In het spoor van een eurocommissaris
Het is een beetje verloren gegaan in het gejoel, maar op de Europese top in Nice werd het aantal leden van Europese Commissie ingeperkt. Maar wat doét zo’n Eurocommissaris eigenlijk? Trends liep een dag mee met Erkki Liikanen, Europees Commissaris voor ondernemingsbeleid en informatiemaatschappij.
De Europese top in Nice ligt nu al enkele dagen achter de rug, maar bij de Belgen blijft een vreemde nasmaak hangen. Net als onder andere de Duitsers, maakten premier Guy Verhofstadt (VLD) en minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (PRL) voor de start van het congres een strijdpunt van de inkrimping van het aantal Eurocommissarissen, en van de inperking van het vetorecht.
Beide pijnpunten werden echter wat weggedrukt door de ellenlange discussies over de stemverhouding in de ministerraad. Vooral België en Portugal hadden bezwaar tegen de discrepanties tussen de grote en de kleine landen. Tot vier uur ‘s nachts hield België het been stijf: het zou geen inkrimping van het aantal stemmen aanvaarden. Of toch wel. “België heeft hard gevochten, niet om een of ander symbool te verliezen, maar om meer Europa tot stand te brengen,” zei Verhofstadt. Volgens de Zweedse premier Persson was onze eerste minister “een held” omdat hij het akkoord van Nice mogelijk had gemaakt.
Bij het ochtendgloren bleek dat de Europese Commissie wel degelijk wordt ingekrompen. De grote landen geven vóór 2005 hun tweede zetel op en zodra de unie uit 27 landen bestaat, wordt een systeem met roulerende zetels ingevoerd.
Over die Europese commissarissen is vaak wat te doen. Ze zouden makkelijk geld scheppen, hoog boven het volk verheven zijn. Maar wat doén ze eigenlijk? Wij liepen een dag mee met de Finse Eurocommissaris Erkki Liikanen, verantwoordelijk voor ondernemingsbeleid en informatiemaatschappij. De man houdt zich onder meer bezig met een Europese richtlijn over e-commerce, de elektronische handtekening en auteursrechten.
8.00 – Ontbijtvergadering
Een aantal Deense topindustriëlen nodigde Liikanen uit voor een ontbijt: granen en fruit en veel koffie. Met veel zin voor humor geeft de commissaris uitleg over het belang van de top van Lissabon en het belang van het internet voor bedrijven. Hij moedigt hen aan om zo veel mogelijk aan Europese benchmarking te doen.
9.30 uur: Speech voor lotgenoten
Voor een auditorium vol grijze pakken laat Liikanen het officiële discours achterwege. Hij kiest voor persoonlijke ervaringen. “Toen ik aan de onderhandelingen over de toetreding van Finland tot de Europese Unie deelnam, werden we door de Commissie bestookt met vragen over details, terwijl wij in de eerste plaats akkoord wilden gaan over de grote lijnen. Dat was vaak frustrerend.” Hij heeft het publiek meteen op zijn hand: zijn verhaal klinkt immers pijnlijk vertrouwd.
11.00 uur: Persconferentie
Vooraleer het rapport over de Europese concurrentiepositie aan de pers voor te stellen, gaat Liikanen binnen bij zijn persverantwoordelijke. Drie kwartier lang bestudeert hij zijn notities. Aan de verzameling Europese journalisten geeft hij tekst en uitleg bij de conclusies van de studie. Hij aarzelt niet om de slechte resultaten van zijn eigen land op bepaalde punten te belichten… tot grote verbazing van de ambtenaren die het dossier hebben opgesteld.
12.25 uur – Marathonlopen
Een laatste blik op de dossiers die ‘s namiddags aan de beurt komen, vooraleer hij samen met enkele landgenoten in het Hilton Hotel verdwijnt. Daar loopt hij een goede vriend tegen het lijf, met wie hij geregeld een marathon loopt. Afspraak morgenvroeg om 6.30 uur voor een jogging in het Park van Brussel.
12.30 uur – Toespraak
Zijn toespraak is klaar, maar Liikanen kiest voor een originele formule. Hij vraagt aan de verschillende tafels of ze hem één vraag willen stellen die hij zal beantwoorden. Dat valt in goede aarde en er komt een aantal originele vragen naar boven. Onder andere een over de Amerikaanse verkiezingen. Off the record kan er alweer een lachje af.
14.05 uur – Pauze
Even pauze. Voldoende tijd voor een interview, twee koffies en een sigaar. Met berouw in de ogen geeft hij toe: “Ik heb één pekelzonde. Ik hou van sigaren, vooral van Cubaanse.”
14.55 uur – Telefoonsessie
De telefoon van Liikanen staat zelden stil. De beltoon van zijn GSM is uitgezet, maar het toestel blijft actief. Zijn medewerkers weten wat hen te doen staat: naam, telefoonnummer en onderwerp noteren. Tussen twee afspraken in luistert de commissaris naar de boodschappen.
15.00 uur – Interne vergaderingen
De namiddag is voorbehouden voor interne vergaderingen. Wekelijks ontmoet de commissaris een aantal leden van zijn kabinet en ambtenaren van de algemene directie ‘Informatiemaatschappij’. Elk document is door de ambtenaar zelf ondertekend en wordt door de man in kwestie uitvoerig toegelicht. Liikanen heeft een hekel aan rapportering van ambtenaren aan hun hiërarchische chef, die het op zijn beurt aan zijn directeur overmaakt, die er met de commissaris zal over spreken. Voor sommigen was dit een ware revolutie.
17.00 uur – Dossieropvolging
Liikanen weet precies wat hij wil verwezenlijken op het vlak van het internet, en kent de bureaucratische meanders van de Europese Commissie. Hij wil geen weken op een portaalsite wachten: als een bedrijf te lang aarzelt, kent hij er wel twee of drie die wél van aanpakken weten. De ambtenaar die verantwoordelijk is voor het dossier, krijgt bijzonder heldere instructies.
18.00 uur – On line
De commissaris is permanent on line en beantwoordt zelf zijn e-mails, terwijl hij met één oor naar het nieuws op CNN luistert. Mensen lopen aan en af, zonder dat de commissaris uit zijn concentratie wordt gehaald.
18.30 uur – Interview
“Is Frank Rose nog niet aangekomen?” vraagt Liikanen aan zijn woordvoerder. De commissaris is zeer stipt en verwacht dat ook van anderen. Ondanks die paar minuten vertraging ontvangt hij de journalisten van het Amerikaanse blad Wired zeer hartelijk. Hij feliciteert het voor het interview met Bill Clinton. Hij zal het laten fotokopiëren en door zijn medewerkers laten lezen. Na het urenlange interview gaat hij samen met de journalisten uit eten. Een goede fles wijn moet wachten tot vrijdagavond, want morgen is het vroeg dag: joggen om 6.30 uur.
NATHALIE VAN YPERSELE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier