IN DE PRAKTIJK: MOHAMMAD RACIME

De 32-jarige Afghaan kwam in 1998 met zijn vrouw en drie kinderen naar België.

Had in zijn land van herkomst economie gestudeerd.

Heeft nu in Antwerpen zijn eigen dameskledingboetiek.

Antwerpen. Boetiek Temor BVBA. In de Carnotstraat 66 laat Mohammad Racime twee potentiële klanten rustig door zijn winkel slenteren. Hij houdt ze wel scherp in het oog. “Diefstal is hier geen uitzondering,” fluistert hij zacht.

De 32-jarige Afghaan arriveerde in oktober 1998 met zijn vrouw en drie kinderen in België. In zijn land van herkomst had Mohammad economie gestudeerd aan de universiteit en hielp hij in de zaakjes van zijn vader. Verlegen en stil, maar in duidelijk Nederlands vertelt Mohammad zijn relaas.

“Na zes maanden in het asielcentrum kreeg ik groen licht van de immigratiediensten. Omdat ik niet afhankelijk wilde zijn van jullie OCMW-diensten, volgde ik avondlessen Nederlands en schreef ik me in bij de VDAB. Via hen kon ik een informaticacursus volgen die gezamenlijk werd opgezet door NFTE en Cisco.”

Na tien maanden les, nog voor Mohammad zijn examens aflegde, startte de Afghaan zijn eigen zaakje. “Het was mijn droom zelfstandige te worden. Maar misschien is het een slechte droom. Je moet hard werken en je verdient weinig.”

Bij NFTE leerde Mohammad alles over break-evenpoints, winst- en verliesrekeningen, aflossingstabellen… Toch verliep de opstart van zijn zaak moeilijk. “Ik had weinig klanten en dus een lage omzet. Ik heb een dag meegemaakt dat ik 6 euro omzet draaide, terwijl ik 150 euro per dag aan vaste kosten moest dragen.”

Mohammad beseft nu dat hij een valse start heeft genomen. “Bij de opstart had ik een neef gevraagd om mij een stock op te sturen. Ik kreeg een container uit China met – hoe noemen jullie dat – prullaria terug. Kleine dingen, vodden eigenlijk die ik tegen lage prijzen moest verkopen, als ik ze al verkocht kreeg.”

Mohammad kan rekenen op de hulp van NFTE en zijn begeleider Ignace Van Doorselaere, voormalig divisiehoofd van Interbrew West-Europa. “Je moet als investeerder of werkgever niet uit puur idealisme aan deze oefening beginnen, maar altijd de hersenen aan het hart koppelen,” zegt hij. “Het komt erop aan dat kansarmen – net zoals iedereen – moeten groeien naar zelfrespect en een gezonde ambitie om ervoor te gaan.”

En hulp kan Mohammad gebruiken. Als nog niet officieel erkende vluchteling kan hij bijvoorbeeld nergens aankloppen voor een lening. Niet dat hij geld zou aanvaarden van Van Doorselaere. Integendeel, toen Van Doorselaere Mohammad wilde helpen met de financiering van een betere etalage om zo met meer appeal de consument te benaderen, weigerde de jonge ondernemer daarop in te gaan. “Ik wil zelf sparen voor mijn zaak,” is zijn ferm antwoord. Van Doorselaere staat de prille ondernemer bij met advies over de inrichting van de zaak, de marketingaanpak en de contractonderhandelingen. “Huisjesmelkers is een zware term, maar het is niet te begrijpen welke huurprijzen ze hier en in de nabije Offerandestraat durven te vragen,” vertelt Erik Dauwen van NFTE.

Mohammad heeft zopas een herstructurering doorgevoerd. De kleine spullen gooide hij op zolder en hij vulde zijn boetiek met dameskledij. Opvallende dameskleding.

“Ik weet het, mijn collectie is nogal opzichtig en ik zie dames zoals u nog niet in mijn jurken lopen,” grinnikt Mohammad. “Maar 90 % van mijn klanten zijn allochtonen. Zij willen deze kleding. Het zijn arme mensen die toch op zoek zijn naar deftige kledij.” Om zijn omzet op te krikken, gaat hij nu elke zondag naar de markt in Tessenderlo.

Continu denkt hij na over de groei van zijn zaak en belangrijke marketingaspecten. Zo zakt hij geregeld af naar de Offerandestraat en naar Brussel. “Het is belangrijk voor mijn zaak om de modetrend in het oog te houden. Die is immers zo veranderlijk. Vorig jaar sloeg ik tal van jeansrokken in. Nu wil niemand nog een rok dragen.” Vrouwen!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content