‘In Europa is het elk land voor zich’

In de strijd om jobs bestaat de EU niet. Lidstaten vechten om investeringen. Vlaams minister-president Kris Peeters kan niet anders dan meedoen aan het opbod. Het echte werk blijft intussen liggen. “Ons Rijnlandmodel is versleten.”

Ford Genk, Verbinnen Poultry, Crown,… De jobs verdwijnen bij bosjes. Het lijkt erop dat de crisis nu pas begint. Zoals bij elke crisis kijkt iedereen naar de overheid voor heil en verlossing. Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) houdt er tegenwoordig goed gevulde werkdagen aan over. “Ik krijg elke dag bedrijven in nood over de vloer. IJsboerke is hier geweest, en de overnemer ook. Hij vroeg mij welke subsidies hij kon krijgen. ‘Zonder steun van de overheid gaat de overname niet door’, klinkt het dan.”

Dat is chantage.

KRIS PEETERS. “Ik krijg hier bedrijven binnen die willen investeren in Limburg, op 10 kilometer van de Nederlandse grens. “Dit is onze shortlist”, zeggen ze, en schuiven mij een blad onder de neus met alle voordelen die ze in Nederland kunnen krijgen. Ik toon hun dan de Vlaamse steunmaatregelen, en een week lang hoor je niets meer. Dan zijn ze terug, en zeggen: “We hebben met de Nederlanders gesproken, en dit is hun finale bod. Als uw bod niet beter is, zijn we weg.”

Wat kunt u dan doen?

PEETERS. “Ik zit in een wettelijk en Europees kader, terwijl er in de praktijk een bikkelharde concurrentiestrijd tussen de lidstaten woedt. De Duitsers spelen het hard, de Fransen nog harder. Dat is te zien aan de overheidsaanbestedingen die de Fransen uitschrijven. Mensen zeggen mij dan: ‘Peeters, zo’n Franse overheidsopdracht, heb je dat al eens goed bekeken? Hoe naïef kunnen we zijn?'”

U bedoelt dat Franse overheidsaanbestedingen op maat van Franse bedrijven geschreven zijn, terwijl wij braaf volgens het boekje aanbesteden.

PEETERS. “Neem onze aanbesteding van bussen voor De Lijn. Het Franse Irisbus wint dat, met boze reacties van Vlaamse busbouwers als Van Hool tot gevolg. We hebben er dan voor gekozen niet alle bussen toe te wijzen, en een nieuwe aanbesteding voor hybride bussen uit te schrijven waarvan we hopen dat Van Hool het beste bod kan doen. Daarop volgt dan een brief van Fiat, het moederbedrijf van Irisbus, dat zegt: “Fiat maakt ook landbouwmachines, met een belangrijke vestiging in West-Vlaanderen. Wij geven werk aan 4700 mensen in uw land. Gelieve daar rekening mee te houden.” Je ziet hoe complex het is. Als bedrijven verhuizen, is een open economie als de Vlaamse de eerste die in de klappen deelt.

“Ik keur dat opbod tussen lidstaten niet goed. Ik zou daar veel liever mee stoppen. Maar als ik mijn naïviteit niet elke dag beperk, gaan er jobs verloren.”

Is dat niet het probleem van de EU? We werken niet meer samen.

PEETERS. “Door de crisis is het elk land voor zich in Europa. De Vlaamse regering moet en kan veel doen. Maar voor vele problemen kan de oplossing niet van Vlaanderen komen, zelfs niet van België, maar van Europa. Zo moet er dringend een Europees antwoord komen op het Amerikaanse schaliegas, dat energie in de VS erg goedkoop maakt. Amerikanen vragen aan hun bedrijven wat ze nog in Europa zitten te doen.”

U hebt van alles gedaan om Opel Antwerpen open te houden, u bent zelfs naar de grote bazen in Detroit gegaan. Wordt het geen tijd dat politici durven te zeggen dat bedrijfssluitingen er nu eenmaal bij horen, zeker in verzadigde markten als de automobiel?

PEETERS. “Als ik niet naar Detroit ga, doen anderen het. De Duitse bondskanselier, Angela Merkel, is er ook geweest. Let goed op eer je een sector afschrijft. Audi en Volvo doen het schitterend in ons land. In sectoren met weinig groei mag een overheid de beste spelers overeind houden. Maar als de productiecapaciteit van je bedrijf voor de helft onbenut is door een oververzadigde markt, dan heb je inderdaad een probleem.”

Zou u daarom niet beter inzetten op goed onderwijs, om- en bijscholing? Zo vinden mensen vlugger werk als ze hun job verliezen. Zelfs in deze crisis smeken bedrijven om technici, die ze niet vinden.

PEETERS. “Dat doen we, volop. Onderwijs en VDAB zijn prioriteiten. Maar wat moet ik zeggen tegen zo’n investeerder die zwaait met 500 jobs? ‘Ga maar op een ander, ik investeer liever in mensen’? Het is niet het een of het ander, een overheid moet beide doen. Ik verwijs naar Alfacam (het noodlijdende tv-faciliteitenbedrijf uit Lint dat allicht in handen komt van de Indiase groep Hinduja, nvdr.). Toen we dat bedrijf een waarborg van 16,5 miljoen euro verstrekten, stond een aantal mensen op zijn achterste poten. Diezelfde mensen waren nochtans wild enthousiast over de verwezenlijkingen van Alfacam tijdens de Olympische Spelen van Londen. Zonder de overheidswaarborg was Alfacam allicht nooit in Londen geweest.

“Toegegeven, het kan ook slecht aflopen. Ik worstel elke dag met de vraag hoever ik kan gaan. Als een overheid zich te diep in het ondernemerschap steekt, krijgt ze daar blauwe plekken van. Of een uppercut, in het geval van Opel Antwerpen en Ford Genk.”

Kan een overheid echt het verschil maken in een economie?

PEETERS. “Wij kunnen negatieve schokken dempen en positieve dynamieken steunen of versnellen. Vaak zijn privé-investeerders pas in projecten geïnteresseerd als de overheid er geld in steekt. Imec (het wereldvermaarde Leuvense onderzoeksinstituut voor nano-elektronica, dat al een lange reeks spin-offs heeft voortgebracht, nvdr.) is opgericht door professor baron Roger Van Overstraeten, maar zou zonder overheidssteun niet staan waar het nu staat. Slotsom: wij creëren het kader, we werken de hindernissen voor ondernemers weg. Maar zonder goede ondernemers kunnen we slechts toekijken.”

Met dat ondernemerschap blijkt het matig gesteld in ons land. Het aantal starters in verhouding tot de beroepsbevolking is van de laagste van de EU.

PEETERS. “Het Vlaamse ondernemerschap zit op het niveau van de meeste buurlanden. Maar wat baat het om te kunnen pronken met het grootste aantal starters, als de helft ervan na enkele jaren failliet is? Ik heb sterke starters nodig, mensen die weten waaraan ze beginnen. De overheid kan hier een rol spelen. Het begint in het onderwijs, waar veel projecten rond ondernemerschap lopen. Voorts investeren we in begeleiding. Zo steunen wij Bryo, de startersdienst van Voka. We zitten ook mee achter tv-programma’s over ondernemen, zoals Topstarter.

“Fundamenteler is de bedenking dat ons Rijnlandmodel, met zijn uitgebreide sociale zekerheid, ons risicoschuw heeft gemaakt. Wij willen absoluut alle risico’s indekken. Bij sommige, zoals ziekte, invaliditeit en ouderdom, is dat nodig. Maar we moeten opletten dat maximale indekking tegen verlies van job en inkomen geen negatief effect krijgt op ondernemerschap, zeker in economisch moeilijke tijden.

“We moeten naar een nieuw model, waarbij we elementen uit het Scandinavische en het Duitse systeem samenvoegen. Het Rijnlandmodel is versleten. Zelfs Duitsland is ermee gestopt, toen kanselier Gerhard Schröder vanaf 2003 met zijn Hartz-hervomingen het arbeidsmarktbeleid verstrengde. Hier doet men smalend over die hervormingen, maar onderzoek leert dat de Duitse werkzaamheidsgraad groter is dan de Vlaamse en de Belgische. Schröder heeft de prijs betaald, want hij is niet opnieuw verkozen.”

Kunt u het einde van het Rijnlandmodel verkopen aan de kiezers?

PEETERS. “Niet van de ene dag op de andere. In dit complexe land met zijn vele partijen en beleidsniveaus is gewoon overeind blijven als politicus al een hele opgave. Je moet elke dag uit de loopgraven en vechten voor iedere centimeter. Natuurlijk zou ik de frontlinie met kilometers tegelijk willen verschuiven. Maar als ik tegen de avond 1 centimeter gevorderd ben, heb ik daar vrede mee. Politiek is een zeer concurrentiële markt, waar de waan van de dag speelt. Het zou wel eens kunnen dat een dossier als het ACW veel belangrijker is voor de kiezer dan een goed beleid om uit de crisis te geraken.”

Weegt de discussie over het ACW op de Vlaamse regering?

PEETERS. “Het zou verschrikkelijk spijtig zijn mocht dit dossier het werk van de Vlaamse regering hypothekeren. We moeten 10.000 jobs creëren in Limburg, concluderen de experts na de aangekondigde sluiting van Ford Genk. De ACW-top moet tekst en uitleg geven over de fiscale aanpak van hun inkomsten. Als er sprake is van fraude en schriftvervalsing zal iedereen, ikzelf incluis, streng zijn voor de verantwoordelijken.

“De zaak heeft de notionele-intrestaftrek in een slecht daglicht geplaatst. Aanvankelijk draaide de discussie nog over het verschil tussen woord en daad, het bekritiseren en tegelijk toepassen van de maatregel. Intussen beginnen we het loutere gebruik ervan als onethisch te beschouwen. Mijn grootste zorg is dat ons land aan geloofwaardigheid verliest tegenover investeerders. We kunnen geen 10.000 jobs in Limburg creëren met Vlaamse kmo’s alleen. Ik heb ook buitenlandse investeerders nodig. Creëer geen mist rond de notionele-intrestaftrek. Zorg dat de boodschap aan de buitenlandse hoofdkantoren duidelijk is.”

Een startend bedrijf heeft niet veel aan de notionele-intrestaftrek.

PEETERS. “Daarom wil ik een veel beter alternatief op tafel leggen: een verlaging van de vennootschapsbelasting. Dat debat mag je niet publiek voeren, anders breng je de buitenlandse investeerders nog meer in verwarring. Enerzijds weet ik heel goed dat de bedrijven ademruimte nodig hebben. De sfeer in de ondernemingswereld wordt elke dag drukkender. Anderzijds zag ik op het Mobile World Congress in Barcelona hoe kleine bedrijven door innovatie de grote jongens verslaan in ICT en mobiele technologie. Dat stemt me positief.”

JOZEF VANGELDER, JOHAN VAN OVERTVELDT

“Vaak zijn privé-investeerders pas in projecten geïnteresseerd als de overheid er geld in steekt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content