In het spoor van De Da Vinci-code (wie verkoopt evenveel?)

Kunstgeschiedenis, geheime genootschappen en de katholieke Kerk – met die ingrediënten en heel wat cliffhangers verpulvert Dan Brown verkooprecords. Zijn er al opvolgers?

Al meer dan 25 miljoen exemplaren wereldwijd en zo’n 750.000 boeken in Nederlandse vertaling: de verbluffende verkoopcijfers van De Da Vinci-code. Ook de naslagwerken over de megaseller van Dan Brown verdringen zich. Een tip: in Geheimen van de code licht Dan Burstein de mysteries uitvoerig toe (Luitingh, 542 blz., 19,95 euro). Ondertussen worden tal van relithrillers gepromoot als dé opvolger. Zoals…

Het Sixtijnse geheim: in een fresco van Michelangelo zit een code verborgen die verwijst naar een geheim dat de katholieke Kerk op haar grondvesten zou doen daveren. Klinkt zéér Dan Brown-achtig, maar de thriller van de Duitser Philipp Vandenberg dateert al uit 1988 en werd pas nu vertaald. De karaktertekening blijft eendimensionaal, de stijl is armetierig en de plot kronkelt een paar bochten te veel. De religieuze en kunsthistorische referenties doen toch verder lezen (Karakter, 283 blz., 9,95 euro).

Het Michelangelo-mysterie: een studente stuit op een verloren gewaande tekening van het Renaissance-genie en zet zo een gruwelijke machinerie in gang, die het Vaticaan in een kwaad daglicht kan zetten. Kan er best mee door, maar dan alleen als u niet te veeleisend bent, dus op een lome avond. Als extra poging om een hype te ontketenen, laat de uitgever weten dat auteur Paul Christopher het pseudoniem is van een “veelvuldig gelauwerd literator” (M, 285 blz., 16,50 euro).

De Vaticaanse moorden: Rome-expert David Hewson neemt een schilderij van de zestiende-eeuwse kunstenaar Caravaggio als inspiratiebron van een moordenaar die wel zeer driest tekeergaat in Vaticaanstad. Hewson schreef hiermee een van de betere ‘opvolgers’. In stijl en karakterisering springt hij met gemak over Dan Brown (Fontein, 316 blz., 16,95 euro).

Het Messias-mysterie: alweer dreigt de katholieke Kerk zwaar in de problemen te komen door een ontdekking, nu door de vondst van documenten bij archeologische opgravingen in Israël. Andreas Eschbach grijpt te veel naar hocus-pocus om ons te overtuigen (Karakter, 475 blz., 19,95 euro).

Het Sindone-complot: de Madrileense journaliste Julia Navarro voert twee geheime broederschappen op die strijd leveren om de sindone (de lijkwade van Christus in de dom van Turijn). Prima thrillerdebuut en meteen nog een stevige concurrent voor Dan Brown (Sirene, 383 blz., 19,95 euro).

De Acht: in Katherine Nevilles odyssee door de geschiedenis speelt het schaakspel van Karel de Grote de rol van de graal. Een vermetele mix van hedendaagse problemen en historische figuren, waarin mysterie en mystiek afwisselen met computersnufjes en spionage. Bijwijlen briljant, maar finaal slaagt Neville er niet in om de lezer het hele lange boek door geboeid te houden (Luitingh, 671 blz., 19,95 euro).

Luc De Decker