An Goovaerts

In zekerheid leven met onzekerheid

An Goovaerts An Goovaerts is redacteur bij Trends

Op zoek naar een goede belegging? Een rendement dat 3 tot 20 procent hoger ligt dan de marktrente. Dat krijgen de investeerders in catastrofeobligaties. Terwijl het gros van de Europeanen niet eens wist dat er in IJsland actieve vulkanen liggen, beleggen grote financiële spelers wereldwijd al meer dan vijftien jaar in rampobligaties.

Deze financiële producten worden uitgegeven door de verzekeraars en herverzekeraars die moeten betalen als er schade wordt geleden bij natuurrampen.

Om hun risico te verlagen, zetten ze de financiële markt in – die koopt toch alles – en verkopen ze een deel van het risico door. Simpel gesteld kan de koper van de obligatie zijn ingelegde kapitaal kwijtspelen aan de verzekeraar als de schade na een ramp groot is.

Als de ramp zich niet voordoet, dan is het feest voor de koper, want hij incasseert fabuleuze rendementen. De markt voor deze obligaties kent een exponentiële groei. Het aanbod kan de vraag niet volgen.

Natuurrampen en klimaatfenomenen hebben dan ook een steeds grotere impact. Jaarlijks gebeuren er zowat 770 rampen met 75.000 doden tot gevolg en 80 miljard economische schade, berekende herverzekeraar Swiss Re vorig jaar. De verzekeringsschade loopt vaak op tot 25 miljard dollar.

De wereld kan het ‘aanbod’ aan natuurrampen en klimaatfenomenen ook steeds moeilijker opvangen. Dat bewees de stofwolk uit IJsland nog maar eens. De natuur toonde op een simpele manier haar superioriteit op de uiterst technologische ontwikkelde maatschappij.

Maar het is spijtig genoeg niet de natuur waarvan we wakker liggen, wel de prijs van wat de natuur veroorzaakt heeft. Hoeveel economische schade heeft dit nu veroorzaakt? En wie gaat ze betalen?

De grote zoektocht naar eindverantwoordelijken en geld is begonnen, en sleept voor sommige gestrande passagiers ongetwijfeld jaren aan. De luchtvaartmaatschappijen kijken nu naar de overheden om tussen te komen. Wie geld op tafel wil leggen voor de redding van financiële instellingen, moet toch ook luchtvaartmaatschappijen redden die financieel crashen door een onvoorzien natuurfenomeen?

Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in New York kwamen de luchtvaartmaatschappijen op de proppen met een soortgelijke vraag. Ze kregen geen geld en de sector ging door een financiële woestijn. Of Europa dit keer over de brug komt, is onzeker. Want geld is een schaars goed. Maar bovenal, Europa mist structuren om efficiënt op dergelijke calamiteiten in te spelen.
De luchtvaartsector mort over de aanpak van de lidstaten bij de sluiting van het luchtruim. Nattevingerwerk heet het verwijt. Nog maar eens wordt duidelijk dat het Europa aan eenheid ontbreekt. Nadat de aanpak van de financiële en economische crisis dat al pijnlijk duidelijk maakte.

Volgens het onderzoekscentrum voor natuurrampen CRED zal het aantal gedupeerden van natuurrampen alleen maar stijgen. De meeste rampen worden opgetekend in de ontwikkelingslanden in Azië en Afrika. De menselijke en economische schade die daar al decennia wordt geleden door aardbevingen, orkaanuitbarstingen, overstromingen, droogtes of insectenplagen doet een IJslandse stofwolk in het niets verdwijnen.

Maar volgens het CRED zijn de meer ontwikkelde landen het meest kwetsbaar voor de impact van natuurrampen. Het instituut berekende samen met het VN-secretariaat voor de Internationale Strategie voor Natuurrampreductie dat het economisch verlies per capita door natuurrampen nergens zo hoog is als in Europa. Omdat Europa tot nu toe naliet te investeren in preventiemaatregelen en coördinatieplannen.

De Europese commissie wilde enkele jaren geleden al een strategie uitdokteren over natuurrampen, maar blijkbaar slagen enkele lidstaten er zelfs niet in om het eens te worden over de methodologische aanpak van het plan.

Een groeiend aantal natuurrampen veroorzaakt niet alleen meer menselijk leed, maar bedreigt ook de economische ontwikkeling. Op de financiële markten mag er misschien goed geld verdiend worden aan rampobligaties, maar deze producten kunnen nooit de economische schade vergoeden die in de toekomst wordt geleden.
Overheden kunnen de natuur niet controleren. Ze kunnen een preventief beleid voeren, financiële buffers aanleggen en toekomstgericht maatregelen nemen. Ze kunnen de impact ervan verminderen. Het levert bij een volgende stofwolk misschien niet minder gestrande passagiers op, het brengt ze misschien wel sneller naar huis.

Trends-hoofdredacteur An Goovaerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content