“Ik durf nog in de spiegel te kijken”
Ludo Verhoeven was de zondebok bij Agfa-Gevaert. Voor het eerst sinds zijn vertrek in mineur – ruim een jaar geleden – blikt de voormalige CEO en voorzitter van Agfa terug.
De vele verwijten sloegen wonden bij de ex-voorzitter van Voka, maar verbitterd is Verhoeven naar eigen zeggen niet.
Agfa-Gevaert heeft turbulente jaren achter de rug, waarbij de ene pijnlijke afslanking volgde op de andere schokkende herstructurering. Allemaal om te vermijden dat het Mortselse beeldtechnologiebedrijf kopje onder zou gaan tijdens de zoektocht naar een nieuwe structuur en identiteit. Dat Agfa ondanks dat langgerekte sociale bloedbad in steeds onrustiger vaarwater belandde, stuitte op onbegrip bij werknemers, vakbonden, aandeelhouders en media. Die zochten én vonden een zondebok in Verhoeven, die sinds de lente van 2001 – twee jaar na de beursgang – CEO was van het bedrijf dat hij heel zijn carrière lo- yaal heeft gediend.
Verhoeven werd verweten geen duidelijke lijn te volgen in strategische beslissingen, te autocratisch te zijn, niet snel genoeg te hebben ingespeeld op nieuwe marktontwikkelingen en op prijsstijgingen van grondstoffen en de dollar. Verhoeven, die nochtans van 2005 tot 2007 de functie van CEO al had omgeruild voor die van voorzitter, incasseerde de aanzwellende kritiek verbazingwekkend gelaten, en liet zich – ondanks aandringen van zijn vrouw – nooit verleiden tot een reactie. Ruim een jaar geleden nam hij tijdens de jaarlijkse algemene vergadering zonder een zweem van glans of glorie afscheid van Agfa.
Sindsdien bleef het stil rond Verhoeven. Voor Trends blikt hij eenmalig terug op goede én slechte tijden bij Agfa, en de impact ervan op zijn persoonlijke leven. Al heeft hij naar eigen zeggen erg lang geaarzeld voor het gesprek. “Het laatste wat ik wil, is op de man spelen in plaats van op de bal”, zegt boerenzoon Verhoeven, die in oktober 65 wordt. Dat de media wél vaak op de man hebben gespeeld, heeft duidelijk zwaar op de maag gelegen. Maar wanneer we op een buiige ochtend aanbellen, worden we gul onthaald met een stralende lach en koffie. En al snel blijkt dat, hoewel hij het misschien liever anders zou zien, de band met Agfa nog sterk is. Over het Mortselse bedrijf wordt gesproken in termen van ‘wij’.
Volgt u Agfa-Gevaert nog op de voet?
LUDO VERHOEVEN. “Neen. Maar mijn hart is daar nog wel voor een stuk. Ik hoor er af en toe nog wat van, maar als je weg bent, kun je niet zomaar de ene of de andere bellen. Dat is voor mij absoluut taboe.”
U hebt dus geen contact met oud-collega’s?
VERHOEVEN. “Niet veel. Professionele vriendschappen zijn anders dan gewone vriendschappen. Ik heb dat altijd zeer duidelijk gescheiden, zeker als je op de ladder omhoog klimt, want echte vriendschappen zijn zeer vervelend als je maatregelen moet nemen.”
Agfa gaat het halen?
VERHOEVEN. “Dat moet je aan CEO Jo Cornu en voorzitter Julien De Wilde vragen. Ik kan alleen maar zeggen dat het probleem van Agfa duidelijk bekend is. Dat is de overgang van de rekenlat naar de computer. Agfa, dat is 100 jaar zeer gespecialiseerde kennis, die vandaag bijna niets waard is, omdat het product verdwijnt. Een gigantische uitdaging.
“We wisten dat al in 2000-2001. We konden natuurlijk blijven zitten, en dan verdienden we nu nog geld, want die producten verkopen nog steeds goed. Maar het zou elk jaar minder en minder zijn, tot de laatste de deur achter zich dicht zou doen. Daarom moesten we het bedrijf omvormen, een bedrijf dat ooit 36.000 werknemers telde. Toen ik vorig jaar vertrok, waren er nog 14.000 en nu nog 12.000, van wie 4000 stammen uit aangekochte bedrijven. Dan weet je wat een gigantische opdracht het was.”
Voorzitter Julien De Wilde zei vorig jaar dat Agfa niet deed wat het beloofd had en te weinig gefocust was.
VERHOEVEN. “Het is zeer gemakkelijk om achteraf te zeggen wat beter had gekund. Dat heeft geen enkele waarde. Het is altijd beter om ‘iets’ te doen, dan ‘niets’ te doen. En hoe meer je moet doen, hoe meer fouten je ongetwijfeld maakt. Als je rustig in je zetel kunt zitten in een bedrijf dat op een bepaald moment goed gepositioneerd is, in een markt die floreert, is het leven net iets gemakkelijker. Maar God, uiteraard kon ik van alles anders gedaan hebben.”
Wat?
VERHOEVEN. “Dat zijn dingen waar ik niet graag over begin. Ik denk persoonlijk dat Agfa de juiste strategische beslissingen heeft genomen. Niet voor 100 procent, maar zeker meer dan 50 procent. Er is serieus ingegrepen in de kosten, niet genoeg en nooit genoeg. De nieuwe besparingen zijn dus ook noodzakelijk. Het grote probleem is dat men moet opletten dat de patiënt niet op de operatietafel sterft. Als ik het heb over wat ik beter anders had gedaan, gaat het hoofdzakelijk over het positioneren van mensen en het vertrouwen dat je in mensen hebt gesteld. En daar hebben we zeker een aantal vergissingen begaan. Ik in de eerste plaats, want ik was daar verantwoordelijk voor.”
Mensen die u hebt benoemd?
VERHOEVEN. ( nadrukkelijk) “Ja. Het is een illusie te denken dat je alles alleen kunt doen, dus je moet een aantal mensen hebben op wie je kunt bouwen. Zo hadden we een André Bergen die spijtig genoeg weggegaan is. Ik kan alleen maar zeggen dat de pers niet uitblinkt door het checken van haar data, want het leek in die tijd wel alsof ik een superman was die alles alleen deed. Zo werkt dat niet.
“Maar ik ga ervan uit dat er bij een bedrijf in moeilijkheden altijd een zondebok zal worden gezocht. En tussen haakjes, wat men vandaag ook over hem zegt: André Bergen is een integer en zeer eerlijk man, heel down to earth. We konden zeer goed samenwerken. Spijtig genoeg ging hij weg, werd hij door onze eigen aandeelhouder weggekocht. Dat heeft zeker en vast een moeilijke periode ingeluid. Iedereen in het bedrijf wist dat wij heel goed samenwerkten.”
U blijft de ideale bliksemafleider. Men kan altijd zeggen dat het uw fout was.
VERHOEVEN. “Als Agfa daar baat bij heeft, so be it. Ik heb er allemaal niet zoveel problemen mee. Ik weet wat ik gedaan heb. Het belangrijkste voor jezelf is dat je naar jezelf in de spiegel kan kijken. En ik durf nog in de spiegel te kijken.” ( lacht)
Maakt het u bitter dat u zo met de vinger wordt gewezen?
VERHOEVEN. “Neen. Het zou erg zijn als ik daar de volgende jaren van mijn leven mee zou moeten leven. Daar heb ik dan alleen maar zelf last van. Ik zeg niet dat het mij niets doet, want uiteraard doet dat pijn. Uiteraard ga je liever weg terwijl je iets moois achterlaat, maar ik kan de klok niet terugdraaien.”
U hebt de fout gemaakt om te lang aan boord te blijven?
VERHOEVEN. “Ja, natuurlijk. Was ik vroeger weggegaan, was ik een hero geweest. Maar daar gaat het toch niet over, in godsnaam, ik vind dat zo verschrikkelijk. De pers speelt daarin zo’n verschrikkelijke rol. Die gaat alles verpersoonlijken. Je weet dat als je in dat circuit stapt, je de ene dag een held kan zijn en de volgende dag de grootste idioot. Als je daar niet mee kunt leven, moet je dat ook niet doen. Maar kom, als ik nu terugblik, had ik in 2005 beter gezegd ‘salut en merci’. Heb ik daar spijt van? Neen. Ik heb gedaan wat ik dacht te moeten doen en daar zullen fouten bij geweest zijn.”
De CEO is nu eenmaal de belangrijkste persoon in het bedrijf.
VERHOEVEN. “Och, weet je, sic transit gloria mundi (vrij vertaald: wereldse roem of glorie vervliegt, nvdr) is een van mijn lijfspreuken. Koester bescheidenheid als je aan de top staat, maar weet te relativeren als het slecht gaat. Ik ben geen ander mens dan vijf jaar geleden.”
Had Agfa achteraf bekeken een beursgang beter vermeden?
VERHOEVEN. “Neen, integendeel. Maar we hadden beter voorbereid moeten zijn. Ik ben ervan overtuigd dat zonder die beursgang Agfa niet meer zou bestaan. It made my life miserable maar het was wel nodig.” ( lacht)
Was Agfa misschien beter in de VS beursgenoteerd geweest?
VERHOEVEN. “Wij waren niet mans genoeg voor die wereld. Er zijn wel ideeën over geweest om uit België weg te trekken. Maar dat Belgische en Vlaamse maakte toch deel uit van de cultuur. Je mag niet onderschatten wat een ondernemer als Lieven Gevaert gedaan heeft. Hij richtte in de jaren twintig al een filiaal op in de VS, en droeg een stuk Vlaamse cultuur uit. Dat speelt ook wel een rol. Trouwens, de beursgang is geslaagd.”
Hebt u nog advies voor uw opvolgers?
VERHOEVEN. “Zij zijn wijs genoeg. Het zou belachelijk zijn om advies te geven aan mensen die er een topcarrière van 40 jaar hebben opzitten.”
Wat was uw mooiste tijd bij Agfa?
VERHOEVEN. “Moeilijke vraag. De beginfase alvast niet. Na de universiteit, waar ik zeer vrij was geweest, kwam ik in het keurslijf van een bedrijf dat toch wat old fashioned was. Ik zei tegen mijn vrouw dat ik daar geen zes maanden zou blijven. Nadien was het toch ook een mooie tijd, op technologisch vlak vernieuwend en met heel wat investeringen. Daarna ben ik naar de VS getrokken. Een heel mooie maar verschrikkelijk moeilijke tijd. Ik ben er trouwens grote voorstander van om mensen naar het buitenland te sturen voor ze carrière maken. Ook de eerste drie, vier jaar als CEO waren toch wel mooi, vooral de periode met Bergen.”
Wat voor manager was u?
VERHOEVEN. “Dat moet u aan anderen vragen, maar ik denk wel dat ik een hele tijd kan luisteren. Maar als er te veel powerpointpresentaties zijn en je sneller leest dan uitleg krijgt, kan ik zeer ongeduldig zijn. ( nadrukkelijk) Zéér ongeduldig. En ik heb weinig respect voor mensen die hun nek niet uitsteken en honderd-en-een analyses maken zonder tot de kern van de zaak en tot actie te komen.”
De verkiezingen staan voor de deur. Houdt u de vingers gekruist?
VERHOEVEN. “Spijtig genoeg zijn de politici er voor een stuk in geslaagd de politiek in een slecht daglicht te stellen. Je hebt goede politici maar er wordt veel te veel gespeeld op het populisme, het kort door de bocht gaan, op malcontentement, het slachtofferfenomeen.”
In die mate dat ook de goeden er onder lijden?
VERHOEVEN. “Die worden daar het slachtoffer van. Ik zou trouwens niet aan politiek kunnen doen. Als voorzitter van Voka heb ik toch met heel wat politici gepraat. Dat is een hondenstiel. Permanent proberen mensen voor u te laten stemmen en tegelijk proberen een beleid uit te stippelen, een beleid dat altijd een compromis is. Een zeer harde wereld.”
Vergeleken daarmee was het CEO-schap van Agfa een walk in the park?
VERHOEVEN. “Neen dat denk ik niet. Maar op menselijk vlak misschien wel. De zaken over Agfa die ik hier eerder aanhaalde, kun je zeer sterk relativeren. Dat zijn dingen die je wel raken, maar niet in die mate dat ze je kop afsnijden, zoals in politiek.”
Bij wie kon u in moeilijke tijden terecht voor begrip of vond u een klankbord?
VERHOEVEN. “Ik ga geen namen noemen. Een aantal mensen apprecieerde zeker en vast de weg die ik heb afgelegd, zowel op hoog als op laag niveau. Die weten wel iets meer dan wat er links en rechts gezegd werd.”
Hoe reageerde uw gezin?
VERHOEVEN. “Dat begrijpt zoiets niet. Daar houdt de pers geen rekening mee. Mijn oudste dochter heeft op zeker moment een open brief willen schrijven, en mijn vrouw dringt er op aan dat ik mijn boekje eindelijk eens open doe, maar dat doe ik niet. Niemand wint daar iets bij, ik ook niet. Het belangrijke is dat je binnen je eigen familie niet aangetast wordt door allerlei insinuaties.”
Hoe kon u zich ontspannen?
VERHOEVEN. “Wij tennisten een keer per week, maar wel met vier omdat we het dan langer konden volhouden ( lacht). En van lezen word ik rustig. Geen hoogdravende dingen, maar detectiveverhaaltjes en zo. En bij heel zware stress las ik stripverhalen. Wij hadden kinderen, dus uiteraard ook stripverhalen. En met goede vrienden en familie gingen we wel eens een avond kaarten.”
Waarmee houdt u zich nu bezig?
VERHOEVEN. “Ik ben erevoorzitter van Voka en daar steek ik toch nogal wat tijd in. Ik zit ook in de raad van bestuur van Gasthuisberg, een zeer interessant én zeer groot bedrijf met zowat 8000 werknemers en met zeer verstandige mensen. Ik zit ook nog in Ons Erfdeel. U bent niet geabonneerd? Een schande! ( lacht) Ik zit daarin om het financiële handje vast te houden. Ik zit ook voor de Vlaamse regering in de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB), maar dat loopt ten einde. En ik ben bestuurslid en lid van het investeringscomité van het Lieven Gevaertfonds. Voorts zijn er nog een paar firma’s waar ik bestuurder ben, op vraag van de aandeelhouders. Dat zijn verzekeringsmaatschappijen van Vanbreda, toch een belangrijke Europese speler voor financiële diensten. Ik zit in Vanbreda International, dat expats verzekert, en in Vanbreda Risk & Benefits.”
En dat blijft u doen na uw 65ste?
VERHOEVEN. “Ja. Het grote probleem is dat je bijna niets mag bijverdienen als je op pensioen gaat. Voor heel wat zaken word ik ook niets betaald, buiten de onkosten. Voor andere dingen word ik wel betaald, iets te veel om pensioen te krijgen en iets te weinig om geen pensioen te nemen. Daar moet ik nog eens goed over nadenken, maar ik doe dat graag. Ik ben trouwens veel te jong om niets te doen. Gelukkig heb ik ook nog veel andere zaken.”
Zoals?
VERHOEVEN. “Als topman heb ik veel gemist in mijn leven, stel ik nu vast. Ik heb voor een groot stuk geleefd voor de firma. Mijn vrouw zou dat zeker beter kunnen vertellen dan ik. We hebben verschillende keren in het buitenland gewoond, en dat was zeker voor haar niet gemakkelijk. En vooral de laatste tien jaar stopte het nooit, en miste ik veel. Eigenlijk vereng je. Dat is de tol die je betaalt voor zo’n functie. Nu komen er veel dingen naar boven waarvoor je tijd wil nemen.”
Dingen die u beter wat vroeger had gedaan?
VERHOEVEN. “Ja, maar je moet geen spijt hebben van wat je gedaan hebt, want dan heb je altijd spijt. Maar ik heb heel veel interesses. Ik heb in mijn huma- niora Grieks en Latijn kunnen studeren, waar ik nu nog heel dankbaar voor ben. Daar is veel van blijven hangen. Ik ben nu geweldig geïnteresseerd in geschiedenis en lees daar nogal wat over, maar onder andere ook over energie, wat een zeer groot probleem is. Ik heb ook een telescoop, en zoals alle goede Vlamingen fietsen we. In de tuin ben ik nu natuurlijk een indringer ( lacht).
“We hebben ook een simpel boerderijtje aan de Pyreneeën. De authenticiteit van het leven is daar nog heel groot. Er zijn wel geen cafés, en dat is heel erg. ( lacht) En thuis waren we met acht kinderen, en bij mijn vrouw ook, dus dat geeft een verschrikkelijk grote familie. Die heb ik altijd wat verwaarloosd, en daarvoor heb ik nu eindelijk tijd. En zelf heb ik vijf kinderen, vier schoonkinderen en zes kleinkinderen.”
U hebt ook tijd om te reizen.
VERHOEVEN. “Neen, ik heb veel te veel gereisd. Mijn oudste dochter moet regelmatig naar Australië, en vroeg om een keer mee te gaan. Pfft, 24 uur in een vliegtuig… ik heb het in mijn leven al zoveel gedaan. Wat niet betekent dat ik niet graag op reis ga. Maar dan liever korter en meestal naar een stad om kunst te zien. Mijn vrouw klaagt wel eens dat ik overal ben geweest, maar haar nooit heb meegenomen ( lacht). Dat klopt, maar ik heb niets gezien omdat ik daar ging om te werken. Vliegen is trouwens danig oncomfortabel geworden door al die veiligheidsmaatregelen.”
Nergens beter dan in België.
VERHOEVEN. “Dat zeg ik niet. Ik zou overal kunnen leven. Als we toen niet hadden moeten terugkomen van de firma, waren wij in New Jersey in de VS gebleven. Maar je weet dat je met kinderen na beperkte tijd moet terugkomen ofwel definitief blijven, omdat ze anders in dat land blijven hangen. Mijn oudste was toen 17, en dat was op het randje. Als je ouder wordt, moet je niet meer verplanten omdat de sociale contacten zeer belangrijk worden. Ik ben trouwens aan de grens geboren, in Baarle-Hertog, en de helft van de familie zijn Hollanders.”
Maar daar is niets van blijven hangen?
VERHOEVEN. “Neen.”
Plant u nog nieuwe activiteiten?
VERHOEVEN. “Ik wil alleen dingen doen die ik graag doe. Zoveel mogelijk mandaten verzamelen, is geen optie. Maar als iemand een beroep wil doen op mij, wil ik ook niet langs de kant gaan staan. Dat kan in de sociale sector of de kunstsector. Ik heb eerder in de adviesgroep voor het museum van Antwerpen gezeten. Ook daar speelt geld een rol en kon ik helpen. Dat zijn dingen waar ik niet neen op zeg.”
Het blijft dus kriebelen?
VERHOEVEN. “Ja natuurlijk. Er is ook maatschappelijk engagement. Perikles stelde dat een mens die zich onttrekt aan bestuursfuncties waardeloos is. Als je iets kan bijdragen tot de gemeenschap, moet je daar niet neen tegen zeggen. Ik ben ook dankbaar voor de kansen die ik gekregen heb, zeker bij een internationale onderneming als Agfa. Het is geen bitterheid, maar een heel stuk dankbaarheid. En dat meen ik.”(T)
Door Bert Lauwers/Foto’s Thomas de Boever
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier