In Flanders Fields

Het Ieperse spraak- en technologieproject Flanders Language Valley ontgroeit stilaan de puberteit. De tijd lijkt rijp voor een extra kapitaalinbreng van 4 miljard frank. Een beursintroductie op de Easdaq wenkt.

Ieper. Een klein, middeleeuws stadje aan de uitlopers van het Vlaamse Heuvelland – plat gebombardeerd tijdens de oorlog van 1914-1918 en daarna uit zijn as herrezen. Het is maandag, 1 september 1997. Gemeenteraad. Er klinkt gemor op de oppositiebanken. Zonet heeft het schepencollege beslist dat de vzw Flanders Language Valley tijdelijk haar intrek kan nemen in de gerestaureerde conciërgewoning van het Merghelynckmuseum tegen een symbolische huurprijs van 100 frank.

Burgermeester Luc Dehaene ( CVP) legt uit waarom: “Flanders Language Valley wordt voor deze stad in de 21ste eeuw even belangrijk als de lakennijverheid in de 12de en 13de eeuw.” Een visionaire uitspraak, zo blijkt.

Precies één week later raakt namelijk bekend dat Microsoft Corporation 3 miljoen dollar investeert in het durfkapitaalfonds van het Ieperse spraak- en taaltechnologieproject. De instap van de softwaregigant zorgt voor een turbo-effect. In nauwelijks vier weken tijd slaagt het fonds erin zijn middelen op te trekken van 532 miljoen frank naar 1,1 miljard frank. CEO Philip Vermeulen (41 j.) is in de wolken: “Ik ben nu al tien jaar in het vak, maar wat ik nu zie is werkelijk uniek.”

Het durfkapitaalfonds

uit de Westhoek werd de voorbije maanden overstelpt door aanvragen. Een 50-tal hoogtechnologische bedrijven uit de VS, Azië en België nam contact op. “Hieruit hebben we zes à zeven concrete opportuniteiten gefilterd die op korte termijn in aanmerking komen voor een investering,” aldus Vermeulen.

Ook de internationale reputatie van Flanders Language Valley ( FLV) kreeg een flinke opkikker. Zo kwam in maart de vraag binnen van AT&T Ventures – een investeringsreus met een portefeuille van 350 miljoen dollar – om te participeren in Amteva Technologies Inc. Dit jonge groeibedrijf uit Virginia integreert binnenkomende telefoongesprekken, faxen en e-mail in één universele postbus. Het Ieperse fonds hapte meteen toe en investeerde 2,5 miljoen dollar voor 4,8%. “Deze deal heeft onze zichtbaarheid in de wereld van het internationale venture capital een flink stuk verhoogd,” stelt Philip Vermeulen tevreden vast.

Nakende publieke notering?

Op dit ogenblik beschikt het investeringsfonds over een totaal vermogen van 1,6 miljard frank – 532 miljoen frank in kapitaal en 1,07 miljard frank in automatisch converteerbare obligaties. Grote namen zoals de Gimv, Lessius, Artesia en Kredietbank tekenden in het najaar van 1997 in. Volgens Philip Vermeulen kreeg het fonds recentelijk ook de principiële toezegging van Amerikaanse institutionelen voor een bijkomende kapitaalinjectie van 7,5 miljoen dollar of 280 miljoen frank.

Pakweg drie kwart van dit vermogen is intussen al geïnvesteerd in elf groeiparticipaties. “We willen deze deal flow nog opdrijven,” zegt Philip Vermeulen. Hij denkt daarbij aan de goedkeuring van twee dossiers per kwartaal. Het uiteindelijke doel is de vestiging in de Ieperse regio van een 50-tal bedrijven, goed voor een directe tewerkstelling van 2000 tot 3000 mensen en dit binnen een termijn van vier tot vijf jaar. Om hiervoor het nodige kapitaal aan te trekken, overweegt het fonds de mogelijkheid van een beursgang. “We zouden stom zijn indien we het scenario van een IPO ( nvdrinitial public offering) niet ernstig zouden nemen,” liet de CEO op de persconferentie van 17 april weten. “Maar daarover is nog niets beslist.”

Vandaag weigert

het management elke officiële commentaar op een nakende publieke notering. Wel werd twee weken geleden in de financieel-economische pers – zoals wettelijk voorzien – de bijeenroeping gemeld van een buitengewone algemene vergadering op 25 mei. Als opmerkelijke agendapunt viel in dit publieke bericht te lezen dat het FLV-fonds een aandelensplitsing (3 voor 1) en de uitgifte van 11.428.572 aandelen overweegt voor een maximumbedrag van 4 miljard frank. En letterlijk werd eraan toegevoegd: dit gebeurt “in het kader van het openbaar bod en de notering van de aandelen van de vennootschap op Easdaq“.

Kortom, het lijkt Flanders Language Valley menens met een publieke beursoperatie. Voorzitter Jean Van Marcke houdt zich doelbewust op de vlakte. Hij wil elke vorm van speculatie vermijden. “We zijn van plan om de middelen van ons fonds substantieel uit te breiden,” zo beklemtoont hij. “We overwegen hiervoor verscheidene formules. En een IPO is één ervan.” Punt. Meer wil hij niet kwijt.

Een reden voor die voorzichtigheid is wellicht de meer dan gewone aandacht die de Commissie voor het Bank- en Financiewezen ( CBF) op dit ogenblik heeft voor het FLV-fonds. Het overgrote deel van de 532.389 aandelen van het fonds is namelijk “aan toonder” – dat wil zeggen: zij kunnen zonder problemen van eigenaar wisselen. Het risico op een ongecontroleerde grijze handel is hierdoor erg groot.

En dat er wel degelijk appetijt bestaat voor de FLV-aandelen, mag blijken uit het feit dat het waardepapier al diverse malen op de Openbare Veilingen in Brussel werd verhandeld. De meest recente koers op 17 april 1998 bedroeg 1700 frank per aandeel. Drie weken daarvoor was de aankoopprijs nog 1600 frank.

In ieder geval, als het Ieperse spraak- en taaltechnologiefonds erin slaagt zijn aandelen op de Easdaq te laten noteren, dan zou dit een Europese primeur zijn voor deze groeibeurs. Het FLV-fonds bezit immers geen intrinsieke operationele waarde. De koers van de aandelen wordt enkel bepaald door de dynamiek van de hightech-bedrijven waarin het participeert en de mogelijke “exits” die daar opduiken.

Een kleine Silicon Valley

Toch lijkt een beursoperatie haalbare kaart. Philip Vermeulen: “We zijn niet zomaar een groepje financiële analisten met een dikke portefeuille,” zegt hij. “We werken met slim geld. We zijn een selectief fonds, gericht op het nemen van strategische belangen – meestal 5% tot 49% voor bedragen van 75 à 175 miljoen frank – in drie groeidomeinen: spraak, taal en artificiële intelligentie.” Elke participatie wordt daarbij zeer actief opgevolgd. De interactie tussen het management van de verschillende bedrijven die in de portefeuille zitten, is één van de klemtonen.

En daar sluimert de meerwaarde van dit concept. “Ons doel is een competentiecentrum uit te bouwen van enkele duizenden specialisten – een kleine Silicon Valley – waarbij de beurskapitalisatie per persoon erg hoog ligt,” aldus Jo Lernout (50 j.), die het project samen met zijn onafscheidelijke metgezel Pol Hauspie (46 j.) een drietal jaren geleden uitdacht. Opvallend hierbij is de altruïstische invalshoek van het duo. Eind vorig jaar deden ze een persoonlijke schenking van 500 miljoen frank aan de vzw Flanders Language Valley. “We zijn van plan om nog veel meer geld weg te geven,” reageert Pol Hauspie. “Jo en ik zijn niet geïnteresseerd in de uitbouw van een bedrijfsimperium. En het gaat ons evenmin om de centen.”

Deze schenking

zal worden gebruikt om de internationale promotie, de aanwerving en recrutering, opleiding en huisvesting van FLV te financieren. Een 12-tal vzw’s en nv’s zijn hiervoor in oprichting. Op een terrein van 25 hectare vlakbij de Ieperse Noorderring verrijst een origineel gebouwen- en campuscomplex uit de kleigrond in de vorm van een reusachtige oorschelp. De bedoeling is dat het merendeel van de bedrijfsparticipaties van het durfkapitaalfonds zich hier vóór de eeuwwisseling komt vestigen. Die geografische concentratie moet de nodige schaalvoordelen opleveren en – op termijn – zorgen voor een lokale smeltkroes van hooggeschoold talent.

En dit laatste is dé wissel op de toekomst voor het Ieperse spraak- en taaltechnologiebedrijf Lernout & Hauspie Speech Products zelf. Zegt Gaston Bastiaens, CEO van LHSP: “Het bedrijf heeft nu een 700-tal spraakexperts en linguïsten in dienst, dat is drie maal meer dan bij IBM het geval is. Zo’n 16% à 17% van onze jaarlijkse omzet wordt geïnvesteerd in Onderzoek en Ontwikkeling. Als we die O&O-ratio aanhouden, zullen we steeds meer specialisten nodig hebben. Waar gaan we die vinden? Recrutering op de unief is één mogelijkheid, maar dit vereist een lange en dure vooropleiding binnen het bedrijf. Een beter alternatief is Flanders Language Valley.”

Onderlinge kruisbestuiving

FLV is dus één van de troefkaarten die LHSP in de toekomst wil uitspelen. Het project is – jawel – een ambitieuze hefboom om het economisch potentieel van de regio op te krikken. Maar het is evenzeer een weldoordachte formule om rond het hoofdkwartier van het Ieperse spraak- en taaltechnologiebedrijf een fijn net van klanten te weven, die elkaar kruisbestuiven en op die manier de nodige onderzoekssteun en inkomsten voor het bedrijf genereren. “Je kan ons vergelijken met een brouwerij die cafés financiert en daar dan zijn producten afzet,” zo ziet Pol Hauspie het.

Vanuit die optiek werd op 22 december 1995 de cva (commanditaire vennootschap op aandelen) Flanders Language Valley Fund opgericht, met 207 miljoen frank startkapitaal. Het geld was afkomstig van drie Luxemburgse vennootschappen: Ramirez sa, Cheops sa en Syllabus sa. Wie achter die vennootschappen schuilgaat, is onduidelijk. Wellicht gaat het om enkele tientallen particulieren die – na de succesvolle beursgang van LHSP op 1 december 1995 – bereid waren (opnieuw) te investeren. De bank Indosuez Luxembourg begeleidde de plaatsing.

Nauwelijks twee dagen later nam het fonds met een deel van dit geld een participatie van 49% in Quarterdeck Flanders, een filiaal van het gelijknamige op de Amerikaanse Nasdaq-beurs genoteerde softwarebedrijf. Op 29 december werd door FLV een lening van 160.000 dollar of 5,6 miljoen frank verstrekt aan Quarterdeck Flanders, waardoor het bedrijf in staat was een licentiecontract met LHSP te financieren waarmee een systeem voor gesproken e-mail en automatische vertaling op het Internet werd ontwikkeld.

Dit contract was van cruciaal belang voor LHSP. Dankzij dat kon de Ieperse spraakspecialist nét op de valreep – want drie dagen voor het afsluiten van het boekjaar – inkomsten rapporteren aan de beurs die goed waren voor 55% (!) van de omzet in het laatste kwartaal van 1995.

In de lente

van 1996 zou FLV opnieuw een stevig duwtje in de rug geven van LHSP. In het jaarverslag van het Ieperse bedrijf lezen we dat niet minder dan 63% van de inkomsten in het eerste kwartaal van dit jaar geboekt werd op basis van licentieakkoorden met de nv’s NDC Europe, NDC China en NDC Far East. Elk van die vennootschappen werd opgericht door het fonds van FLV zelf – vreemd genoeg is de oprichtingsacte gedateerd op 26 april 1996 (dus later dan de periode waarin de inkomsten werden geboekt).

Dergelijke voorbeelden illlustreren de financiële creativiteit van het duo Jo Lernout en Pol Hauspie. Het toont ook aan hoe groot hun talent is om “deals” af te sluiten. Elk NDC-bedrijf is exclusieve licentiehouder voor de commercialisering van een revolutionair systeem voor spraaksemafonie in welbepaalde regio’s van de wereld. De black box van die technologie wordt ontwikkeld door NDC Voice, een Amerikaanse vennootschap waarvan LHSP en National Dispatch Center Inc., een semafonieoperator uit San José, elk 45% van de aandelen bezitten.

Eind april 1996 maakte het FLV-fonds bekend dat het de helft van zijn aandelen in de drie NDC’s verkocht aan de nieuwe holding Utel Holding voor een totaal bedrag van 150,75 miljoen frank. Door die verkoop kon het FLV-fonds plots een meerwaarde realiseren van 25%. “Een bewijs dat de uitgedokterde investeringsformule werkt,” zo deelde voorzitter Jean Van Marcke verheugd mee in een persbericht.

Wat er niet werd bijverteld was dat de Utel Holding in dezelfde maand werd opgericht door een aantal figuren uit de omgeving van de Vlaamse zakenbank Lessius – onder meer Luc De Bruyckere ( Ter Beke), Louis Verbeke ( Loeff Claeys Verbeke), Luc Vansteenkiste ( Recticel), Christian Dumolin ( Koceram) en… Jean Van Marcke. Bijkomend pittig detail: de nv FLV Management was aangesteld als “onafhankelijke” fondsbeheerder van FLV. En de aandelen van die vennootschap waren voor 74% in handen van Lessius Management Consulting en voor 26% van Jean Van Marcke. Opmerkingen in dit blad over een mogelijke belangenvermenging werden door de betrokkenen met flair weggewuifd (zie Trends, 30 mei 1996).

In de zomer van 1996 verkocht het FLV-fonds nog eens 50% van zijn aandelen in drie andere NDC-vennootschappen ( Eastern Europe, Middle East en South America) aan de holding Language Investment Company – die een groep investeerders rond de Poperingse verzekeringsmakelaar Willem Hardeman groepeert, een vriend en streekgenoot van Pol Hauspie. Ook deze verkoop gebeurde met een 25% meerwaarde. Op die manier kon het FLV-fonds het pad effenen voor een nettowinst in het boekjaar 1996 en zich zo een aantrekkelijk profiel aanmeten voor de inbreng van institutioneel kapitaal.

De jeugdzonden voorbij

“We zijn daar ook in geslaagd,” zegt Jean Van Marcke nu. “De belangrijke institutionele inbreng van industriële en financiële partners zoals Microsoft, Gimv, Artesia, Lessius, Kredietbank en Mercator-Noordstar verhindert dat het fonds ook al te zeer afhankelijk zou worden van een grijze zone waarbij de aandelen ( nvdr – aan toonder) op ongecontroleerde wijze in andere particuliere handen overgaan. Dat risico is nu ingeperkt.”

Kortom, na die kleine “jeugdzonden” lijkt het fonds nu stilaan zijn puberteit te ontgroeien. Op 17 juli 1996 nam het een participatie van (respectievelijk) 35% en 62% in Excalibur Technologies (actief in documentbeheer) en Keyware Technologies (biometrie). Ook hier werd twee maanden later een deel van de aandelen doorgeschoven naar de Gimv. Maar volgens Philip Vermeulen – die tien jaar lang als investeringsmanager bij dit overheidsfonds werkte – had dit alles te maken met de kortere beslissingstijd van het FLV-fonds. Er werden geen meerwaarden geboekt op die verkopen.

Het strategisch belang van het FLV-fonds als omzetgenerator voor LHSP bleef wel nog tot in 1997 opvallend zichtbaar. Zo was het Dictation Consortium – een investeringsplatform voor de ontwikkeling van dicteersoftware, op 30 september 1996 opgericht door het FLV – goed voor een inkomstenstroom van 7,5 miljoen dollar of 260 miljoen frank in het boekjaar 1996. Een portie die goed was voor 24% van de totale jaaromzet van LHSP in dat jaar. De markt voor dicteersoftware is van groot strategisch belang voor LHSP. Met die software kan de pc-gebruiker zijn computer toespreken met een snelheid van 140 woorden per minuut – of sneller dan de meeste mensen letters intikken.

“De rechtstreekse impact van Flanders Language Valley op de omzet van LHSP is gevoelig minder geworden,” zegt Philip Vermeulen. Stilaan begint het FLV-fonds nu deals op eigen elan binnen te rijven. De instap in hightech-groeiers zoals Xiox Inc. (25%, telefoonmanagement), Speech Systems Inc. (11%, spraakherkenning in lawaaierige omgevingen), Amteva Technologies Inc. (4,8%, geïntegreerd boodschappensysteem) of Creator Ltd. (20%, draadloze communicatie) bewijst dit.

De nauwe band

met Jo Lernout en Pol Hauspie blijft echter van primordiaal belang. “Flanders Language Valley is onze levensdroom,” zegt het duo. “En Lernout & Hauspie Speech Products geeft ons de pasmunt om die droom te realiseren.” Momenteel bezitten beide entrepreneurs geen aandelen of bestuursmandaat in het spraak- en taalproject. Ze geven louter advies. Pol Hauspie: “We zijn op zoek naar een manier om ons terug op iets formelere wijze bij het project te betrekken.”

Ook Philip Vermeulen denkt in dezelfde richting. Zegt hij: “We zijn een durfkapitaalfonds dat opereert volgens Angelsaksisch model: namelijk voor en door de ondernemers. In die zin is de inbreng van Jo en Pol, maar ook van ervaren managers zoals Bart Verhaeghe ( nvdr – lid van het directiecomité van de vzw Flanders Language Valley), onmisbaar. Zij zorgen voor de broodnodige kennis en ervaring in de domeinen waarin we actief zijn. Dit is het rolmodel waarmee Silicon Valley groot is geworden. En het lijkt me de moeite waard om het ook op deze regio over te enten.”

PIET DEPUYDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content