“Ik geef Henegouwen nog zes maanden”
MR-senator Alain Destexhe acht de komende maanden cruciaal om het tij te keren in Henegouwen. In een nieuw boek concludeert hij dat de miljarden subsidies aan de provincie weinig effect hadden. De oorzaken van de Henegouwse ziekte: geen coherent beleid en een te sterke politisering bij het toekennen van overheidsgeld.
Een volledig gerenoveerde Grand’Place in Doornik en Aat, de eeuwenoude wallen van carnavalsstad Binche, die een aardige opknapbeurt kregen, mijnsites die voortaan een museum zijn voor fans van industriële archeologie. Het zijn slechts een paar voorbeelden van projecten die de voorbije jaren met Europese en Waalse steun werden gerealiseerd. Die – vooral toeristische – projecten zijn niet echt van dien aard om de provincie economisch opnieuw op de sporen te krijgen. Ondanks het vele manna blijft het in Henegouwen huilen met de pet op.
Een aantal cijfers verduidelijkt dat. In de periode tussen 1994 en 2006 werd naar Henegouwen als achtergestelde regio meer dan 1 miljard Europees subsidies gesluisd via de programma’s Objectif 1 (1994-1999) en Phasing Out (2000-2006). Daarnaast maakte het Waals gewest evenveel geld vrij en tastten privébedrijven in hun portemonnee om een deel van de projecten te financieren. In totaal ontving Henegouwen via die weg meer dan 4,2 miljard euro (zie tabel Het Henegouwse manna).
Bovendien werd tussen 1989 en 1993 in de streek van Charleroi en La Louvière al eens 50 miljoen euro gepompt. Geld dat niet echt een toename van de welvaart heeft veroorzaakt. In 1995 lag het Henegouwse bbp per inwoner op 83,2 % van het Europees gemiddelde. In 2003 was dat gedaald tot 77,6 %. In 1995 was de provincie, naar bbp per hoofd in koopkrachtpariteit, de 163ste regio in Europa – op basis van 25 lidstaten. In 2003 was Henegouwen gedaald tot de 185ste plaats op 254. In 2004 was de jongerenwerkloosheid in de provincie gestegen tot 39,9 %.
Deze cijfers overtuigen Alain Destexhe, MR-senator, ervan dat het reconversiebeleid in Henegouwen totnogtoe een mislukking was. In een recent boek ( Hainaut: enfin une stratégie gagnante?, Quartier Libre, 2007, 166 p.) dat onder zijn leiding werd samengesteld, zoekt hij naar de oorzaken.
Het is niet de eerste keer dat Destexhe, een Brusselaar van Luikse afkomst, de economische situatie in Wallonië belicht. Hij schudde de Waalse goegemeente een paar jaar geleden al eens wakker met zijn studie ‘Wallonie: la vérité des chiffres’ waarin hij op een ontluisterende manier de economische achterstand van het gewest in kaart bracht. Het maakte hem niet populair bij Di Rupo en co., maar de MR-senator geeft niet af. “Het probleem Wallonië en Henegouwen in het bijzonder belangt ons allemaal aan,” legt Destexhe uit. “Want voor elke euro die via de Europese structuurfondsen in de provincie werd gestoken, betaalde het Waals gewest er nog een euro bij. Tel daar nog de transfers vanuit Vlaanderen en Brussel bij en u zal begrijpen dat het hier om een probleem van nationaal belang gaat.”
TRENDS: De voorbije tien jaar bedroeg de groei in Henegouwen 1 %, zo lezen we in uw boek, terwijl de subsidiestroom vanuit Europa goed was voor 1,8 % van het regionaal product. Zonder die subsidies zou het dus nog erger zijn geweest.
alain destexhe. Dat klopt. De subsidies hebben een dramatische situatie voorkomen. Dat is net het probleem: die subsidies werden als een cadeau beschouwd. In de ogen van velen waren het terugkerende inkomsten en dus stelden ze zich niet de vraag wat er zou gebeuren wanneer die geldstroom zou opdrogen. Er heerste geen mentaliteit die maakte dat men die subsidies ging gebruiken om de regio weer op de sporen te krijgen.
U spreekt van slecht bestuur als oorzaak van de Henegouwse malaise. Een van de factoren die een rol speelt, is de macht van de intercommunales.
alain destexhe. Toen in 1994 de middelen in het kader van het Objectif 1-programma werden ter beschikking gesteld, kregen vijf Henegouwse intercommunales belast met economische ontwikkeling de opdracht om het geld te besteden. Dit heeft van bij het begin geleid tot een versnippering of wat ik een saupoudrage van de kredieten noem en dat veroorzaakte ook een concurrentie tussen de verschillende projecten. Het zorgde eigenlijk voor een subregionale herverdeling van middelen. Het Waals Gewest heeft het geld van Objectif 1 vooral beschouwd als een bijkomende budgettaire bonus.
Het feit dat de toekenning van de projecten via vijf intercommunales gebeurde, was ook geen goede zaak. De uitvoering van Objectif 1 werd in handen gegeven van een opvolgingscomité of Comité de suivi, die bestond uit 66 personen van wie sommigen zowel rechter als partij waren. Dat er in Henegouwen vijf intercommunales bestaan, is op zich al surrealistisch. Henegouwen telt trouwens ook vier regionale televisiezenders. Dat is karikaturaal. In andere provincies ligt dat aantal veel lager. Maar de sleutel van het probleem is dat veel projecten werden gekozen in functie van politieke criteria en niet op basis van hun verdiensten als economisch project.
In uw boek somt u een hele lijst van zogenaamd politieke projecten op. De renovatie van Grote Markt van Aat, waar Guy Spitaels ooit de plak zwaaide, of de op vraag van Marie Arena gerestaureerde ‘Triage-lavoir à Charbon’ in Binche, waar vroeger steenkool werd gesorteerd.
alain destexhe. Dat geldt voor veel grote projecten zoals de renovatie van de markt van Aat of Doornik. Maar die politisering is er niet alleen bij de grote projecten. Ik denk aan allerlei vzw’s die lokaal gekozenen beheren en geld binnenrijfden. Het is jammer genoeg een veralgemeend verschijnsel. Veel van die programma’s werden in het leven geroepen in functie van de politieke personaliteiten. Het beste voorbeeld, meer nog dan de Grand’Place van Aat, is het PASS of Parc d’Aventures Scientifiques van Frameries. Het PASS is een wetenschappelijk themapark. De toenmalige minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Albert Liénard (CDH), was uit de streek afkomstig en ligt aan de basis van de realisatie. Het is een waar gebeurd maar zeer verhelderend verhaal: op een dag heeft die man het Parc de La Villette in Parijs bezocht. Bij zijn terugkeer was hij van mening dat zijn gemeente ook zo’n Parc moest hebben. In totaal werd 70 miljoen euro in de site geïnvesteerd. Dat toont aan hoe één persoon zoveel geld in handen kreeg voor zo’n project. Maar het PASS is niet rendabel (zie kader: PASS: het bodemloze vat).
Was er geen sprake van een coherent beleid of van enige coördinatie bij de aanwending van de middelen?
alain destexhe. Een duidelijke visie was afwezig. Er was geen strategie, geen zoektocht naar synergieën. Een van de co-auteurs van het boek, Denis Batta, was kabinetschef van de burgemeester van La Louvière. Hij heeft mij verteld dat hij op een vrijdag de opdracht had gekregen om tegen de maandag een project te vinden dat 5 miljoen euro mocht kosten. Hij had twee dagen de tijd. Dat wijst op het grote amateurisme.
Veel van de middelen werden geïnvesteerd in toeristische projecten. Klopt het dat de daaraan gekoppelde commerciële activiteiten niet volgden?
alain destexhe. Henegouwen beschikte over een infrastructuur en men moest dus geld steken in projecten met een hoge toegevoegde waarde. En die zijn er amper geweest. Er was wel het Biopole in Charleroi, dat onderzoekscentra, een incubator en een aantal spin-offs groepeert. Maar dat is zeer weinig.
Nemen we het voorbeeld van Bois-le-Duc, een gesloten steenkoolsite in La Louvière. De site werd gerestaureerd om het toeristisch aantrekkelijk te maken. Dat het industriële patrimonium werd gerenoveerd is een goede zaak, maar de fondsen moesten eigenlijk wel worden gebruikt voor economische ontwikkeling. Door de afwezigheid van commerciële activiteiten werd de doelstelling van 100.000 bezoekers per jaar niet bereikt. Dit sluit niet aan bij de filosofie achter het Europese subsidiegeld.
U bent wel vol lof voor het pretpark Parc Paradisio in Cambron-Casteau, dat ook subsidies kreeg.
alain destexhe. Uiteraard. Geen enkel publiek project is erin geslaagd zijn doelstelling te bereiken. Het enige project dat volledig privé was en op Europees geld kon rekenen, is het Parc Paradisio, dat 500.000 bezoekers per jaar verwelkomt. Het publieke project PASS klokt af op 150.000. De cafetaria van Parc Paradisio is aantrekkelijk. Bij het PASS is dat niet het geval. Het PASS heeft trouwens dringend privégeld nodig. De openbare sector versmacht hier de privésector.
Loopt u soms niet te hard van stapel? Op de cover van uw boek prijkt de scheepslift van Strépy-Thieu, maar die is slechts voor een klein deel met Europees geld gefinancierd.
alain destexhe. Dat is een flauw verwijt. Het klopt dat deze constructie niet met Europees geld werd gefinancierd. Maar het kanaal dat naar die brug leidt, kwam er wel dankzij Europese subsidies. Als we het geheel in rekening nemen, is dat duidelijk een Europees project. Als je op de site gaat van de DG regional policy dan blijkt de scheepslift trouwens in de lijst van de succesverhalen te staan. Net als een sociaal cybercafé overigens.
Het probleem is dat er geen gepast evaluatie-instrument bestaat. Dat is ook het geval met het Marshallplan. Men is tevreden als alle middelen worden aangewend. De evaluatie moet echter worden gemaakt in functie van de resultaten, niet van de middelen.
Wat zijn uw voorstellen voor een betere aanwending van de subsidiestroom?
alain destexhe. Er is beter beheer nodig, op alle vlak. Wat in Charleroi gebeurt, zegt genoeg. Voor mij is het eenvoudig: de politiek mag de assen bepalen waarop wordt gewerkt, maar eigenlijk mag ze niet verder worden betrokken bij de keuze van de projecten. Met de assen bedoel ik het kiezen van bepaalde sectoren en niets meer. Voor de lancering van projecten mogen eigenlijk slechts twee criteria weerhouden worden: de groei en de werkgelegenheid.
U pleit voor de oprichting van een agentschap (Agence du développement territorial) dat de middelen voor de periode 2007-2013 moet beheren. Nog een extra instelling? Dat kost geld.
alain destexhe. Neen, want we willen het financieren met het geld dat vrijkomt dankzij de afslanking van bestaande structuren. Kijk, Henegouwen telt vierduizend ambtenaren, hier spreken we van zeventig mensen. Dat agentschap moet de middelen beheren en voor de nodige coherentie zorgen in de projecten die worden gesubsidieerd. We kunnen competente mensen vinden om zo’n gedepolitiseerd orgaan te leiden. En daarvoor moet een wervingsprocedure worden opgezet die in heel Europa wordt verspreid. Het agentschap mag gerust worden geleid door een buitenlander, een Vlaming of zelfs een Waal als die de beste kandidaat blijkt te zijn.
Die staat dan aan het hoofd van een soort van executive committee, dat een ad-hocorgaan is. Daarnaast moet een raad van bestuur komen met experts, bedrijfsleiders, vertegenwoordigers van de Kamers van koophandel en de Union Wallonne des Entreprises. De Waalse regering zal erin vertegenwoordigd zijn, maar dan wel als minderheid.
U ergert zich aan het feit dat een op zeven Henegouwers in een gezin leeft waar niemand werkt.
alain destexhe. Dat is een groot probleem, de mensen blijven in een systeem van afhankelijkheid zitten.
Heeft de overheid daar geen rol te spelen: zoals de Forem, de Waalse tegenhanger van de VDAB?
alain destexhe. De Forem werkt al beter dan de BGDA in Brussel. De internetsite van de Forem is een goed instrument. En Vlaamse investeerders in Wallonië bevestigen mij dat ze tevreden zijn over de werking van de Forem. Maar er zijn zoals bekend te weinig incentives om aan de slag te gaan, onder andere door de onbeperktheid van werkloosheidsuitkeringen in de tijd. En er is natuurlijk het probleem van het onderwijs. Ik ga u een desastreus voorbeeld geven: het technisch en beroepsonderwijs in de Franse gemeenschap. Men vindt op sommige plaatsen in Wallonië geen vrachtwagenchauffeurs, onder andere omdat ze niet slagen voor het theoretische examen. Het is opvallend dat waar Vlamingen en Fransen geïnvesteerd hebben in Wallonië, die bedrijven een beroep doen op Vlaamse of Franse werkkrachten. Het verschil in werkloosheidsgraad tussen Kortrijk en Doornik is zoals bekend zeer hoog.
En in West-Vlaanderen werken veel Fransen, maar amper Walen. De mobiliteit is er niet.
alain destexhe. Men begrijpt in Wallonië niet dat landen die een oplossing gevonden hebben voor de werkloosheid stappen hebben gedaan in de richting van een flexibilisering van de arbeidsmarkt. En er bestaat nog een grote vrees voor de syndicale macht.
U geeft nog zes maanden aan Henegouwen. Waarom?
alain destexhe.Omdat nu over het subsidieprogramma 2007-2013 wordt beslist. Het gaat over 577 miljoen euro. De Commissie en regio’s zijn aan het onderhandelen over de contracten. Over zes maanden zal vastliggen hoe de middelen zullen worden aangewend. Dan is er geen weg terug.
Wat zijn de reacties die u in Wallonië krijgt op uw kritiek? Elio Di Rupo heeft het niet begrepen op mensen zoals u die hij negativisten noemt.
alain destexhe. Je moet realistisch blijven. Ik vraag gewoon om uit te leggen waarom de werkloosheid in 2006 overal is gedaald, behalve in Wallonië. Di Rupo geeft daar geen verklaring voor. Dit gezegd zijnde: ik benadruk ook dat er een aantal zaken goed gaat in Wallonië. De export van de Waalse bedrijven is het voorbije jaar met 15 % toegenomen. Dat is een zeer goed resultaat. Veel Walen willen vooruitgaan. Maar we kampen met een groot overheidsapparaat. De overheid zorgt voor 40 % van de toegevoegde waarde in Wallonië. Dat is slechts 25 % in Vlaanderen. Ik vraag drie dingen: minder overheidsuitgaven, een beter beheer en een flexibelere arbeidsmarkt.
Daarmee gaat u in tegen het PS-discours.
alain destexhe. De PS heeft één goede stap gedaan: hun houding tegen ondernemers is gewijzigd. Die was er nog vijf of tien jaar geleden. Al stel ik mij natuurlijk vragen met wat Onkelinx soms van plan is. Met het Marshallplan zullen het de bedrijven zijn die Wallonië zullen redden. Maar er moet natuurlijk een kader voor worden geschapen.
Krijgt u bedreigingen door uw kritiek op het Waalse beleid?
alain destexhe. Ik ontvang onaangename brieven. Maar dat zijn geen bedreigingen. Ik krijg ook positieve brieven. Ik ben ook positief en realist. Di Rupo’s discours is positief en irrealistisch. We kunnen eruit raken. Spanje heeft zijn werkloosheidsgraad door drie gedeeld in 15 jaar. Van 24 naar 8 %. Als Wallonië dat doel zou kunnen bereiken in de komende 15 jaar dan zou men dat in Vlaanderen een goede zaak vinden.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier