“Ik dacht dat ikhard werkte”

Een ministeriële agenda is nog wat anders dan het werkschema van de Voka-baas. “Ik dacht dat ik hard werkte”, zucht nieuwbakken Vlaams minister Philippe Muyters (N-VA). Een week lang volgden we de voormalige Voka-topman op de voet. Het leven zoals het is: minister.

Ministers. Iedereen kent hun gezicht, maar wat doen ze? Hoe ziet de werkweek van een regeringslid er eigenlijk uit? Om het uit te pluizen, volgden we Vlaams excellentie Philippe Muyters (N-VA) tijdens de week van 28 september tot 4 oktober. Regering, parlement, partij, pers en public relations bepalen in hoge mate het verloop van het ministeriële leven. Lanterfanten zit er voor onze excellenties allerminst in.

De Vlaams-nationalist is het ideale proefexemplaar omdat hij nog groen is achter zijn ministeriële oren. We komen ook door te weten hoe een nieuwbakken regeringslid zich voelt bij de aanvang van zijn nieuwe professionele bestaan. De ex-topman van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka is bevoegd voor niet minder dan vijf domeinen: Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport. Een zware portefeuille.

Maandag – regeerverklaring

Het politieke leven speelt zich op maandagvoormiddag traditioneel af in de partijhoofdkwartieren. De besturen van de politieke formaties zijn dan bijeen en overlopen de politieke toestand. Dit keer laat Muyters zich niet zien in het N-VA-huis aan de Brusselse Liefdadigheidsstraat. Hij werkt op zijn kabinet naarstig voort aan het boekje ‘De Vlaamse begroting 2010’, iets waar hij best trots op is. De Vlaamse regering legt deze namiddag in het Vlaams Parlement haar beleidsverklaring voor het komende jaar af. Met de Septemberverklaring opent traditioneel het nieuwe parlementaire werkjaar.

Het is een belangrijke dag voor de bewindsman. Hij komt voor de eerste keer aan bod in de Vlaamse assemblee. Niet zozeer het budget maakt hem zenuwachtig, minister-president Kris Peeters (CD&V) is daar vooral aan zet. De twee mondelinge vragen waar hij moet op antwoorden, dat is andere koek. Fractievoorzitter Filip Dewinter (Vlaams Belang) hekelt dat illegalen in het kader van de regularisatieoperatie gewoon op aanvraag het attest krijgen dat hun werkwilligheid bewijst. En Bart Van Malderen (sp.a) vraagt meer opleidingen voor mensen die hun werk verloren. Muyters staat stijfjes achter het spreekgestoelte. Het is hem aan te zien dat hij voor zijn parlementaire vuurdoop staat. Die verloopt goed. De antwoorden zijn afgemeten en hij kan de socialist meedelen dat er elf nieuwe opleidingen komen en dat 500.000 euro reserves naar het verminderen van de wachtlijsten gaan.

Partijwoordvoerder Piet De Bruyn zegt tijdens zijn korte feedback in de parlementaire wandelgangen dat de antwoorden nog iets te technisch waren en een iets hoger politiek gehalte zouden moeten krijgen. “We moeten Dewinter niet te veel eer gunnen”, reageert Muyters als een oude rot in het vak. Maar het is overduidelijk dat er een zware last van zijn schouders is gevallen, nu de kop eraf is.

Het parlement slokt veel, heel veel werkuren van een minister op. De assemblee vergadert gewoonlijk op dinsdag, woensdag en donderdag. Top of the bill is het vragenuurtje op woensdagnamiddag in de plenaire vergadering. In de federale Kamer is dat op donderdagnamiddag. Voor parlementsleden dé gelegenheid om voor het voetlicht te treden. Want de camera’s draaien. De radiojournalisten zijn er en hun schrijvende collega’s ook. Toppolitici en pers in eenzelfde ruimte geeft altijd een speciale sfeer door de interactie van mensen die iets kwijt willen en anderen die op zoek zijn naar nieuws. De twee beroepsgroepen hebben een haat-liefdeverhouding.

Het gebeurt geregeld dat een minister te laat op het parlementaire appel komt. Topmensen, ministers in het bijzonder, gebruiken het middagmaal veelal om er een werklunch van te maken. Muyters’ middagmaalboekje bulkt uit in de laatste week van september.

Zo’n lunch durft al eens uitlopen en als je dan om 14 uur in het parlement hoort te zijn, komen er moeilijkheden van. Dat Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) niet tot een traditionele partij behoort en een moeilijke mens is- zoals hij zelf zegt – voorspelt weinig goeds voor de laatkomers. Afwachten of de eerste burger van Vlaanderen even streng zal zijn voor zijn partijgenoten in de regering: Philippe Muyters en Geert Bourgeois.

In de week van 28 september kunnen de Vlaamse volksvertegenwoordigers hun mondelinge vragen uitzonderlijk op maandag stellen. Ondertussen speelt het spel van vraag en antwoord tussen journalisten en politici zich naast het halfrond af, in de Leeszaal van de assemblee. Micro’s alom en camera’s bij de vleet. Journalisten en camera’s zijn Muyters niet vreemd. Hij frequenteerde ze al in zijn vorig beroepsleven bij Voka. Daar leerde hij dat journalisten overtuigen belangrijk is. Zijn werklunch enkele uren tevoren met twee krantencommentatoren past in die overtuigingsstrategie.

De bewindsman maakt beginnersfoutjes tijdens interviews over het budget voor 2010. Zo vertelt hij dat het tijd is om te genieten van het geleverde begrotingswerk. Dat doe je beter niet in een periode van besparingen. Muyters’ foutje stelt echter niets voor in vergelijking met de kemel die de bewindsman woensdag zal schieten tijdens het debat over de Septemberverklaring. Een kanjer van een rekenfout; en dat voor een minister van Financiën en Begroting. Dat kan tellen.

Van het parlement gaat het spoorslags naar Limburg, waar het VKW zijn jaarvergadering houdt met José Manuel Barosso, voorzitter van de Europese Commissie, als gastspreker. Veel schoon volk op de bijeenkomst, onder meer premier Herman Van Rompuy (CD&V), voormalig socialistisch toppoliticus Willy Claes en Europees parlementslid Frieda Brepoels (N-VA).

Jammer voor hem, maar de fotograaf van VKW-Limburg vond Philippe Muyters niet. De bewindsman is nergens te bespeuren in de reeks foto’s die op de website van de organisatie staan. Hij kwam dan ook rijkelijk te laat, tijdens de gelegenheidstoespraak van Barosso, die nadien meteen opnieuw vertrok. Pech. Er had een mooi fotomoment ingezeten en heel misschien een korte gedachtewisseling over Opel Antwerpen.

Dinsdag – automobielsector

De fabriek komt aan bod tijdens de vergadering van de ‘taskforce automobiel’ dinsdagvoormiddag op het kabinet van minister-president Kris Peeters (CD&V). Veel volk achter de tafel voor de persontmoeting achteraf. Drie regionale ministers, twee federale ministers, drie vakbondsvertegenwoordigers en voorzitter van de taskforce Wilson De Pril, de directeur-generaal van Agoria Vlaanderen. Iedereen wil zijn zeg doen en dat vraagt wel even tijd. Muyters zit er in zijn hoedanigheid van minister van Werk. Gelukkig voor de sprekers bestaat er zoiets als een blackberry. Sommigen van hen maken er naarstig van gebruik terwijl iemand anders aan het woord is. Allen zeggen dat ze zullen vechten voor de auto-industrie in Vlaanderen, Opel Antwerpen in het bijzonder.

Na de persconferentie volgt alweer een ballet van interviews voor radio en televisie. Voor Opel Antwerpen is ook de Antwerpse regionale zender ATV van de partij is. De minister van Werk staat hen te woord. ATV en Gazet van Antwerpen zijn belangrijk voor Muyters. Hij is nu eenmaal een sinjoor. Politici hebben aandacht voor redacties uit hun thuisregio, waar hun kiezers wonen.

De auto met chauffeur staat klaar. Van bij Peeters gaat het richting eigen kabinet. De opname van een videoboodschap voor een studiedag van het Vlaams Europees sociaal fonds wordt naar donderdag verlegd. En na de gebruikelijke middaglunch met gast volgt in de namiddag de beleidsraad ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed (RWO). De collega-ministers Geert Bourgeois (N-VA) en Freya Van den Bossche (sp.a) maken er ook deel van uit.

Beleidsraden zijn relatief nieuw in de Vlaamse politiek. Hun belang zal allicht nog toenemen door de beslissing van de tweede regering-Peeters om het aantal kabinetsleden te verminderen. Een beleidsraad is bedoeld als structureel overleg tussen de minister en de top van zijn administratie. Informatie wordt uitgewisseld, projecten toegelicht, beleidspunten besproken.

Muyters kan de deur niet uit zonder dat iemand hem over ruimtelijke ordening aanspreekt. Dat was niet anders maandagavond bij VKW-Limburg en zal niet anders zijn op woensdagavond bij Voka-Limburg. “Toen ik weg wou bij VKW-Limburg, heb ik er nog drie kwartier over gedaan om tot aan de uitgang te geraken”, zucht het regeringslid. Topmensen, zeker politici, doen er goed aan op een societygebeurtenis post te vatten niet te ver van een dienstuitgang. Maar ja, een organisator heeft de excellentie graag zo lang mogelijk op zijn activiteit zodat zoveel mogelijk van de invitees met hem in contact kunnen komen. Muyters was maandagavond tot helemaal achteraan de zaal begeleid. Er was geen ontkomen aan. Hij werd veelvuldig aangeklampt. Zelfs fysiek bij de arm of schouder vastgenomen. Prettig moet anders zijn. Maar het maakt deel uit van de job.

De minister beëindigt zijn werkdag dinsdag met het BOIC. Vier vertegenwoordigers van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité, voorzitter Pierre-Olivier Beckers op kop, komen kennismaken met de minister van Sport. De verhoudingen tussen het BOIC en de deelstaten, die bevoegd zijn voor het sportbeleid, lopen niet altijd van een leien dakje. Muyters wil die periode afsluiten en tot een volwassen dialoog komen.

Dat betekent voor hem vertrekken van een visie, met een plan om die visie op het terrein waar te maken en pas dan structuren aan bod laten komen. Het is een boodschap die de bewindsman in al zijn contacten met organisaties herhaalt. Die ondernemersaanpak is nieuw voor het sportwereldje waar kleine en grote oorlogen woeden. Het is trouwens nog maar de vraag of die aanpak tot betere relaties met het BOIC zal leiden.

Organisaties die iets van Muyters willen verkrijgen, zijn verwittigd. Ze doen er goed aan het gesprek degelijk voor te bereiden en op de proppen te komen met een visie én een uitvoeringsplan. Pas dan zal de minister er aan denken om met geld over de brug te komen. Bovendien zitten we in crisistijden en is er minder geld uit te delen. Meer nog, de besparingstrein rijdt.

Woensdag – parlement: 75+32=117?

De beleidsraad financiën en begroting woensdagvoormiddag verloopt iets gemakkelijker dan die daags voordien omdat Muyters als enige minister aan de tafel zit. Een kabinetsmedewerker neemt het van hem over bij de geplande ontmoeting met voorzitter Johan Timmermans van KV Mechelen. De bewindsman in tijdnood komt er alleen even bijzitten.

Na de dagelijkse lunchafspraak gaat het richting Vlaams Parlement, dat over de regeerverklaring van maandag zal debatteren. Het wordt een pittig debat. Liberaal fractieleider Sven Gatz prikkelt de minister van Financiën en Begroting met de cijferdiscussie die de N-VA’er had met Gatz’ partijgenoot en federaal minister van Begroting Guy Vanhengel.

Op dat debat ent zich een discussie tussen Muyters en zijn socialistische collega voor Onderwijs Pascal Smet. De minister van Budget spreekt van 117 miljoen besparingen op Onderwijs en de minister van Onderwijs houdt het op 72. Gatz gaat uiteraard in op dat meningsverschil tussen de twee Vlaamse regeringsleden. Muyters, die zonet met de fractievoorzitter van Open Vld in de clinch was gegaan over zijn dispuut met Vanhengel, krijgt het danig op zijn heupen.

Hij fulmineert dat hij kan tellen en zal blijven tellen. Dat hij en zijn collega van Onderwijs dezelfde cijfers hanteren. En dat iedereen die kan tellen, weet dat 72+35 gelijk is aan 117. De ministers Joke Schauvliege (CD&V) en Freya Van den Bossche (sp.a), die op de tweede rij van de regeringsbanken beiden naast hun N-VA-collega zitten, kijken verwonderd op en hebben een lichte, guitige glimlach op de lippen. In het halfrond galmt luid gelach. Rekenknobbel Muyters beseft meteen dat hij een bok heeft geschoten, grijnst en begint naarstig op zijn Blackberry te tokkelen. Hij beseft dat zijn rekenfout hem altijd zal achtervolgen. Ze is van hetzelfde kaliber als Yves Leterme die de Marseillaise zingt in plaats van de Brabançonne.

Dat het parlementaire debat pittig verloopt, heeft niet het minst te maken met het feit dat de voormalige liberale ministers van zich laten horen. In het bijzonder Dirk Van Mechelen, die tien jaar over de Vlaamse financiën waakte. De goede gewoonte dat een politicus na zijn ministerschap een jaar zwijgt, is voltooid verleden tijd. De Vlaamse meerderheid, Philippe Muyters in het bijzonder, zal een tegenzet moeten vinden op de liberale strategie.

De plenaire vergadering loopt uit en het regeringslid is alweer te laat voor zijn avondactiviteit: een diner met Voka-Limburg in Hasselt. Hij treedt er, in het kader van ‘Toppolitici ontmoeten ondernemers’, als gastspreker aan voor een gehoor van ongeveer 120 personen. Het valt op dat de overgrote meerderheid van de deelnemers mannen zijn. Aan de eretafel zit slechts één vrouw. De avond bij zijn oude gabbers van Voka verloopt in een gemoedelijke sfeer. Muyters kan het duidelijk goed vinden met zijn voormalige Limburgse alter ego, gedelegeerd bestuurder Johann Leten. Die zit aan zijn rechterzijde en zal later op de avond discreet zijn stoel ter beschikking stellen van ondernemers die de minister iets willen vragen. Bedrijfsleiders wisselen onder elkaar veel visitekaartjes uit. Ministers krijgen veel visitekaartjes.

De N-VA’er vertelt zijn tafelgenoten bij zijn aankomst meteen het verhaal over zijn telfout. Sommigen zijn al op de hoogte. Iemand haalt zelfs een grap met hem uit en geeft hem een rekenmachine cadeau. Niet mooi verpakt, maar een oud exemplaar dat allicht inderhaast uit een of andere schuif is gehaald. Muyters krijgt het ding discreet vanonder een servet aangeboden. Een voormalige baas en vriend die het tot regeringslid schopte, breng je niet in verlegenheid. Er wordt hartelijk gelachen.

Ondernemers spreken de minister nog steeds met ‘Philippe’ aan. Politici gaan voor ‘mijnheer de minister’. Het gezelschap waardeert de gastspreker, luistert aandachtig en links en rechts knikt iemand instemmend. Muyters kent en spreekt de taal van ondernemers. De handen gaan op elkaar na zijn woorden over een beter ruimtelijk beleid en minder reglementering.

Donderdag – studiedag

Op donderdagochtend bellen de radiozenders MNM en QMusic de minister op over zijn telfout. Op MNM krijgt hij een rekenoefening voorgeschoteld. De presentatoren, die van de minister willen weten wie de ‘grootste aap’ is in het parlement, reageren uitgelaten wanneer Muyters zijn rekensom juist heeft. “Flipe of ‘Flupke’, da’s nen toffe”, klinkt het. Aan die koosnaampjes zal de Vlaamse nationalist zich allicht niet verwacht hebben. Overigens heeft hij het nog moeilijk met de aanspreektitel ‘mijnheer de minister’. Dat blijkt in de namiddag tijdens een onderhoud met de Verenigde Verenigingen.

Eerst gaat hij nog naar de studiedag van het departement Werk en Sociale Economie over ‘Sectorale uitdagingen in het licht van de crisis’. 250 geïnteresseerden zijn afgezakt naar de Schelp, de grote zaal onder het halfrond van het Vlaams Parlement. De usual suspects, onder wie VDAB-baas Fons Leroy, zitten in het panel. Dat bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers, vakbonden en de onderwijssector.

De discussie kabbelt en het is opmerkelijk hoe Leroy, ooit kabinetschef van sp.a-ministers, vertelt dat hij steeds minder voor verplichtingen te vinden is. Hij benadrukt dat er naast het activeringsbeleid en de opleidingspolitiek voor werklozen, aan sociale innovatie moet worden gedaan. “De wetten uit de jaren zestig zijn economisch achterhaald.” Leroy geeft als voorbeeld een initiatief van West-Vlaamse werkgevers aan, die over de sectorale grenzen heen in pool werken om werknemers te vinden, onder meer door middel van opleiding. “De makelaars op de arbeidsmarkt werken naast elkaar en dat kan niet langer. We hebben meer actie en minder overlegstructuren nodig. Daardoor zullen we meer kunnen doen met de bestaande middelen.”

Het standpunt van de VDAB-topman moet Muyters als muziek in de oren klinken. Hij heeft de ondankbare taak het slotwoord te moeten houden. De deelnemers zijn immers al murw geluisterd. De bewindsman probeert de aandacht van zijn gehoor vast te krijgen met een grap over… zijn telfout. “Ik kan tellen en ik kan lezen”, begint hij. Er wordt gelachen. Hij kan inderdaad lezen, maar iemand die het goed met hem meent, zou hem moeten vertellen dat hij zijn papier op het spreekgestoelte moet laten. De minister houdt zijn tekst vast waardoor het helemaal overkomt als het voorlezen van een tekst die hij niet zelf heeft geschreven.

Uiteraard schrijven ministers hun toespraken niet zelf. Ze reiken ideeën aan en een kabinetsmedewerker gaat ermee aan de slag. Een spreker moet echter vermijden dat de luisteraars dat te veel in de gaten krijgen. Een tekst met een groter corps en interlinie, meer is er niet nodig om het euvel te verhelpen.

De N-VA’er blijft een tijdje hangen voor de broodjesmaaltijd. Zelf eet hij niet en hij heeft zich opgesteld bij de uitgang. Deze keer zullen ze hem niet liggen hebben. Hij kan tersluiks vertrekken als hij dat wil. Vandaag is er geen werklunch. Dus eet de minister helemaal niet. Het liefst houdt hij het bij twee maaltijden per dag, een ontbijt en middag- of avondeten.

Of hij geen angst heeft te verdikken met al die lunches ‘s middags en ‘s avonds? “Ik ben vermagerd! Och, ik ben die middagmalen al gewoon van tijdens mijn jaren bij Voka. Ik eet licht, veel vis, en beperk me tot één glas wijn. En na het voetbal drink ik één Duvel. Bovendien zit ik elke ochtend een half uur op mijn hometrainer. Ik fiets er telkens vierhonderd kilocalorieën af.”

De meeste toplui houden het tijdens de werkuren sober in spijs en drank. Ze laten hun wijnglazen vullen, maar nippen er nauwelijks aan. Muyters favoriete wijn is rood en Spaans: een pinot noir, van Enrique Mendoza, uit Alicante. Hoe kan het anders met een Spaanse grootvader.

Er staat geen wijn op tafel, helemaal niets zelfs, tijdens het onderhoud donderdagnamiddag met een delegatie van de ‘Verenigde Verenigingen’, het middenveld. Die staat onder leiding van Ann Demeulemeester, die ook algemeen secretaris is van het ACW. Muyters kent haar al 25 jaar en het stroeve ‘mijnheer de minister’ verandert algauw in Philippe.

Het wordt een delicate oefening voor Demeulemeester. In zijn vroegere leven als Voka-topman zat het regeringslid immers tegenover het ACV, de vakbond van haar organisatie. Dat de werkgeversorganisaties in tegenstelling tot de vakbonden worden geweigerd als lid van de Verenigde Verenigingen is ook al niet bevorderlijk voor het gesprek. Daarbovenop is er een misverstand over het uur van de ontmoeting. De minister staat om twee uur paraat en zijn gesprekspartners hebben half drie in hun agenda staan. Klap op de vuurpijl, een van de delegatieleden komt pas om twintig na drie binnen.

“Ik dacht dat ik bij Voka al hard werkte”, zucht hij spontaan. “Ik ben nu blij dat ik al eens in de auto zit om een dossier te kunnen lezen.” Muyters zal zondag dus een blij mens zijn, want er staan heel wat kilometers op zijn programma. Hij is enthousiast over zijn ministerschap, dat zijn gezinsleven wel sterk verandert. “Het parlement is voor mij iets heel nieuws en moeilijks. Er klopt iets niet: het verwacht dat we alle bronnen kennen en op alles kunnen antwoorden. Dat kan toch niet in deze internettijd? Daar moet een evenwicht in worden gevonden.”

Muyters vertelt dat decorum nooit aan hem besteed is geweest. Een auto met chauffeur, voor velen het ultieme statussymbool, heeft hij al jaren. En toch geeft hij toe dat de fiorituren van een ministerleven – de aandacht die hij krijgt, opgewacht worden, naar je plaats worden gebracht – hem niet ongevoelig laten en zijn ijdelheid strelen. “Wie ik ben, zal echter niet veranderen.”

Vrijdag – ministerraad

De minister heeft deze keer geen dossiers op de ministerraad, die de hele voormiddag in beslag neemt. De stafvergadering op het kabinet achteraf gaat gepaard met het eten van een scampischotel. Er is geen alcohol. Informatie wordt uitgewisseld en agenda’s op elkaar afgestemd. Er komen veel vragen over de werking van het parlement. Gelukkig voor Muyters heeft hij een parlementaire specialist in huis: zijn woordvoerder, die tijdens de vorige regeerperiode parlementslid was.

De assemblee verwacht binnenkort de beleidsnota’s van de regeringsleden. Muyters heeft er verscheidene in te dienen: financiën en begroting, werk, ruimtelijke ordening, sport. Hij vraagt van elk van zijn medewerkers een korte toelichting: “Wat is onze visie? Wat gaan we doen?” De minister wijst hen vriendelijk doch kordaat terecht wanneer ze niet meteen tot de kern van de zaak komen. Hij is de politieke stiel volop aan het leren, maar management heeft voor hem geen geheimen.

Weekeinde – voetbal en Open Bedrijvendag

Een doelpunt helemaal bij het begin van de match. “De bal botste verkeerd”, foetert coach Muyters. Het is zaterdagnamiddag en hij ijsbeert zenuwachtig langs de zijlijn geheel in voetbalplunje gekleed – donkerblauwe shirt en witte broek. Zijn ploeg, Amber, promoveerde dit jaar naar de derde afdeling van de vriendencompetitie. Ze bestaat uit jonge en oudere voetballers, en speelt vandaag op verplaatsing bij ‘Eendracht’, in het Fort van Merksem. Er staan hooguit twintig toeschouwers langs het veld. De minister roept zich de ziel uit het lijf, maar het helpt niet. De meeste kansen liggen bij de thuisspelers, maar geen van beide ploegen krijgt de bal nog in de netten.

De tweede helft geeft hetzelfde beeld. De coach staat nu mee op het terrein. Veel werk heeft hij niet als linksvoor, want het spel speelt zich vooral op het middenveld af. Muyters staat het liefst op het middenveld, maar hij wordt een dagje ouder. Langs de zijlijn wordt niet naar zijn ministerschap verwezen, uitgezonderd na de fase waarin hij wordt getackeld en op de grond valt. “Oei, een minister van het veld shotten“, klinkt het in het platste Antwerps. Het blijft 1 – 0. Amber heeft tot nog toe slechts een punt op negen gehaald. Volgende week moet de ploeg het zonder haar coach-speler stellen. De minister heeft de hele dag partijberaad.

Het contrast tussen het zaterdagvoetbal en de match Brugge-Anderlecht op zondagnamiddag kan nauwelijks groter zijn. Het lijkt wel oorlog. Er cirkelt zelfs een politiehelikopter boven de buurt van het stadion. De minister van Sport volgt de match vanuit de eretribune. In het stadion zitten welgeteld 28.151 toeschouwers. In Brugge tellen ze heel precies. Muyters is supporter van tweedeklasser Antwerp en oordeelt dus onpartijdig over de wedstrijd. Hij vindt dat Brugge de match verdiend heeft gewonnen.

Het voetbal bijwonen, is niet zijn eerste activiteit van de dag. Het is Open Bedrijvendag en de minister heeft al driehonderd kilometer achter de rug. Hij bezocht schoenenfabrikant Ambiorix in Tongeren en opende het kantorencomplex Kasteelhoeve Rattendaal in Sint-Pieters-Leeuw. De N-VA’er maakt van de uren in de auto gebruik om beleidsnota’s te lezen. Het weekeinde eist echter zijn tol: Muyters zal maandag een activiteit in Leuven moeten annuleren wegens ziekte.

Door Boudewijn Vanpeteghem Fotografie Jelle Vermeersch, Filip van Loock en Thomas De Boever

Muyters kan de deur niet uit zonder dat iemand hem over ruimtelijke ordening aanspreekt.

“Eerst een visie, dan een uitvoeringsplan en pas nadien de structuren”

“Ik kan tellen en

ik kan lezen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content