“Ik heb echt al vaak op een podium gestaan”
“Mijn man en ik spelen soms samen muziek. Vaak gaat het zo: ik ben in de keuken, mijn man zit in de zetel met zijn gitaar, ik herinner me de zanglijn van wat hij speelt, en dan zijn we vertrokken. De kinderen vinden dat ook heel leuk, ze komen er dan bij zitten. Behalve gitaar speelt mijn man piano en saxofoon. Ik beheers ook wel wat instrumenten. Die staan sinds kort in ons huis in een aparte muziekkamer.
“Het is allemaal begonnen met een accordeon. Mijn vader is lid van een schuttersgilde. Dat is een stuk Vlaamse folklore waar volksdansen bijhoren, die mijn moeder indertijd begeleidde op accordeon. Als klein meisje zag ik haar bijna elke dag spelen. Dat wilde ik ook kunnen. Eén keer per week kwam een privéleraar me thuis les geven en tegelijk volgde ik muziekschool.
“Toen ik goed genoeg was, ben ik bij een accordeonclub gegaan, wat neerkwam op veel optredens in rusthuizen en op schoolfeesten. Die waren altijd een succes. Als kind vond ik dat heel plezierig, maar een keer dat je veertien bent, heb je het gehad met In de stille Kempen, Dansende vingers en La valse des patineurs. Je wilt verder evolueren. Ondertussen had ik ook dwarsfluit geleerd en speelde ik in een harmonie.”
Club Med
“Wat me echt heeft wakker geschud, was een workshop over muziek in het jeugdhuis. Een week lang kon je er leren drummen, gitaar of bas spelen, of zingen. Daarna moesten we meteen een groepsoptreden geven. Dat ging me zo ongelofelijk goed af, dat ik er de smaak van rock en blues te pakken heb gekregen. Met de elektrische gitaar ging voor mij een wereld open, want ik leerde erop improviseren. Dat had ik op accordeon of dwarsfluit nooit gedaan, daar las ik alles van de partituur.
“Ik zie me nog naar school vertrekken ‘s morgens: op mijn Vespa, met mijn gitaar op mijn rug, om onder de middag of vlak voor de les te kunnen oefenen. Al gauw speelde ik in een groep, Isomo. We repeteerden drie keer per week in een tuinhok, met af en toe een concert in een jeugdhuis. Ook tijdens mijn studie in Leuven ben ik voor publiek blijven spelen, op mijn eentje dan, zang en gitaar.
“Als ik het naga, is muziek een rode draad in mijn leven. Ik heb nog in het buitenland voor Club Med gewerkt. Ik stond in de kinderopvang, maar na een tijd had men door dat ik iets had met muziek. Dus werd ik naar voren geschoven in de avondshows, en speelde ik voor zalen van duizend à vijftienhonderd man.”
Zes snaren en een stem
“Het fantastische aan muziek maken is dat je mensen kunt ontroeren met heel eenvoudige middelen — met zes snaren en een stem. Er is een periode geweest dat ik zo intensief met muziek bezig was, dat ik elk liedje direct in muzieknoten hoorde. Dat is handig, want zo kon ik het meteen naspelen op mijn instrumenten.
“Maar ja, je hebt je loopbaan, er is het bedrijf en het gezin, en dan zakt het allemaal een beetje weg. Mensen die me kennen, vragen soms nog eens om een optreden te doen. En als we volk op bezoek hebben, komt op de duur die gitaar van vroeger weer boven. Voor de rest musiceren we onder ons, zomaar.
“In ondernemerskringen weten heel weinig mensen iets van mijn muzikale kant. Ik zie ook geen verband tussen die twee werelden. Muziek en mijn beroepsleven staan totaal apart van elkaar. Hoewel. Geregeld word ik gevraagd om te gaan spreken over het ondernemerschap. Ik merk dan dat ik vrijwel geen last heb van podiumvrees. Want ik heb écht al vaak voor een publiek op een podium gestaan.”
FILIP HUYSEGEMS, FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier