“Ik wil de chemie niet kapotmaken”
“Een gemiste kans,” zeggen de groenen. “Nog altijd te streng,” vindt de sector. Het Europese witboek voor de chemische industrie vindt voorlopig nergens genade. Europees commissaris voor Milieu Margot Wallström verdedigt haar wetten.
M argot Wallström, blond, kortgerokt en bevallig, heeft een goede reputatie bij de Europawatchers. Als Europees commissaris voor Milieu lijkt haar impact op belangrijke dossiers de jongste tijd toe te nemen. Haar Zweedse wortels zijn zichtbaar in haar kantoren, waar een noordelijk winterlandschap en een opgezette zalm de muren sieren. Voor een socialist is ze opvallend liberaal.
Toch zijn de chemiebonzen niet gelukkig met haar aanpak. Eri Liikanen, commissaris voor Industrie, en Wallström hebben – zo klinkt het in vele directiekamers – een monstertje gecreëerd toen ze in mei 2003 hun Europees witboek voor de chemie voorstelden. Het sleutelstuk van de nieuwe regelgeving wordt Reach, wat staat voor Registration, Evaluation and Authorisation of Chemicals. Reach dreigt het mes te zetten in het bruto binnenlands product van chemielanden als Vlaanderen, Frankrijk en Duitsland, klopt veel testgeld uit de koffers van de bedrijven en bedreigt jobs en kennisontwikkeling, zeggen de talrijke critici.
De chemische industrie kon haar ei ondertussen kwijt. Een nieuwe ‘chemiewet’ was deze zomer het onderwerp van een internetconsultatie. Wie wou, kon het Europese witboek op het net raadplegen en wijzigingen suggereren. Ongezien democratisch vindt Wallström dat. En er wérd gereageerd. Rond de 6000 raadgevingen kreeg ze binnen.
Eén ding mag ondertussen duidelijk zijn: nooit gooide een industrie zoveel lobbyisten in de strijd om de vernieuwde wetgeving alsnog tegen te houden of te wijzigen. Maar blijkbaar was dat niet genoeg theater, want er kwam ook een brief. De Franse president Jacques Chirac, de Britse premier Tony Blair en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder epistelden hun bezorgdheid aan commissievoorzitter Romano Prodi. En toen was het woord weer aan Wallström.
TRENDS. Dat de leiders van de grootste Europese landen in een brief vragen om de nieuwe wetgeving te versoepelen, is uniek. Is dat voor u geen blamage?
MARGOT WALLSTRÖM (EUROPEES COMMISSARIS VOOR MILIEU). “Dat is niet zo uniek. Trouwens, ze reageerden niet alleen op de vernieuwde chemiewetgeving, maar op de hele industriepolitiek van Europa. Ze drukten hun angst voor het verlies van jobs uit en gaven ook commentaar op Reach. Ik denk dat die reactie legitiem is. Nationale regeringsleiders blijven extra gevoelig voor het bewaken van de competitiviteit. Toch weten ze heel goed dat het noodzakelijk is om een duurzame chemische industrie uit te bouwen. Blair, Schröder en Chirac willen zeker zijn dat de juiste balans tussen milieubewustzijn en industriële competitiviteit wordt bereikt. En dat is natuurlijk ook ons belang.”
U kreeg circa 6000 reacties op de consultatie van de Reach-ontwerpen via het internet. Wat zijn de belangrijkste trends?
WALLSTRÖM. “De commentaren concentreren zich op de kostprijs, de impact op KMO’s en de administratieve last van de wetgeving. Aan de andere kant vroegen dierenrechtenorganisaties en milieugroeperingen ook strakkere regels voor substitutie ( nvdr – het vervangen van zeer schadelijke chemicaliën door minder agressieve varianten). Eigenlijk stroken de reacties met wat we hadden verwacht. Het is de bedoeling om aanpassingen door te voeren op basis van de suggesties. Het was van bij het begin de bedoeling dat we een beheersbare en werkbare hervorming op het getouw zouden zetten.”
Ook als dat honderdduizenden jobs zou kosten? Franse berekeningen spreken zelfs van een daling van het bruto binnenlands product met 2 % of 3 %.
WALLSTRÖM. “Dat is overdreven. Elke hervorming zorgt zogenaamd voor rampscenario’s, maar meestal is daar niets van aan. Een goede milieuwetgeving heeft nog nooit Europese bedrijven genekt. Daarom denk ik dat we die cijfers niet moeten geloven; die zijn zwaar overdreven. En dat zal ook blijken in de toekomst.”
U denkt dat er geen jobs zullen verdwijnen door de nieuwe chemierichtlijnen?
WALLSTRÖM. “Niemand heeft een kristallen bol, maar ik heb vertrouwen in de marktmechanismen. Natuurlijk gaan er kosten gepaard met elke hervorming. Als je het chemiebeleid hervormt en je meer tests vraagt, dan zijn er kosten. Maar die zijn redelijk want het zal dertien jaar duren vooraleer de hervorming volkomen afgerond zal zijn. Er zullen zeker veranderingen zijn, maar ik denk dat het negativisme sterk overdreven is. De chemiesector heeft de capaciteiten om hiermee om te gaan en krijgt dankzij de nieuwe regels meer ruimte voor innovatie.”
Hebben de ngo’s niet te veel impact gehad op de vorming van de nieuwe chemiewetgeving? En dat terwijl ze eigenlijk geen democratisch mandaat hebben. Het kan toch niet dat groepen als Friends of the Earth of Greenpeace kunnen manipuleren waar het met de Reach naartoe moet?
WALLSTRÖM. ” Of course not, dit is een dwaze beschuldiging.”
Dat zijn nochtans hypothesen die een mens kan lezen in serieuze weekbladen als The Economist.
WALLSTRÖM. “Wat is de democratische legitimatie van de industrie? En wie geeft de bezorgde consument een stem? Iemand moet ook dat standpunt verwoorden en de niet-gouvernementele organisaties doen dat. Overigens waren de middelen die de chemische industrie stopte in het lobbyen tegen deze hervorming ongezien. Als beleidsmakers moeten we gewoon evenveel rekening houden met de effecten op milieu en mens als met de effecten op de ontwikkeling van de indu-strie. Dus is het legitiem om te luisteren naar de stem van ngo’s. Ik denk trouwens dat elke democratische samenleving het bestaan en belang van ngo’s allang aanvaardt.”
Maar ze hebben wel een sterke anti-industriële reflex?
WALLSTRÖM. “Daaraan zijn we gewend. Je moet uiteindelijk in beide stellingen de middenweg vinden en met een voorstel komen dat rekening houdt met de verzuchtingen van de milieumensen en met de wensen van de industrie. Dat soort compromissen komt in veel beleidsdomeinen voor.”
Voor een land als België, waar de chemische industrie belangrijk is, komt de nieuwe wetgeving harder aan. Kunt u zich voorstellen dat het verzet hier groter is en dat er een neerwaartse spiraal op gang komt waarbij niemand nog chemie zal studeren, en de chemie uiteindelijk doodbloedt? Denk aan de kernenergie.
WALLSTRÖM. “Denkt u dat echt? Integendeel. Onlangs had ik hier de Duitse chemiebazen op bezoek. Die geven toe dat ze nu al problemen hebben om mensen aan te werven omdat ze als een vuile industrie worden bekeken. Voor hen is een hervorming juist goed. De chemische industrie moet het grote publiek kunnen vertellen wat er in haar producten zit, kunnen melden dat haar producten veilig zijn of op z’n minst aantonen dat ze de risico’s kan beheersen. Dat is de enige manier om iets te doen aan het negatieve imago.”
Bent u een anti-industrieel?
WALLSTRÖM. “Natuurlijk niet. Ik heb dat al jaren bewezen. Ik ben degene die marktmechanismen wil gebruiken om via verhandelbare emissierechten de Kyotonormen te halen. En ik wil dat de Europese bedrijven competitief blijven en de enige manier dat ze die weg kunnen inslaan, is door te zeggen ‘ja, er zijn risico’s, maar we kunnen ze de baas.’ Ik ben er niet om de chemie-industrie op de vingers te tikken.”
Is het niet gewaagd om meerkosten op te leggen op een moment dat de Europese economie al in een ziekbed ligt?
WALLSTRÖM. “Dat is een verkeerd argument. De industrie heeft altijd al proberen te verduidelijken dat het niet het juiste moment was voor een hervorming. De oplossing voor de uitdagingen van morgen is niet te vinden in het verleden of in de toekomst, maar in de keuzes die we vandaag maken. En wat zal de toekomst brengen? We kunnen er zeker van zijn dat de consumenten steeds meer vragen over chemicaliën zullen stellen. Een hervorming van de wetgeving was dus nodig.
“Bovendien hebben we ook veel reacties van de ‘downstream users’ die ons vertellen dat ze hier al jaren op wachten. Zij willen hun klanten kunnen vertellen en bewijzen dat hun producten veilig zijn. Dat ging niet zolang hun leveranciers dat niet konden garanderen. Dus ik denk niet dat de oplossing erin bestaat om niets te doen omdat de industrie steeds weer wil wachten op een beter moment.”
Maar zou Europa dat beleid niet door een globale bril moeten bekijken? Nu dreigt de concurrentiepositie geslachtofferd te worden aan het consumentenwantrouwen.
WALLSTRÖM. “Dat doen we; we zitten op één lijn met de Verenigde Staten, Japan en Canada. We kijken naar de 30.000 meest gebruikte en gevaarlijkste stoffen. En we móéten iets doen, want het is te duur om te betalen als de schade een feit is. Kijk maar naar het Berlaymontgebouw. Wat heeft het gekost om dat asbestvrij te maken? Zulke rampscenario’s moeten we in de toekomst vermijden.”
Rampen vermijden via testvoorwaarden zoals Reach voorschrijft, is volgens de sector een utopie. De nieuwe wetgeving vereist zoveel tests dat ze tegen 2040 nog niet afgelopen zouden zijn. Echt werkbaar klinkt dat toch niet.
WALLSTRÖM. “Van alle chemicaliën die we testen, is 70 % gevaarlijk, maar natuurlijk zullen de meeste stoffen enkel moeten worden geregistreerd. Want zeker als de industrie ze al lange tijd produceert, is de informatie voorhanden. Dus zou het niet zo’n last mogen zijn voor de bedrijven in kwestie.
“Als bedrijven zeggen dat ze als gevolg van de nieuwe wetgeving hun Europese vestigingen moeten sluiten, dan… moet er toch iets fout zijn. Het kan niet dat zogezegd succesvolle bedrijven beweren dat ze moeten sluiten omdat ze informatie moeten geven over de veiligheid van de producten die ze maken. Dan hebben ze niet begrepen waar Reach over gaat. We hebben het misschien nog niet genoeg uitgelegd, maar ik denk toch ook dat er nogal wat doemscenario’s worden verspreid. Wie naar de details van Reach kijkt, beseft dat er geen probleem is. Uiteraard zullen we de antwoorden op de internetconsultatie verder bestuderen, zodat we zeker de administratieve last kunnen drukken.”
Er zijn studies die vertellen dat de chemische industrie een serieuze industrie is, niet perfect weliswaar maar verantwoordelijk in wat ze doet. De EU lijkt met de nieuwe wetgeving alleen de cultuur van de angst tegenover de indu-strie te versterken. Is dat niet onverantwoord?
WALLSTRÖM. “Neen. Ik denk dat mensen evenwichtig zijn. Natuurlijk is de chemie een serieuze industrie en natuurlijk ligt ze al onder de serieuze beperkingen van de nationale wetgeving. Maar we stellen vast dat de groei van het aantal geproduceerde chemicaliën in de afgelopen dertig jaar onvoorstelbaar is geëxplodeerd. We zitten vandaag met een aantal producten die cancerogeen en mutageen zijn. De vraag is of we dat willen. We kunnen ook vervangers zoeken, en als dat niet gaat, dan moet de industrie ons voorzien van voldoende informatie.”
Is dit geen unfair beeld? Uiteindelijk krijgt de chemiesector al jaren de zwartepiet doorgespeeld en luistert niemand nog naar zijn argumenten.
WALLSTRÖM. “Neen, absoluut niet. Ik heb nooit een lobbycampagne gezien zoals de chemiesector nu heeft opgezet. Zij zijn niet zwak, ze hebben geld, ze kennen alle kanalen… en ze zijn zelfs geraakt tot de premiers van de grote Europese landen. ”
Vloekt die aanpak niet met de wens van Europa om een regio voor innovatie en spitstechnologie te zijn? Een angstcultuur voedt toch niet bepaald innovatie.
WALLSTRÖM. “Het ís geen angstcultuur. Hoe reken je af met angst? Je moet mensen tonen dat je weet wat er wordt geproduceerd en hoe je met de risico’s omgaat. Integendeel, nú zijn er angsten. En hoe gaan we daarmee om? We moeten de rook uit het glas halen en duidelijkheid scheppen om de angst de baas te kunnen. En als de industrie zegt: ‘natuurlijk weten we wat we doen en natuurlijk is het niet gevaarlijk’? Des te beter en te gemakkelijker. Geef ons dan het bewijs ervan en dan is alles opgelost.”
Wat maakt of kraakt voor u het succes van de nieuwe regelgeving?
WALLSTRÖM. “Als bijvoorbeeld de bewijslast opnieuw zou verschuiven naar de overheid, dan is de geest van Reach weg. Ik denk dat we dit systeem kunnen verdedigen en we verdere verbeteringen aan kostendaling en minder administratieve overlast zullen doorvoeren.”
Het witboek voor de chemie dreigt het mes te zetten in ons BBP, klopt veel testgeld uit bedrijven en bedreigt jobs en kennisontwikkeling, menen critici.
“Elke hervorming zorgt zogenaamd voor rampscenario’s. Maar een goede milieuwetgeving heeft nog nooit Europese bedrijven genekt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier