Ik vind het bizar dat het brugpensioen blijft bestaan
Michel Jadot, zoniet de bekendste dan toch zeker de meest invloedrijke ambtenaar, is met pensioen. Jadot is een overtuigde PS’er, maar het Generatiepact noemt hij zwak en onvoldoende. En dat werknemers in België nog steeds op brugpensioen kunnen, vindt hij al helemaal onbegrijpelijk.
Het is 3 november. Michel Jadot ontvangt ons in zijn kantoor. De voorzitter van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is op 1 november op 65-jarige leeftijd met pensioen gegaan. Hij is volop dozen aan het inpakken. “Ik heb tot de laatste dag hard moeten werken,” zegt hij. En hij excuseert zich meteen voor zijn Nederlands. “Ik ben nogal moe,” verklaart hij.
Michel Jadot is Luikenaar – hoewel geboren in Rochefort – en een bizarre mengeling van een echte civil servant, die als ambtenaar keihard gewerkt heeft, en een politieke benoeming pur sang. Michel Jadot heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij een man van de PS is. En niet zomaar een. Iemand die macht en invloed heeft binnen de partij, hoewel hij er nooit een formeel mandaat heeft gehad. “Dat vond ik onverenigbaar met mijn job,” zegt hij.
Hij heeft inmiddels zijn pensioenberekening al ontvangen. “Ik heb tien jaar in de privé-sector gewerkt als universitair bediende met een niet zo laag loon,” zegt hij. “Daarvoor krijg ik 333 euro per maand. Tien jaar in het openbaar ambt is drie keer meer waard. Omdat het ambtenarenpensioen gebaseerd is op de laatste vijf jaar van je loopbaan. Waarom toch?” provoceert Jadot meteen.
TRENDS. Socialist Willy Claes verklaarde dat het Generatiepact onvoldoende is en dat het nog maar een aanzet vormt. U bent ook socialist. Maakt u dezelfde analyse?
MICHEL JADOT. “Ik denk dat Claes gelijk heeft. Het Generatiepact is zeer zwak en geen oplossing voor het probleem van de eindeloopbaan. Een brugpensioen op 60 jaar met veel uitzonderingen of een brugpensioen op 58 jaar met strikte voorwaarden is voor mij ongeveer hetzelfde. Het ACV heeft berekend dat ongeveer 1000 mensen iets later op brugpensioen zullen moeten. Premier Guy Verhofstadt heeft dat bevestigd. Ik begrijp het dan niet meer hoor. Waarom die oorlog? Waarom heeft de regering dat gedaan voor 1000 mensen? Waarom een algemene staking voor 1000 mensen?”
Wat verwacht u van de verdere onderhandelingen over het Generatiepact?
JADOT. “Ze gaan praten over uitzonderingen. Straks zal het misschien helemaal hetzelfde zijn als daarvoor. Ik vind het bizar dat het mechanisme van het brugpensioen blijft bestaan. Je kunt op vervroegd wettelijk pensioen vanaf 60 jaar als je een loopbaan van 35 jaar achter de rug hebt. Waarom moet je dan een brugpensioen hebben vanaf 60 jaar met ook 35 jaar loopbaan? Ik ken het antwoord. Omdat het wettelijk pensioen te laag is. Bij een brugpensioen krijg je makkelijk 80 % à 85 % van je laatste loon. Het wettelijk pensioen levert je voor een volledige loopbaan – en dat is 45 jaar – maximaal 1200 euro per maand op. Mensen zullen niet kiezen voor het wettelijk pensioen als het brugpensioen veel meer geld oplevert. En bovendien gelden die brugpensioenjaren nog als jaren voor het wettelijk pensioen. Ze moeten blijven tot 65 jaar en ze mogen niet werken. Wat doen ze? Die bruggepensioneerden kunnen werken hé, ze werken dus in het zwart. Ik vind het systeem absoluut slecht.”
U stelt dus voor om het brugpensioen af te schaffen.
JADOT. “Ja. Maar niet voor het brugpensioen na herstructurering, dat in sommige gevallen vanaf 50 à 52 jaar mogelijk is. Het Generatiepact voorziet nu een begeleiding van die mensen. Ik vind dat normaal, maar het is wel niet gemakkelijk om een job voor hen te vinden. We hebben het hier over gekwalificeerde werklieden uit de staal-, metaal- of textielsector. Die niets anders kunnen. Zes maanden vorming voor die mensen is misschien zelfs te kort. Daarom moet de vorming beginnen voor de leeftijd van 50 jaar.”
Is het niet merkwaardig dat de vakbond ervoor pleit dat er geen nieuwe job wordt gezocht voor die mensen?
JADOT. “Ik vind dat niet normaal. Als die mensen geen werk vinden, moeten ze een werkloosheidsuitkering met misschien een supplement krijgen. Maar noem het geen brugpensioen. Je geeft de indruk aan de mensen dat ze tot 65 jaar in dat systeem zullen blijven zonder werk. In een maatschappij met een levensverwachting van 80 jaar voor de vrouwen en 75 jaar voor de mannen is dat niet mogelijk.”
U wilt het pensioen herwaarderen, maar is daar voldoende geld voor?
JADOT. “Het mechanisme van het brugpensioen kost 1,5 miljard euro, alleen voor de werkloosheidsuitkering. Het systeem van oudere werklozen kost meer dan 2 miljard euro. Als die uitgaven met enkele honderden miljoen euro verminderd kunnen worden en dat bedrag gaat naar het pensioen, dan heb je een financiering gevonden. Maar nu gaat alle geld naar die mechanismen van vervroegde uittreding.”
De vakbonden beweren dat het brugpensioen noodzakelijk is om kansen te geven aan de jongeren. Klopt dat?
JADOT. “Dat is niet waar. Die idee is wel erg verspreid. Vroeger werkten de mensen aan de lopende band; als baas kon je de ene werknemer zonder meer vervangen door de andere. Dat kan vandaag niet langer. Er zijn veel meer bedienden en in de industrie veel meer gekwalificeerden. Schoolverlaters moeten eerst een of twee jaar opleiding krijgen. Een bruggepensioneerde kan je dus niet zomaar vervangen door een jongere. Bovendien zeggen economen dat meer mensen die blijven werken, meer geld betekent voor het budget en voor de economie. En dat geeft ruimte voor een verlaging van de arbeidslast. Maar mensen in een bedrijf geloven dat niet.”
U zat in 1993 mee in de werkgroep die het Sociaal Pact van toenmalig premier Jean-Luc Dehaene voorbereidde. Zijn er parallellen met vandaag?
JADOT. “Het pact van Dehaene was inhoudelijk belangrijk. Voor de eerste keer werd aan de index geraakt, met de invoering van de gezondheidsindex. De wet op de loonmatiging werd uitgevaardigd. Het Generatiepact is lang niet zo sterk. Het brugpensioen is niet meer dan een symbool. De herfinanciering van de sociale zekerheid is een verschuiving, geen echte herfinanciering. En de welvaartsvastheid van de pensioenen is onvoldoende. De verhogingen zijn voorzien vanaf 2008. Dus voor een volgende regering en zonder de financiering te voorzien. De pensioenen boven het minimum zullen met 0,5 % stijgen. 0,5 % op 1200 euro en pas vanaf 2008. Dat is… 6 euro. Ik heb dat gezegd aan mijn moeder van 90 jaar. Ze was kwaad. ‘Zijn de socialisten daarvoor aan de macht?’ riep ze.”
Het verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven toont aan dat onze concurrentiepositie weer achteruitboert. Kan de automa-tische indexering behouden blijven?
JADOT. “Het systeem mag blijven. Het zal heel moeilijk zijn om er iets aan te veranderen. Het is de kern van ons systeem van collectieve onderhandelingen. Zoveel verschil met het buitenland is er ook niet. Het verschil is dat bij ons de verhoging automatisch gebeurt. De mensen denken dan dat ze niets krijgen. In het buitenland krijgen ze 4 % en ze denken dat het veel is. Dat is een psychologisch probleem.”
Hoe moet het sociaal overleg in de toekomst evolueren?
JADOT. “Het overleg moet meer interprofessioneel gebeuren. Het overleg is nu tripartiet, met de regering erbij. In 1968 vroegen de toenmalige vakbondsleiders Georges Debunne en Jef Houthuys niks aan de regering. Ze beslisten dat er een loonsverhoging kwam en de werkgever betaalde. Nu verlaagt de regering de lasten voor de werkgevers zodat die een loonsverhoging kunnen doorvoeren. Er is dus een probleem op interprofessioneel niveau. Het niveau van de sectoren is goed, maar heel corporatistisch. De centrales denken niet altijd aan het algemeen belang. Het interprofessioneel akkoord geldt voor iedereen en is solidair. Dat is een ander concept.”
Moeten er geen nieuwe thema’s worden aangesneden?
JADOT. “Zeker. Er is de permanente vorming in bedrijven, het probleem van de herstructurering, het probleem van het statuut van de werknemer, de aanpassing van de arbeidstijd, de loonclassificatie voor de vrouwen en voor de ouderen. Wat dat laatste betreft, geloof ik niet in een vermindering van de sociale-zekerheidsbijdrage voor de ouderen. Ik geloof meer in een andere loonclassificatie tijdens de loopbaan. Je begint als jongere aan een loon 100 en je eindigt op 200, dat is niet normaal. En de resultaten zijn er ook naar.”
U hebt onlangs verklaard dat de sociale partners dichter moeten worden betrokken bij het veranderingsmanagement.
JADOT. “Ze hebben veel aandacht voor de onmiddellijke problemen, maar zonder het perspectief. Dat is vooral belangrijk voor het ABVV. Het is tijd voor een nieuw doctrinair congres. Het laatste dateert al van 1974. En ik vind dat absoluut nodig met de verandering van onze wereld: de globalisering, de uitbreiding van Europa…”
Er moet dan wel eerst een echte voorzitter aan het hoofd van het ABVV komen.
JADOT. “Absoluut. De centrales hebben nu de macht. Het is niet meer de tijd van Debunne en Houthuys. Zij zeiden ‘het is zo’ en niemand beweerde het tegendeel. In de partij was het net hetzelfde toen Debunne sprak. Dat kan vandaag uiteraard niet meer. Maar je moet altijd in een organisatie een interprofessionele macht hebben. Zonder dat is het anarchie.”
U was een groot tegenstander van de Copernicus-hervorming van de administratie. Is het overheidsapparaat vandaag voldoende gemoderniseerd?
JADOT. “Neen. Het was absoluut noodzakelijk om te moderniseren. Daarmee ging ik volledig akkoord. Maar u kent de omstandigheden waarin Copernicus is ontstaan. Het plan kwam er na de dioxinezaak en na de zaak-Dutroux. De administratie had daar gefaald en alles werd in dezelfde pot gegooid. De administratie moest veranderen, maar er was geen geld meer. In het Copernicus-plan was de idee van een directieraad en een strategische raad interessant. Maar voor de rest ging het erom privé-consultants te benoemen die in elk departement de richting zouden aangeven. Ik heb hier mensen gehad die niet eens wisten wat een arbeidsovereenkomst was. Bovendien moesten aan het hoofd van de departementen managers komen. Waaronder werd verstaan: ze moeten van de privé komen. Maar uiteindelijk zijn er niet zoveel mensen uit de privé-sector gekomen. Dat was een mislukking. Voor de rest is er niets gebeurd.”
Blijft er vandaag nog iets over van Copernicus?
JADOT. “Ja, de benoeming van de topmanagers. En hoe loopt dat? Ik heb de minister eind 2004 verwittigd dat ik zou vertrekken. Het KB daarover dateert van mei 2005. Maar er is niets gedaan voor mijn opvolging. Is dat goed management? Nu hebben ze een interim-voorzitter voor zes maanden aangesteld. Een directeur-generaal die de functie van voorzitter erbij moet nemen zonder dat hij één euro meer krijgt. Die situatie is bovendien niet wettelijk.
“De echte minister van Openbaar Ambt is die van Begroting. Het was een goed idee om met een personeelsenveloppe te werken. Maar er is geen aanpassing van het KB van 1994 over de budgettaire en administratieve controle. Dat moet herzien worden of we kunnen niet werken met die enveloppe. Op elk conclaaf beslissen ze om lineair te besparen op personeelskosten. Dat is geen perspectief voor een departement We zijn topmanagers, maar zonder middelen. Ik wacht op een echte modernisering.”
U kunt toch niet ontkennen dat de overheid erg omvangrijk is?
JADOT. “Er zijn in totaal 60.000 federale ambtenaren, van wie er 30.000 voor Financiën werken. Op gemeentelijk en provincievlak valt er misschien iets te doen. Maar wij op federaal vlak zijn altijd de directe slachtoffers, de rest niet.”
De afschaffing van de ministeriële kabinetten is niet gelukt. Hoe verloopt de relatie tussen beide?
JADOT. “Een kabinet zou in de toekomst de naam strategische cel krijgen en in de administratie worden gelokaliseerd. Dat is niet gelukt. Het protocol van samenwerking blijft tussen kabinet en administratie. Er zijn twee keer per maand vergaderingen tussen de kabinetschef, sorry de directeur van de strategische cel, en de directeurs-generaal van de administratie. Dat loopt goed. Maar met de minister was dat een andere zaak. Met Freya Van den Bossche was er geen contact. Vroeger, met Laurette Onkelinx en Miet Smet ging dat veel beter. Misschien is dat een evolutie in het concept van werken. De jongere ministers zijn niet meer bereid om te werken van 8 uur ‘s morgens tot 22 uur ‘s avonds. Ze hebben een privé-leven en kinderen. Ik verbied dat niet. Maar ik vind het wel nodig contact te hebben met de minister. Dat is ook erg belangrijk voor de directeurs-generaal.”
Is het statuut van de ambtenaar nog van vandaag?
JADOT. “Ja, maar het moet herzien worden. Er moet meer soepelheid zijn, maar niet alles moet geschrapt worden. Het pensioen – dat was zogezegd uitgesteld loon – moet zeker worden herzien. Maar de bescherming tegen ontslag is nog niet zo slecht. We moeten iets vinden tussen het ambtenarenstatuut en het statuut van de contractuele medewerkers in.”
Wat is uw grootste ontgoocheling in uw carrière?
JADOT. “Ik heb er niet veel. Je ne regrette rien. Ik heb gedaan wat ik wou doen. Misschien heb ik een beetje te veel gewerkt, van ‘s morgens tot ‘s nachts. En dus heb ik te weinig tijd gehad voor mijn vrouw, mijn dochter, mijn kleinkinderen en mijn ouders. Ik sprak daarnet over de stijl van de nieuwe ministers. Misschien zou ik, als ik opnieuw zou beginnen, niet meer alles voor mijn werk opofferen.”
Wat gaat u nu doen?
JADOT. “Een beetje rusten, hoop ik. Ook sporten. Ik speel tennis. Dat doe ik al vanaf mijn tiende. Ik was B-speler toen ik twintig was. Ik speel ook golf, dat is een echte sport voor socialisten ( lacht). Het is wel goedkoper geworden. Golf spelen, is goedkoper dan roken. Ik speel in de golfclub van Anderlecht. Ik doe het nu vijf à zes jaar en heb handicap 36, dat is toch 2 boven par. Ik ben ook een grote bewonderaar van Georges Simenon en zal nu nog meer tijd hebben om zijn boeken te lezen.”
U woont in Anderlecht. Bent u ook voetbalsupporter van paars-wit?
JADOT. “Ik speelde vroeger zelf voetbal. Maar sinds het Heizeldrama wil ik geen voetbal meer zien. Ik was toen op een ambassadefeest. Ik hoorde op de radio dat er doden waren en dat men toch besliste om verder te spelen. Allez, er waren 36 doden. Ik kijk zelfs niet meer naar voetbal op televisie. Sport betekent voor mij respect voor de andere hebben. Als je de politiemacht voor een match ziet en hoort wat de spelers allemaal doen en roepen… Dat is antisport. Daarom speel ik tennis en golf. Ik doe dat niet uit snobisme. Ik ben een bescheiden man.”
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier