaat het om een strak beleid.
GRAFIEK.
Op de bijgaande grafieken merkt u het parallellisme en dus het nauwe verband tussen enerzijds de rode lijn (likwiditeitsindicator) en anderzijds de respektieve groene lijnen (konjunktuurindicatoren Nationale Bank en Kredietbank). Maar… de likwiditeitsindicator is op deze grafieken “vertraagd”. Even verduidelijken aan de hand van grafiek B : het dieptepunt van de rode lijn viel in werkelijkheid niet halfweg 1982 maar wel 2,5 jaar eerder, dus begin 1980. Idem dito voor grafiek A, met dat verschil dat daar tot ’86 slechts een half jaar vertraging is, en nadien 2 jaar vertraging.
Rekapituleren : uit luik A blijkt dus dat de stemmingsindicator van de Nationale Bank de likwiditeitsevolutie sedert 1986 met twee jaar vertraging volgt. Met andere woorden : wie deze likwiditeitsindicator goed in ‘t oog had gehouden, zou reeds begin ’91 de zware recessie hebben zien aankomen die medio 1992 startte. Waarom zijn likwiditeitsindicator tot het midden van de jaren tachtig slechts zes maanden voorop loopt en nadien twee jaar, kan ook door Jef Kortleven niet direkt uitgelegd worden. Luik B geeft de samenhang tussen de likwiditeitsindicator zoals samengesteld door Jef Kortleven en de indicator met dewelke de Kredietbank de effektieve gang van zaken in de ekonomie meet. Ook hier mag die samenhang nauw genoemd worden, met dat verschil dat de likwiditeitsindicator hier zelfs 2,5 jaar vooroploopt. En van een trendbreuk in het midden van de jaren tachtig is hier in tegenstelling tot de NBB-indicator geen sprake.
Merkwaardige resultaten die door konjunktuurwatchers zeker nog grondig uitgespit zullen worden.
JVO
In bovengaande grafiek wordt het volume aan monetaire likwiditeiten dat omgaat in de Belgische ekonomie vergeleken met enerzijds de konjunktuurindicator van de Nationale Bank (luik A) en anderzijds met die van de Kredietbank (luik B).Het opmerkelijke parallellisme tussen de rode en de respektieve groene lijnen toont dat de beide konjunktuurindicatoren de likwiditeitsevolutie volgen (met de aangeduide vertraging).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier