‘In dit vak is het alles of niets’

© Debby Termonia

“De mensen kwamen vroeger van ver om de wildgerechten van mijn moeder af te halen”, zegt Hélène Van den Broeck. “Haar hertenstoofpotje was legendarisch. Sinds ze overleden is, probeer ik met mijn zoon Bryan en mijn man Roger haar levenswerk verder te zetten. We houden de winkel open, bedienen de klanten en maken alle gerechten. Precies zoals zij het ons geleerd heeft. Er wordt niets aan veranderd. Zelfs als mijn zoon, die afstudeerde aan de hotelschool van Spermalie, prachtige suggesties voor nieuwe bereidingen doet, denken we twee keer na voor we iets aanpassen. Want dit is niet zomaar een zaak uitbaten, dit is een traditie voortzetten.”

Van den Broeck laat trots het dagverse wild zien. “Tijdens het wildseizoen beginnen onze werkdagen om 4 uur ‘s ochtends. Leveringen aannemen, wild kuisen, koken. We zijn er de hele dag mee bezig, met hart en ziel. Dat komt omdat dit beroep geen werk voor ons is, het is een passie. Soms zie ik delicatessenzaken die tijdens de wintermaanden ook wild en gevogelte verkopen, naast hun gewone aanbod. Zoiets kan volgens mij niet. Een goede poelier moet voor 100 procent met zijn zaak bezig zijn. In dit vak is het alles of niets.”

“Wij hebben veel vaste klanten. Die worden soms aangevuld met mensen die het wild herontdekten dankzij tv-programma’s of moderne kookboeken. En daar ben ik enorm blij om, want velen blijven achteraf terugkomen. Wild is iets aparts. Maar wie ervoor openstaat, kan heerlijke ontdekkingen doen.” Het poeliersvak zit Van den Broeck in het bloed. “Mijn grootouders zijn met deze zaak begonnen. Zij leerden elkaar kennen op de markt. Haar ouders hadden een kraam met levende kippen, die van hem een met geslachte kippen. Het leek wel voorbestemd.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content