In de leer bij de chefs
Niet alleen de Bologna-verklaring zet het hoger onderwijs op zijn kop. De rectoren houden best ook rekening met de opmars van de bedrijfsuniversiteiten en internet.
Talent is schaars, zeker op een krappe arbeidsmarkt. Investeren in opleidingen is voor een bedrijf daarom een cruciaal element geworden bij het aantrekken en behouden van personeelsleden. Wat vroeger het privilege was van de fine fleur die werd klaargestoomd voor het leiderschap, druppelde langzaam naar beneden in de organisatie.
Doorslaggevend was wellicht dat vaardigheden veel sneller dienden vervangen te worden. Aangeleerde systemen waren al na amper een paar maand achterhaald. Investeringen in technologie vergden mensen die ermee konden omgaan. Training diende binnenshuis te gebeuren om de tijd die weg van het kantoor werd doorgebracht zo kort mogelijk te houden.
Ken Bardach, decaan en directeur bedrijfsopleiding van de Kellogg Graduate School of Management, de business school van de Britse Northwestern University, ziet het zo: “De halveringstijd van de kennis is korter geworden.” In sommige bedrijven resulteerde dat in niet meer dan een vers laagje verf en een nieuw bordje op de deur van het leslokaal, maar in andere vormde het de voorbode van de bedrijfsuniversiteit.
Een compleet nieuw concept is de bedrijfsuniversiteit niet. General Electric startte met dat initiatief al in de jaren ’60. Maar de cijfers over het voorbije decennium zijn sprekend: aan het begin van de jaren ’90 waren er 400 corporate universities in de VS, nu zijn er 1600. Tegelijk sloten de voorbije dertien jaar in de Verenigde Staten meer dan honderd hogescholen die opleidingen van vier jaar organiseerden de deuren. Dit is nagenoeg het dubbele van het aantal sluitingen de voorgaande tien jaar. Volgens onze schatting zal tegen het jaar 2003 maar liefst 30% van alle opleidingen verlopen via het intranet van de bedrijfswereld.
In de voorbije 37 jaar studeerden maar liefst 50.000 managers van de Mc Donald’s-restaurants af aan Hamburger University. Het is een indrukwekkende onderneming die de internationale schaal van Mc Donald’s perfect weergeeft. Zo zorgt een schare vertalers ervoor dat de dertig interne lesgevers simultaan in 22 verschillende talen kunnen lesgeven. General Electric geeft de helft van zijn budget voor Onderzoek en Ontwikkeling uit aan opleidingen binnen het bedrijf. De AT&T School of Business beschikt over een voltijdse staf van honderd mensen. Sommige bedrijfsuniversiteiten spelen zelfs met de idee om academische graden af te leveren.
Belangrijk voor het voortbestaan van die initiatieven is het besef bij zoveel topmanagers dat bedrijfsuniversiteiten een tastbare en strategische impact hebben gehad op hun ondernemingen. Het kan zelfs omgekeerd zijn geweest: topmanagers begonnen met bedrijfsuniversiteiten omdat ze een manier vormden om het voortbestaan van de onderneming te verzekeren.
Wat een bedrijfsuniversiteit kenmerkt, verschilt echter van onderneming tot onderneming. Ken Bardach: “Voor een groot deel is het opgeklopt schuim. Het draait allemaal om bedrijfsleiders die uit zijn op de kick om over een eigen universiteit te beschikken.” Bardach beweert overigens met klem dat de bedrijfsuniversiteiten geen massa’s zaken wegtrekken van business schools zoals de zijne. Hij voert ook aan dat de hele naamgeving fout is, zelfs in de ondernemingen die er de beste praktijken op nahouden: “Universiteiten scheppen en verspreiden kennis. Bedrijfsuniversiteiten verspreiden ze alleen maar.”
Hij geeft evenwel toe dat de relaties met business schools een grondige transformatie hebben ondergaan. Zo bestaat er vandaag een geheel nieuwe sector van directieopleidingen waaraan de business schools nauwelijks deel hebben. Algemene managementcursussen, die openstaan voor mensen uit uiteenlopende bedrijven en vooral gericht zijn op de topniveaus, worden doorgaans binnenshuis gegeven. De aard van die functies is snel aan het veranderen en de cursussen dienen meer bedrijfsspecifiek te zijn. Of zoals een directeur van een business school zegt: “Het is niet langer voldoende om te doen wat uw chef deed.” In kringen van bedrijfsuniversiteiten wordt gezegd dat de business schools het nu moeten afleggen tegen ondernemingen, die vroeger drommen middenkaders naar kant-en-klare opleidingsprogramma’s voor executives stuurden. Diezelfde ondernemingen plukken ook wetenschappelijk personeel uit de business schools weg om hun eigen cursussen te leiden.
En terwijl de business schools dat segment aan het verliezen zijn, beleven sommige ook moeilijke tijden in hun niche, namelijk korte, toegespitste cursussen in verband met specifieke disciplines zoals marketing, klantenrelaties of informatietechnologie. Die markt is zo goed als verzadigd. Hoewel de beste business schools beweren dat ze daaronder niet te lijden hebben, is er alvast toch één snel groeiend concurrentie-element waarmee ze niet gerekend hadden: hun voormalige klanten. Zo’n 10% van de topbedrijfsuniversiteiten zijn sinds kort tot het besef gekomen dat ze met hun programma ook de boer op kunnen gaan.
Hans Schwartz, directeur strategie en marketing van de IBM Learning School, de bedrijfsuniversiteit van de technologiegigant, zegt dat een heleboel ondernemingen al contact hebben opgenomen met IBM in verband met de mogelijkheden voor tele-opleidingen. Hij zegt dat andere groepen hebben ingezien hoeveel IBM er al aan heeft gedaan om studeren over internet aan te moedigen, en dat ze weten dat IBM een technologieleider is. Dat maakt de onderneming, zo beweert hij, tot een beter rolmodel dan een business school inzake de technologische infrastructuur die nodig is voor de leerprogramma’s.
Dat betekent bijkomende concurrentie voor de business schools. Bardach zegt dat Disney al een tijdje geleden de kans greep om klantenservice aan te leren. En de marketingknowhow van Anheuser-Busch – de bekende brouwer van Budweiser – is ook erg in trek.
Schwartz van IBM zegt dat de meeste bedrijven de opleiding ernstig hebben genomen, maar dat nu de internettechnologie de deur naar een volgende fase opent. “Dankzij de verspreiding van internet, hebben we nu de gelegenheid om een nieuwe kennislaag aan te brengen via intranetten,” zegt hij. IBM toont bedrijven hoe een intranet, met zelfstudieprogramma’s, virtuele klassen en simulaties, een aanvulling kan vormen voor de tastbare klaslokalen.
De explosieve groei van het leren via internet schudt de wereld van het voortgezet onderwijs serieus door elkaar. Volgens de cijfers van International Data Corporation werden er in de loop van 1998 maar liefst 710.000 studenten ingeschreven voor de cursussen afstandsleren. Diezelfde organisatie verwacht dat dit cijfer tegen 2002 zal stijgen tot 2,2 miljoen.
Er is nog altijd één gebied van de ondernemingsopleiding die de scholen en de bedrijven veel nader tot elkaar brengt: het aanbieden van cursussen op maat. Naarmate de vraag naar meer bedrijfsgebonden opleidingen en de noodzaak om de mensen langer binnen het bedrijf te houden, groeien, wordt de scholen steeds nadrukkelijker gevraagd om interne cursussen te helpen ontwikkelen, die dan verbonden worden aan een vorm van accreditatie.
De verantwoordelijken van de bedrijfsuniversiteiten beseffen immers dat niet alles binnenshuis kan worden gedaan. Voor elke cursus die het volgt, vraagt het personeel accreditatie. En daarvoor hebben ze de business schools nodig, wat dan weer betekent dat hun certificaten een externe validatie krijgen. In de moderne bedrijfswereld wensen werknemers kwalificaties die ze ook kunnen gebruiken indien ze ooit van werk zouden veranderen. Aan de top van de ladder is een MBA alvast nog lang niet uit de mode.
De beste scholen hebben zich inmiddels goed aangepast. Professor Colin Carnall, directeur van Henley Executive Development aan het Britse Henley College, zegt: “Business schools die zich hebben toegespitst op bedrijfsontwikkeling doen het zo mogelijk beter dan tevoren.” Professor Carnall zegt dat Henley vier jaar geleden met vijftien ondernemingen samenwerkte aan de uitwerking van cursussen op maat. Dat zijn er nu meer dan veertig. Kellogg werkte zes jaar geleden samen met zes bedrijven, nu met dertig.
Onlangs kondigde ook de technologiegroep Honeywell aan om samen te werken met de Capella University, een organisatie met winstoogmerk. Samen willen ze een MBA-programma ontwikkelen dat via het internet zal worden verspreid en waarin er keuzevakken worden voorzien rond thema’s zoals e-business en wereldwijd financieel management.
Het is voor een verlicht werkgever, die zijn werknemers de ammunitie aanreikt om op te stappen, geen kwestie van zuiver altruïsme. Wanneer hij zijn staf inschakelt in een programma dat drie jaar duurt, dan verzekert hij zich er tegelijkertijd van dat ze ook de hele tijd zullen blijven en inmiddels hun waarde voor de onderneming zullen verhogen.
Deze revolutie in het voortgezet onderwijs heeft echter niet plaatsgevonden zonder de nodige financiering van Wall Street. Sedert 1994 heeft Wall Street al 33,4 miljard dollar geïnvesteerd in de sector opleidingen met winstoogmerk. Als je de analisten vraagt wáárom het investeren in de onderwijssector zo aantrekkelijk is, dan wijzen ze op de verdeeldheid en de inefficiëntie in de onderwijssector. En we weten immers allemaal dat internet inefficiënte systemen op korte termijn vlugger, eenvoudiger en gebruiksvriendelijker kan maken.
Investeerders zien het onderwijs als een nieuw gebied, dat smeekt om ontgonnen te worden aan de hand van efficiënte internettoepassingen. De rectors van de universiteiten zouden er goed aan doen deze nieuwe ontwikkelingen in bedrijfsopleidingen te beschouwen als een alarmbel die hen aanzet om de opzet van de huidige opleidingen te veranderen. Met het oog daarop zouden ze de concurrentie een stapje voor moeten zijn. In plaats van te kijken naar wat toonaangevende universiteiten zoals Harvard, Insead en de London Business School doen, zouden ze beter de bedrijfsuniversiteit voor computers van Dell, Sun Microsystems University en Unext Learning beginnen te bestuderen.
Het zijn immers deze laatste organisaties die het volwassenenonderwijs een heel nieuw gezicht geven en die meer dan 70% van hun totale pakket via het intranet van het bedrijf aan de man brengen. Bovendien bieden zij de mogelijkheid om on line in te schrijven en bieden ze gepersonaliseerde homepages.
Deze vernieuwende bedrijven
maken ook gebruik van push-marketingtechnieken zoals het verspreiden van e-mail, gratis uitproberen van opleidingen via internet, en ze adverteren ook zwaar in de zakelijk gerichte tijdschriften om hun doelgroep te bereiken.
Om een antwoord te bieden op de nieuwe concurrentie moeten universiteiten en hogescholen zichzelf ook profileren als organisaties die een naam hebben opgebouwd in een bepaalde opleiding. Zo is bijvoorbeeld het Imperial College in Groot-Brittannië bijzonder bekend voor zijn opleiding informaticatechnologie. In de Verenigde Staten is Wharton bekend voor zijn opleiding financieel management en is Carnegie Mellon, in samenwerking met de computer- en business schools, dé universiteit voor een diploma in elektronische handel aan het worden. De bedrijfswereld is op zoek naar samenwerking met universiteiten die wereldwijd bekend staan om hun goede opleidingen.
Copyright: Financial Times.
adrian michaels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier